Zoeken

Rob de Wijk: "Boek ‘Tussen hoogmoed en hysterie' toont hoezeer schaliediscussie ideologische trekken kreeg"

Ik heb mij op deze plek meerdere malen uitgelaten over de impact die de schalierevolutie heeft. Die impact is er onmiskenbaar. De Verenigde Staten worden in hoog tempo minder importafhankelijk voor hun energiebehoeften en dat geeft hen veel meer armslag in het buitenlands beleid. Voor een supermacht is dat belangrijk, temeer omdat dit het Amerikaanse machtsverval enigszins compenseert. Als de Amerikanen LNG naar bijvoorbeeld Europa kunnen exporteren, kan Europa minder gas uit Rusland importeren zodat president Poetin verder onder druk kan worden gezet. Los daarvan verbetert het de onderhandelingspositie van individuele EU lidstaten ten opzichte van Rusland. Zo werkt dat in de internationale politiek.

Door de afnemende mondiale vraag en de overvloed aan olie en gas op de wereldmarkt zijn de prijzen laag. De schalierevolutie zorgde daarmee voor een prijsverlaging die een positieve invloed heeft op de economie van bijvoorbeeld ons land. De commentaren die ik vanuit de tegenstanders van schaliegas en -olie kreeg waren niet mals. Met ‘feiten' werd ‘aangetoond' dat die revolutie helemaal geen revolutie was en dat winning in de VS alleen maar nadelig voor het milieu is en de winning nooit rendabel kon gebeuren.

Inmiddels lijken de prijzen zich op een laag niveau te stabiliseren en is de VS een swing producer geworden, waarbij de kleine omvang van de schalievelden een voordeel blijkt te zijn: gaan de prijzen omhoog dan kunnen putten worden geslagen; gaan ze naar beneden dan worden bestaande velden ontgonnen totdat ze zijn uitgeput. Bij de duizenden boringen heeft zich overigens nooit een noemenswaardig probleem voorgedaan met het grondwater.

In de commentaren werden direct connecties gelegd met de schaliediscussie in Nederland. Mijn opvatting daarover was altijd helder. Als je schaliegas veilig en rendabel kunt winnen, dan moet je het doen. Zo niet, dan laat je het lekker in de grond zitten. Want een echte revolutie lijkt de schaliegaswinning in ons land niet te zijn.
““Zelfs de hele ingenieurskennis wordt afgeserveerd””
Hoezeer de hele discussie over schaliegas en -olie ideologische trekken kreeg die uiteindelijk verblindde voor de feiten, blijkt uit het boek Tussen hoogmoed en hysterie van ingenieur en publicist Remco de Boer. Hij constateerde dat de overheid in haar zoektocht naar draagvlak onder de bevolking geconfronteerd werd met activisten die op grond van een overdreven voorstelling van zaken of ronduit onjuiste gegevens verzet tegen proefboringen organiseerden. Politici wilden kiezers te vriend houden en gingen in het verzet mee, terwijl de media verzuimen om de feiten te checken. Het gevolg was dat het Britse bedrijf Cuadrilla geen vergunning tot boren kreeg.

De auteur die geen enkele relatie met de olie- en gasindustrie heeft, werd in Tweets door Geert Ritsema van Milieudefensie als ‘gaslobbyist' weggezet. De conclusie van De Boer is dat feiten er niet meer toe doen en dat zelfs de hele ingenieurskennis wordt afgeserveerd. Als voorbeeld geeft De Boer het ‘fracken' aan; het diep onder de grond kraken van gesteente waarbij water of chemicaliën worden gebruikt om gas in de steenlagen te winnen. Deze techniek was de belangrijkste aanleiding voor actievoerders om tegen de winning van schaliegas te zijn. Er werd gevreesd voor aardbevingen en bodemwatervervuiling. Wat de meeste actievoerders niet wisten is dat deze techniek al zestig jaar wordt toegepast bij de winning van gas uit kleine velden.

De feitenvrijheid van de huidige discussies is inderdaad een probleem. Als we feiten niet meer een plek in het debat kunnen geven dan zal dat uiteindelijk leiden tot een stagnerende maatschappij en economie. Overigens ben ik er van overtuigd dat sommige reacties op dit stuk voorspelbaar zijn: De Boer is een querulant, De Wijk ziet het verkeerd, en de ‘feiten' leiden toch echt tot andere conclusies.