Al
decennia lang, sinds 1996, worden we lastig gevallen met het dogma dat we de
Trias Energetica moeten toepassen: eerst besparen (verlagen van de
energievraag) dan hernieuwbare energie toepassen en het restje van de
energievraag voorzien met fossiele energie. Maar het is een theoretisch verhaal
dat in de praktijk heel anders werkt. Want hoeveel energie moet je nu precies
besparen voordat je hernieuwbare energie gaat toepassen? En hoeveel dan produceren
uit hernieuwbare bronnen? Daar is helemaal geen maat voor, zelfs geen theoretische.
In de praktijk komt er dus weinig van terecht.
Het gevolg van deze strategie is dat er nog veel energie bespaard zou kunnen
worden (op papier, als de energiegebruiker daar tijd/geld voor over heeft), we
nog slechts 6% hernieuwbare energie gebruiken en dus nog vooral fossiele
brandstoffen verstoken. Kortom een theorie die niet werkt.
In de praktijk werkt het zelfs andersom. We zien veel huishoudens eerst
zonnecellen op hun dak leggen waarna ze gaan kijken of ze hun verbruik kunnen
verlagen zodat ze evenveel consumeren als ze produceren.
“Het lastigste van deze transitiestrategie is het accepteren dat het gas veel duurder wordt”
Mijn aanpak
is daarom compleet andersom: zo snel mogelijk fossiele energie vervangen door CO2-vrije
energiebronnen (op basis van regels voor alle energieleveranciers en een
ambitieus groeipad, dus wel ietsje sneller dan de EU nu heeft voorgesteld) en
de energiegebruiker daar voor laten betalen zodat ie wel gaat besparen en zodoende
een optimum ontstaat van besparen en schone bronnen, en aan het eind van de rit
zonder fossiele brandstoffen. Dat groeipad kan voor elke sector anders zijn,
voor de gebouwde omgeving sneller dan voor de industrie vanwege de wereldwijde concurrentiepositie.
Het betekent bijvoorbeeld in 20 jaar tijd al het aardgas in de gebouwde
omgeving (20 miljard m3) vervangen door CO2-vrij gas, CO2-vrije
elektriciteit en CO2-vrije warmte. Dus gemiddeld elk jaar 5% van het
aardgas vervangen. Dat is geen
eenvoudige opgave, maar als we de klimaatverandering serieus willen nemen
onvermijdelijk. De gasprijs stijgt dan ook elk jaar met 5% van het
kostprijsverschil tussen aardgas en groengas. De elektriciteit (voor
warmtepompen) is al voor de huishoudens in 2023 CO2-vrij omdat ze
betalen voor de SDE+
via hun ODE-heffing (opslag duurzame energie). Veel warmtebronnen zijn ook
al CO2-vrij. Over 20 jaar
gebruiken we dan geen 20 miljard m3 aardgas meer om de gebouwen te
verwarmen, maar nog slechts 5 miljard m3 doordat er geïsoleerd wordt
vanwege de prijsprikkel, de helft van de gebouwen een warmteaansluiting heeft
gekregen, een deel elektrische warmtepompen heeft en de rest met zuinige
gastoepassingen zoals een hybride warmtepomp het gebouw verwarmt.
Het is een flinke uitdaging om deze grote hoeveelheid hernieuwbaar gas te
produceren, waarbij we dus buiten onze landsgrenzen moeten gaan kijken. Met
name gas uit zonne-energie heeft grote potentie. Het kan een exportproduct
worden van Zuid-Europa of Noord-Afrika. Dat ‘zonnegas' kan even duur zijn als
het biogas dat nu in Nederland met vergisters en vergassers uit biomassa wordt
gemaakt. We moeten daarom dus stoppen met de fundi-discussie dat groengas alleen
voor hoogwaardige toepassingen (welke? Plastic voor autodashboards?) mag worden
gebruikt. We moeten juist de andere kant op, er moet een serieuze importstroom
van hernieuwbaar gas komen, vooral uit zonne-energie.
Maar het lastigste van deze transitiestrategie is het accepteren dat het gas
veel duurder wordt dan het huidige aardgas. Een prijs van € 1 per m3
is daarvoor een goed richtgetal, daarvoor is op termijn hernieuwbaar gas te
maken voor kleinverbruikers, gebaseerd op een kostprijs van € 15 per gigajoule.
De politiek heeft dit jaar geen durf gehad om de gasprijs te verhogen, nadat
deze vorig jaar met 5 cent omhoog was gegaan; vooral om de daling van de
commodityprijs te compenseren. Dit jaar met verkiezingen in zicht dus geen lef.
Met het argument van energiearmoede van een kleine groep huishoudens hoeft ook
de grote groep kleinverbruikers niets extra te betalen. Dat is slimmer op te
lossen door het bijstandsniveau met eenzelfde bedrag te verhogen als de
energiekosten zouden stijgen voor een gemiddeld huishouden.
De transitie naar een klimaatneutrale energievoorziening vergt dus een
stevigere aanpak dan de trias energetica, en met de afnemende productie in
Groningen ook prachtige kans om geen Russisch aardgas te gaan importeren, maar
Zuid-Europees zonnegas.