Zoeken

Energietransitie in Zeeland: ‘Parijs op z’n Zeeuws’

In de aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen op 15 maart 2023, zet EnergiePodium tijdens een korte serie enkele provincies in de schijnwerpers. Centraal staat de energietransitie. Wat gaat goed, wat kan beter? Energiegedeputeerde Jo-Annes de Bat roemt het Zeeuws Energie Akkoord (ZEA) en pleit ervoor om de focus te verschuiven van het maken van nieuwe plannen naar de uitvoering.

Wat ligt er meer voor de hand dan dit artikel over de energietransitie in Zeeland te beginnen met de Watersnoodramp? Eind januari/begin februari was het zeventig jaar geleden dat het zuidwesten van Nederland werd getroffen door de fatale stormvloed, een trieste mijlpaal waar op veel plaatsen en momenten uitvoerig bij werd stilgestaan. De Watersnoodramp kostte ruim 1.800 mensen het leven en leidde uiteindelijk tot het Deltaplan. Ondanks een sterk verbeterde kustverdediging met hogere dijken en zware stormvloedkeringen, lijken de fameuze Deltawerken die daaruit voortvloeiden bijna zeventig jaar later alweer achterhaald. Door de opwarming van de aarde stijgt immers de zeespiegel, een verontrustende ontwikkeling die het best kan worden afgeremd door fossiele energie te vervangen door duurzame, hernieuwbare energie.

Dat Zeeuwen als geen ander weten dat je het wassende water nooit moet onderschatten zou het grote draagvlak voor de energietransitie kunnen verklaren, maar Jo-Annes de Bat wuift die veronderstelling gedecideerd weg. “Dat is veel te kort door de bocht”, verzekert de 42-jarige zoon van een akkerbouwer/fruitteler/veehouder op Zuid-Beveland. “Dat Zeeland in maart 2020 als eerste RES-regio in Nederland de Regionale Energiestrategie (RES) 1.0 gereed had, was vooral te danken aan het Zeeuws Energie Akkoord (ZEA). Op initiatief van Stedin, Impuls Zeeland, de provincie Zeeland, de Vereniging van Zeeuwse Gemeenten en Waterschap Scheldestromen, werd met het ZEA al in 2018 een goede basis gelegd voor een intensieve en effectieve samenwerking. En daarmee voor de energietransitie. Anno 2023 zijn er meer dan honderd Zeeuwse partijen bij het platform aangesloten, waaronder maatschappelijke organisaties, bedrijven en burgers. ‘Parijs op z’n Zeeuws’ noemen we het.”

“Met het Zeeuws Energie Akkoord werd al in 2018 goede basis gelegd voor intensieve en effectieve samenwerking”

De Bat omschrijft zichzelf als ‘een echte Zeeuw’. Hij was van 2010 tot 2015 CDA-wethouder in Goes, is sinds 2015 als gedeputeerde een vaste waarde in het provinciebestuur en staat bekend om zijn vermogen om partijen bij elkaar te brengen én te houden. Dat geldt ook voor het ZEA: dankzij dat samenwerkingsplatform verliep de totstandkoming van de RES 1.0 volgens de gedeputeerde relatief soepel, ook al omdat in de provinciale Omgevingsverordening al duidelijke ruimtelijke keuzes waren gemaakt. “Mensen wisten daardoor waar ze aan toe waren, bijvoorbeeld op het gebied van windenergie. Binnen de aangewezen concentratielocaties is tot 2030 ruimte genoeg voor nog eens 700 MW aan windenergie. Bij zonne-energie ligt de focus op kleinschalige en grootschalige projecten op daken. Met zonneparken op agrarische grond zijn we als provincie terughoudend, omdat we heel zuinig zijn op het Zeeuwse landschap en de agrarische sector. Er is wel ruimte voor zonneparken, maar op locaties die zich bijvoorbeeld op een bedrijventerrein of bij een knooppunt in het elektriciteitsnetwerk bevinden. Dat laatste is ook een voorwaarde om nog meer knelpunten in het midden- en laagspanningsnet te voorkomen.”

De Zeeuwse drang om het samen op te lossen ziet De Bat ook heel duidelijk terug in Smart Delta Resources (SDR), een uniek samenwerkingsverband van grote energie- en grondstofintensieve bedrijven in de Schelde-Deltaregio. “Als provincie ondersteunen we dergelijke grensoverschrijdende initiatieven waar mogelijk, omdat ze naadloos aansluiten bij onze eigen ambities en uitgaan van de intrinsieke wens om in 2050 een klimaatneutrale, circulaire en concurrerende industrie te zijn.” ‘Grenzen van sectoren, processen en technologieën overschrijdend’, heeft SDR volgens De Bat de afgelopen jaren al veel vooruitgang geboekt op de vijf routes waarvoor is gekozen: overstappen op CO2-vrije waterstof, groene energie inzetten voor industriële processen, CO2 afvangen, opslaan en hergebruiken, restwarmte hergebruiken en circulaire oplossingen. “In Zeeland is SDR echt een van de motoren van de energietransitie. Om die vergelijking door te trekken: In nauwe samenwerking met het Rijk en de netbeheerders moeten we echt alles uit de kast halen om te voorkomen dat de netcongestie voor zand in de motor zorgt. Daarbij moeten we realistisch te werk gaan. Want verzwaring en uitbreiding van het bestaande elektriciteitsnet is een zaak van lange adem, blijkt ook uit het Landelijk Actieplan Netcongestie. Dus voor de korte termijn moeten we ook nadenken over slimme en creatieve oplossingen. Daarbij is meer mogelijk dan we wel eens denken: een challenge die de Zeeuwse ondernemershub Dockwize onlangs samen met netbeheerder Stedin hield, leverde meer dan tachtig ideeën op, waaronder een aantal dat heel veelbelovend is en echt gaat helpen.”

“In de RES 2.0 zal de focus meer liggen op energiebesparing, isolatie en de overgang van aardgas naar andere warmtesystemen”

Volgens De Bat begint de tijd daarbij wel te dringen: uit een systeemstudie die het ZEA samen met TenneT en Gasunie heeft uitgevoerd, blijkt dat er flinke investeringen in het elektriciteitsnetwerk nodig zijn om het RES 1.0-bod mogelijk te maken dat Zeeland in het kader van het Klimaatakkoord voor 2030 heeft gedaan: de opwek van 3 TWh aan hernieuwbare energie, wat gelijk staat aan een besparing op de uitstoot van CO2 met minimaal 1.029 Kton. “Met de Regionale Structuur Warmte (RSW) en de gemeentelijke Transitievisies Warmte sorteren we daarnaast voor op de RES 2.0, waarin de focus meer zal liggen op energiebesparing, isolatie en de overgang van aardgas naar andere warmtesystemen. Het eerste concrete plan is er: een warmteleiding van Dow Chemical in Terneuzen naar het dorp Hoek. Bij dat pilotproject hopen we veel kennis en ervaring op te doen voor toekomstige warmtenetten. Als onderdeel van de toekomstige waterstofeconomie, zullen die ook worden gevoed door de warmte die vrijkomt bij de productie van waterstof. Dat gebeurt trouwens al op tamelijk grote schaal in Zeeland, in de industrieclusters bij onder andere Terneuzen, Vlissingen en Sas van Gent. Nu is dat nog vooral grijze waterstof, in de toekomst wordt het louter groene waterstof, waarbij de benodigde energie wordt opgewekt door zonnepanelen en windmolens op land en op zee.”

“Kernenergie heeft de potentie om belangrijk onderdeel te worden van de waterstofeconomie in Zeeland”

Een waterrijke provincie als Zeeland lijkt bij uitstek geschikt om ook energie uit het water zelf te halen, maar volgens De Bat moeten de mogelijkheden daarvan vooralsnog niet worden overschat. “Projecten op het gebied van getijden- of stromingsenergie, zoet-zoutenergie en thermische energie bevinden zich zonder uitzondering nog in de ontwikkelingsfase. Als provincie blijven we initiatieven en pilots op dit gebied ondersteunen, al was het maar omdat ze veel waardevolle kennis en ervaring opleveren.”

Als voorbeeld noemt hij Water2Energy, dat de afgelopen jaren circa 50 KWh per week wist op te wekken met behulp van een verticale getijdenturbine bij het sluizencomplex van Vlissingen. Dat rendement staat in geen verhouding tot dat van Kerncentrale Borssele, de enige werkende kerncentrale in Nederland die de Zeeuwse energiehuishouding alleen daarom al uniek maakt. Met een vermogen van 485 MW, is de EPZ-centrale goed voor een jaarlijkse elektriciteitsproductie van 3,6 TWh, ongeveer drie procent van het landelijke elektriciteitsverbruik. “Kernenergie is duurzaam”, stelt De Bat. “Kerncentrale Borssele levert al sinds 1973 op een veilige, efficiënte én duurzame manier een grote bijdrage aan de elektriciteitsbehoefte in de provincie. Het draagvlak om de kerncentrale ook na 2033 open te houden is relatief groot, zowel binnen Provinciale Staten als onder de Zeeuwse bevolking. Juist omdat er net als bij zon en wind geen CO2 vrijkomt bij de elektriciteitsproductie, heeft kernenergie de potentie om een belangrijk onderdeel te worden van de waterstofeconomie in Zeeland.”

Desondanks plaatst De Bat kanttekeningen bij de plannen van het Rijk voor twee nieuwe kerncentrales in Borssele. “Vanwege de kennis van kernenergie die daar al aanwezig is, is het aan de ene kant een logische locatie voor nieuwe kerncentrales. Aan de andere kant stellen we als provincie wel voorwaarden, bijvoorbeeld aan het participatieproces. Bovendien willen we niet dat er nog meer hoogspanningskabels dwars door Zeeland worden getrokken en moeten ook de dorpen in de directe omgeving van de aanwezigheid van de kerncentrale(s) profiteren, bijvoorbeeld in de vorm van een warmtenet.”

Gevraagd naar de duurzaamheid van zijn eigen doen en laten, vertelt De Bat dat zijn woning zo goed als energieneutraal is. “We maken gebruik van bodemwarmte en de warmtepomp wordt van stroom voorzien door vijftien zonnepanelen op het dak. Het is prima om als gedeputeerde het goede voorbeeld te geven, maar voor mij is het niet iets om mee te pronken. Niet iedereen is in staat om die investeringen te doen. Dat bleek eens te meer tijdens de twee energie-ontbijten, die we eind vorig jaar hebben georganiseerd in het kader van onze aanpak van energie-armoede, onder zowel inwoners als ondernemers.”

“‘De kern van mijn verhaal is: laten we stoppen met het maken van plannen en met z’n allen aan de slag gaan’”

Terug naar het begin van dit artikel: de link met de Watersnoodramp was dus niet zo’n goed idee, maar hoe zou De Bat zijn begonnen? “Op het strand van Kaloot”, lacht hij. “Dat is een strandje langs de Westerschelde waar, als het om de energietransitie gaat, heel veel samenkomt. Als je er staat, zie je Kerncentrale Borssele, een groot zonnepark en heel veel windmolens, want het is een concentratiegebied. Als het goed is gaat er de komende jaren ook nog heel veel gebeuren. Wat mij betreft is dat de kern van mijn verhaal: laten we stoppen met het maken van plannen en met z’n allen aan de slag gaan. Dus: geen RES 3.0 en geen nieuwe ambities, want die zijn er al genoeg, maar samen de mouwen opstropen en samen kijken hoe we écht meters kunnen maken richting een CO2-neutrale toekomst.”


Tekst: Cees de Geus

Fotografie: provincie Zeeland (foto gedeputeerde) en EPZ (foto strand van Kaloot en kerncentrale EPZ).