Zoeken

Energietransitie eist eerste slachtoffer

Rick Bosman, onderzoeker DRIFT, Erasmus Universiteit Rotterdam

De energietransitie wordt een slagveld, betoogde ik in mijn eerste column voor Energiepodium. Sneller dan verwacht vergt die strijd haar eerste slachtoffer: de kolencentrales, inclusief de fonkelnieuwe die dit jaar opengingen. Gisteren werd in de Tweede Kamer een motie aangenomen die de regering verzoekt om alle kolencentrales uit te faseren. Aanleiding was een open brief waarin 64 hoogleraren op initiatief van transitieprofessor Jan Rotmans eerder deze week opriepen tot een kolenexit. Hiermee bevestigt Rotmans terloops zijn eigen theorie dat in de chaotische kantelfase van een transitie relatief kleine, maar gerichte en goed getimede acties, groot effect kunnen sorteren.

Hoe en wanneer de kolencentrales gesloten worden laat de motie aan de regering over, waardoor Den Haag hier nog alle kanten mee op kan. Het feit dat er echter een Kamermeerderheid bestaat voor een kolenexit is met recht een overwinning te noemen voor de energietransitie. Waar tot voor kort overheidsingrijpen in de energiemarkt nog als een doodzonde gold, blijkt er nu een meerderheid te porren voor dit vrij forse marktingrijpen. Ook de oorsprong van de motie is opmerkelijk. Waar prominent D66'er Laurens-Jan Brinkhorst aan de wieg van de nieuwe kolencentrales stond als Minister van Economische Zaken, zorgt een motie van zijn eigen partij nu voor vroegtijdige sluiting van diezelfde centrales.
““Volgen we deze koolstoflogica, dan kunnen we verwachten dat olie het volgende slachtoffer wordt en gas zich het langst staande houdt””
Nog een opvallend detail is de timing van de kolenexitmotie: een krappe week voor de start van de belangrijke klimaattop in Parijs. Op die klimaattop stippelen wereldleiders hun strategie uit om klimaatverandering een halt toe te roepen. Met haar aanval op kolen vlak voor de top doet Nederland een duit in het internationale klimaatzakje en treden we in de voetsporen van Groot-Brittannië en Oostenrijk die eerder deze week aankondigden in 2025 te stoppen met kolen. Ook bij de oosterburen - waarvan door sommigen gevreesd wordt dat Duitse (bruin)kolencentrales het gat van de Nederlandse centrales gaan vullen - groeit de onvrede over het nog altijd grote kolengebruik en worden stappen ondernomen om dat af te bouwen. Zo is er afgelopen zomer een overeenkomst gesloten om 2,7 GW aan Duitse bruinkoolcentrales te sluiten. De Nederlandse kolenexit geeft Berlijn weer meer ammunitie om kritischer op de Duitse kolensector te zijn. Ook als we buiten de EU kijken, zien we vergelijkbare signalen. In de VS worden door strengere milieuwetgeving en de opkomst van schaliegas veel kolencentrales gesloten. In China is de immense luchtvervuiling het belangrijkste argument om minder kolen te verstoken.

De Nederlandse kolenexit past in een wereld die zich in haar strijd tegen klimaatverandering langzaam maar zeker keert tegen fossiele brandstoffen. Kolencentrales vormen een logisch eerste slachtoffer op het slagveld van de energietransitie, omdat het de meest koolstofintensieve brandstof is die we kennen. Volgen we deze koolstoflogica, dan kunnen we verwachten dat olie het volgende slachtoffer wordt en gas zich het langst staande houdt. De grote vraag is wanneer de energietransitie haar volgende slachtoffer maakt. Het onstuitbare tempo waarmee ontwikkelingen elkaar de laatste maanden opvolgen - gaspaniek door aardbevingen in Groningen, de opkomst van de divestment-movement, de klimaatzaak van Urgenda, en gisteren dus de kolenexit - stemt hoopvol. Althans, voor de energietransitie, als fossiele industrie zou ik zenuwachtig worden.