Zoeken

Energiesysteem: ‘Regie’ is het nieuwe ‘help’

Auteur

Jan Paul van Soest

De oude regimes (wetten, instrumenten en regelingen) die optimalisatie per schakel regelden, staan volgens Jan Paul van Soest een optimalisatie van het gehele systeem (systeemintegratie) in de weg.

Berichten over vollopende elektriciteitsnetten halen vandaag de dag veelvuldig de media. Dat geldt ook voor industrieën die willen vergroenen, en die de kranten opzoeken met hun ongeduld. Kunnen ze voor hun plannen nu rekenen op verzwaring van het elektriciteitsnet? Of op een aftappunt bij een waterstofpijpleiding? Of op beide? En wanneer dan?

Netbeheerders zien tal van aanvragen voor nieuwe aansluitingen aankomen, maar zijn wettelijk gedwongen te werken volgens het principe ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’, wat voor windprojecten overigens een passender tekst is dan voor zon. Maar handig is het niet: Het zou veel beter zijn als de netbeheerders alle projecten die zich aandienen in een mandje kunnen gooien en het gehele pakket kunnen plannen. Dat zou de totale maatschappelijke kosten van de transitie naar verwachting flink kunnen laten dalen. Maar regelgeving uit het verleden geeft geen oplossingen voor de toekomst. Of zelfs maar voor het heden.

En voor alles is tijd nodig: Om nieuwe kabels en buizen aan te leggen, om nieuwe bedrijfsprocessen door te voeren, om duurzame bronnen te ontwikkelen. De uitdaging van nu is om die tot nu los van elkaar lopende ontwikkelingen in ruimte en tijd op elkaar afgestemd te krijgen. Klimaathaast plus onmacht om systemen snel te veranderen leidt tot een roep om ‘regie’. En dat bij voorkeur door ‘de overheid’.

“In de gebouwde omgeving geldt ‘aardgasvrij’. Wat een maf doel is, het gaat immers om broeikasgasvrij”

Let op mijn woorden: ‘regie!’ is het nieuwe ‘help!’ De roep om hulp is goed te begrijpen. Het oude energiesysteem was eenvoudig, het emissievrije energiesysteem van de toekomst is een stuk ingewikkelder. In die goeie maar klimaatbelastende ouwe tijd was er vraag naar energie, die voorspelbaar veranderde, daar kon regelbaar aanbod op worden gepland en de bijbehorende infrastructuur kon worden gebouwd. Marktwerking maakte het wat ingewikkelder, maar het was nog steeds te overzien. Elke schakel in de keten kent zijn eigen regimes: Wetten, instrumenten en regelingen, die vormgegeven zijn om het goeie oude systeem te optimaliseren.

Maar nu stelt klimaatverandering eisen. Bij het gebruik van energie mogen op termijn geen emissies meer vrijkomen, bij de productie ook niet, en dus zijn niet alle bronnen en alle energiedragers en infrastructuren zonder meer nog inzetbaar. De oude regimes (wetten, instrumenten en regelingen) die optimalisatie per schakel regelden, staan een optimalisatie van het gehele systeem (systeemintegratie) in de weg.

Daarbij komt dat doelen per onderdeel verschillen. De RES’en bijvoorbeeld (Regionale Energiestrategieën) zoeken zoveel mogelijk kiloWatturen opwek. Maar bijvoorbeeld zon en wind hebben geheel andere aanbodpatronen in de tijd. In de gebouwde omgeving geldt ‘aardgasvrij’. Wat een maf doel is, het gaat immers om broeikasgasvrij. Foute doelen en ondoordachte systeemgrenzen leiden tot verschuiving van de CO2-uitstoot in plaats van tot vermindering. Het zou zeer behulpzaam zijn de doelen voor alle deelplannen in de energietransitie één grootheid uit te drukken: De bijdrage aan broeikasgas-emissiereductie in de tijd. En om die dan niet boekhoudkundig te bekijken (‘tonnen jagen’) maar systemisch: Waar gaan we op lange termijn naar toe en hoe kunnen we daar nu aan bijdragen?

“Laat maar eens wat jurisprudentie ontstaan bij conflicterende wensen en claims”

En het gaat helpen om een helder onderscheid te maken tussen beleid en uitvoering. De ‘uitvoerders’ van de transitie (ontwikkelaars van energieaanbod, netbedrijven en vraagsectoren) kunnen meer met elkaar optrekken dan ze nu doen. Onder meer de Handreiking SEIN laat dat zien. Vorm een Centrale Raad Energie Systeem Integratie (CRESI – de enige afkorting met I’s en E’s die nog vrij was, de rest is in gebruik voor PIDI, MIEK, PES, PEH, CES, RES en nog vele andere). Leg daarin voor een passend gebied alle plannen en projecten bij elkaar en ontwikkel deze in samenhang.

Daarnaast mogen de uitvoerders de randen van de bestuurlijke regimes die op elk van toepassing zijn wel wat meer opzoeken. Laat maar eens wat jurisprudentie ontstaan bij conflicterende wensen en claims. En tenslotte kunnen de uitvoerders heldere feedback en suggesties bij de beleidsmakers neerleggen over waar ze in de praktijk tegenaanlopen. Regie, prachtig hoor – maar wat zou de rijksoverheid dan precies anders moeten regelen om wel te doen wat nodig is?

En dan de beleidsmakers. Om te beginnen helpt het om de vele initiatieven, programma’s en trajecten rond systeemintegratie meer eenduidig aan te vliegen en aan te sturen. Het is heel goed dat systeemintegratie bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat hoog op de agenda staat, maar het wordt nu tijd voor een volgende stap: de integratie van systeemintegratietrajecten. Maar bovenal is nodig een grondige analyse te maken van de doorwerking van de huidige wet- en regelgeving en financiële prikkels die nu nog sterk op de individuele schakels in plaats van op het gehele systeem zijn gericht. Zo’n analyse is nodig om de slag te maken naar sturing op het geheel in plaats van op de onderdelen. Liefst voordat de beleidsmakers zelf ‘help’ roepen, of erger nog: ‘regie!’.

Jan Paul van Soest

Jan Paul van Soest is partner bij De Gemeynt, samenwerkingsverband van adviseurs, denkers en entrepreneurs, zie www.gemeynt.nl