Zoeken

Chinees kan nog niet zo milieubewust denken

Professor Lin Boqiang, China Center for Energy Economics Research: "China moet verduurzamen, maar kosten zijn hoog"

De nieuwe partijleiding van China, die in maart officieel aan de slag gaat, heeft in zijn beleid opgenomen dat het land zijn toekomst meer op duurzame energie bouwt. Als grootste mondiale verbruiker is dat ook voor de rest van de wereld van het grootste belang. Maar een echte omslag zal er niet snel komen, voorspelt professor Lin Boqiang van het China Center for Energy Economics Research (CCEER).

"Ook in China beseft iedereen dat fossiele brandstoffen eindig zijn en dat duurzame energie cruciaal is", stelt professor Lin, een belangrijke expert in het land, en via het CCEER verbonden aan de universiteit van de zuidoostelijke stad Xiamen. "Schaarste en milieu bepalen de keus voor de toekomst. We gaan toe naar een nieuwe industriële revolutie, waarin uiteindelijk alleen plaats is voor schonere energie."

Maar zo ver, voegt hij eraan toe, is het nog lang niet. China - de grootste steenkoolproducent ter wereld - mijnt jaarlijks nog steeds ruim 3 miljard ton, bijna de helft van het mondiale aandeel. "Dat kan ook nog niet anders, want de vele energiecentrales hebben steenkool nodig om dit economisch voortdenderende land draaiende te houden."

In de communistische volksrepubliek wordt er desondanks hard gewerkt aan nieuwe energiebronnen. De ontwikkeling en bouw van windturbines en zonnepanelen heeft de laatste jaren een vlucht genomen, en de nieuwe partijtop onder leiding van president Xi Jinping wil op die voet doorgaan.

Alleen, tussen ‘willen' en ‘kunnen' zit nog wel een groot verschil, zegt Lin. Zo kunnen veel nieuwe energiebronnen simpelweg nog niet worden gebruikt. "Er is sprake van overcapaciteit. Een groot deel van de windturbines kan bijvoorbeeld niet worden gebruikt omdat aansluiten op het nationale elektriciteitsnet nog niet mogelijk is. Dat betekent verlies en verspilling."

Het gevolg is dat het aandeel schonere energie in China nog altijd laag is. "Het gaat momenteel om minder dan 2 procent van het totaal. Dat zal ook niet snel veel hoger worden. In enkele jaren zou het percentage naar 4 kunnen gaan. Dat lijkt nog niet veel, maar bedenk dat we het dan wel over een verdubbeling hebben. Het heeft tijd nodig en het gaat natuurlijk ook om geld, en om de bereidheid om over te stappen."

Niet alleen van de Chinese overheid, stelt Lin. "De mentaliteit van alle Chinezen moet veranderen. Dat zal ook echt moeten, want we hebben geen keus. Alleen is dat moeilijk, omdat de mensen veel minder verdienen. Een Chinees kan nog niet net zo milieubewust denken als iemand uit Europa. Het jaarsalaris ligt hier gemiddeld op een paar duizend euro. Inwoners van westerse landen zijn dan ook meer bereid om te betalen voor duurdere energie, wat het voor de overheid ook weer makkelijker maakt."

Volg Energiepodium op Twitter: @energiepodium