Jos Cozijnsen: "Bodemprijs sluit prima aan op veiling-uitgangspunt: steunen en versterken van CO2-prijssignaal"
Voor het halen van overeengekomen CO2-doelen maakt de hoogte van de CO2-prijs niet uit. Die vormt zich door vraag en aanbod. Maar omdat de EU ook nog andere doelen heeft, zoals een snelle transitie van fossiel naar duurzaam in de energiesector en een voorspelbaar klimaatbeleid en CO2-prijsniveau, is er reden een hogere CO2-prijs na te streven. Met de huidige CO2-prijsontwikkeling halen we de CO2-doelen in de EU namelijk ook wel, maar dan wel tegen verwachte piekprijzen voor CO2 in 2030, omdat de schaarste aan uitstootrechten dan groot wordt. Het eenvoudigst kan dit doel - een hogere CO2-prijs - bereikt worden via een bodemprijs voor de veiling van emissierechten. Die geldt dan namelijk met name voor de energiesector; voor de industrie blijft de gratis toewijzing van rechten en de gewone marktprijs van kracht. Blijft het veilingbod onder de bodemprijs, dan blijven de emissierechten in de Marktreserve.
Prikkel
Als we de energiesector eerder willen vergroenen en andere milieuaspecten (luchtkwaliteit) willen aanpakken en ook de CO2-prijs eerder en meer geleidelijk willen laten stijgen, kan, naast de hoeveelheid (maximaal aantal emissierechten) ook de prijs deels geregeld worden. Dat kan dan via een ‘Predetermined Minimum Auction Reserve Price'. Een minimum CO2-prijs voor de veiling, van zeg 20 euro per ton, vanaf 2020, heeft voornamelijk effect op de energiesector, die ook juist pleit voor hogere prijzen. De industrie krijgt haar emissierechten nog steeds grotendeels gratis toegekend, op grond van efficiency-eisen en CO2-benchmarks. Voor de industrie blijft dus de marktprijs gelden. Er is een bijkomend voordeel: met een bodem-veilingprijs is er ook een prikkel voor de industrie, om door extra CO2-maatregelen emissierechten over te houden en lucratief te verkopen net onder de veilingprijs.
Geheim
Er geldt op grond van de Veilingverordening voor de Europese veilingen (van zo'n miljard emissierechten per jaar) een Auction Reserve Price (artikel 7). Dat is een tevoren in het geheim afgesproken mimimumprijs voor een bepaalde veiling. Als het maximale bod voor emissierechten ‘ruim onder' deze reserve prijs ligt, wordt de veiling afgeblazen en worden de rechten niet geveild maar verdeeld over komende veilingen. Zo cancelde beurs EEX de veiling op 18 januari 2013. Die reserve prijs zal vaak dicht bij de voorafgaande marktprijs liggen, maar niemand weet dat precies.
Californië
In het Californische emissiehandelsyststeem heeft men geleerd van de ervaringen in de EU en de lage CO2-prijs en afnemen van een prijssignaal en hanteert men een bodemprijs voor veilingen. De Annual Auction Reserve Price is voor 2016 12,75 dollar. Wordt dat bedrag niet geboden, dan schuiven de emissierechten door naar een volgende veiling.
“"Nederland moet met andere EU-lidstaten in Brussel aandringen op bodem-veilingprijs"”
Roep
Er gaan steeds meer stemmen op om dat ook in de EU te doen. De Fransen en De Nederlandse Bank roepen om een minimum prijs, zonder nog aan te geven hoe dat te doen. Het Buro voor de Leefomgeving noemt een voorspelbaar CO2-prijspad door middel van een minimum veilingprijs belangrijk voor de ontwikkeling van 'low-carbon technologies'. Denktank The Shift Project bepleit een minimum veilingprijs van 20 euro. Het Duitse Agora Energiewende adviseert een minimum veilingprijs van 30 euro, jaarlijks verhoogd met 1 euro. Een bodemprijs zou ook prima aansluiten op het uitgangspunt van veilingen:"het steunen en versterken van een CO2-prijssignaal", zoals dat ook in de Veilingverordening staat.
Voordeel
Voordeel is verder dat een minimum prijs alleen een aanpassing aan de Veilingverordening betreft. Die kan de Europese Commissie in overleg met de lidstaten voorstellen. Een amendement van de Emissiehandelsrichtlijn is niet nodig; het hoeft niet naar het Europees Parlement voor goedkeuring. Het scheelt, met een jaarlijkse bodemprijs, het bij elke veiling moeten vaststellen van een Auction Reserve Price . Over de hoogte kan een afspraak gemaakt worden, net zoals dat voor de carbon leakage wordt gedaan; daarbij wordt een CO2-prijs van 30 euro gehanteerd.
Geen belasting
De Europese Commissie is terughoudend over prijsmechanismes en zou tegen een minimum veilingprijs zijn, omdat dat een belasting zou zijn en dan consensus in de Europese ministerraad is vereist. In de literatuur wordt dat terecht bestreden. Het is geen belasting, omdat de kopers er emissierechten voor overgedragen krijgen en de opbrengst niet direct naar de nationale fiscus gaat. De opbrengsten worden door de veilingmeester geïnd en over lidstaten verdeeld volgens een zeer specifieke verdelingsafspraak. En omdat het geen belasting is, is voor dergelijke maatregel geen consensus in de EU nodig. Nederland zou, samen met andere Lidstaten, er bij de Europese Commissie op moeten aandringen een bodemprijs voor veiingen voor te stellen.
Jos Cozijnsen is zelfstandig adviseur emissierechten. Meer informatie over hem vindt u op www.emissierechten.nl. Op Twitter is hij actief onder @timbales