Zoeken

Fukushima speelt kleine kerncentrale in de kijker

Reactorfysicus Jan Leen Kloosterman: "Ook in Nederland toekomst voor kleine centrales"

De nucleaire ramp in Fukushima heeft "de belangstelling voor kleine kerncentrales aangewakkerd", zegt reactorfysicus Jan Leen Kloosterman: "Ze zijn veiliger en sneller te bouwen."

De Amerikaanse regering reserveerde onlangs een half miljard dollar voor het ontwerp en de bouw van één à twee types kleine kerncentrales. Amerika is beslist niet als enige actief op dat gebied. "Ook Korea, Rusland en Frankrijk zijn er mee bezig. Argentinië werkt aan een eigen ontwerp. En dat ziet er goed uit", stelt Kloosterman, die aan het Reactor Instituut van de Technische Universiteit (TU) Delft is verbonden.

Eénderde van Borssele

De aandacht richt zich daarbij volgens hem vooral op drukwaterreactoren. Dat is hetzelfde type centrale als in Borssele, waarbij water dat onder hoge druk staat de hitte van de reactorkern wegvoert naar een stoomgenerator. Kleine drukwatercentrales zijn ongeveer éénderde van Borssele.

Nieuw is het onderzoek naar kleine centrales niet. "Maar ik heb het gevoel dat het nu echt van de grond gaat komen", zegt Kloosterman. Duitsland, Italië en België mogen als reactie op het ongeluk stoppen met kernenergie, andere landen blijven die zien als een antwoord op de energie- en klimaatproblemen van de wereld. Daar heeft de ramp "de belangstelling voor kleine kerncentrales juist aangewakkerd", vertelt Kloosterman.

Sneller afvoeren

De reden is dat kleine reactoren veiliger heten te zijn dan grote. Omdat die zo klein is, kan het koelwater de nawarmte van de reactorkern door natuurlijke circulatie sneller afvoeren. Hij is minder afhankelijk van elektrisch aangedreven pompen.

"Bovendien zijn kleine centrales bedrijfseconomisch interessanter, omdat ze gemakkelijker en sneller te bouwen zijn. Een grote centrale vergt momenteel een investering van zo'n vijf miljard euro. Nog weinig energiebedrijven kunnen dat in één keer opbrengen. Maar met kleine kerncentrales kun je stapsgewijs investeren en bouwen. Eerst zet je één kleine centrale neer. Later kun je er enkele bijbouwen. Dat maakt kernenergie voor meer producenten interessant."

Fabrieksmatige bouw

Zeker als de vraag naar zulke kleine centrales een flinke vlucht zou nemen, zijn de mogelijkheden groot. "Dan kan je zulke reactoren fabrieksmatig gaan bouwen en ze compleet van de productieplek transporteren naar de vestigingsplaats. Dat kan flink in de bouwtijd en de kosten schelen." De Amerikaanse regering droomt al hardop van zo'n toekomst. Zij wil over tien jaar met commerciële bouw van kleine centrales beginnen en die op termijn exporteren. Voorwaarde voor commerciële bouw is wel dat het type centrale vooraf goedgekeurd is. "Zoals nu vooraf bij nieuwe automodellen gebeurt", stelt Kloosterman.

Het gevaar dat door export van kleine centrales meer landen kernwapens maken, is volgens Kloosterman niet groot. "Hun proliferatie gevoeligheid valt wel mee. De nucleaire wapenrace heeft weinig met dat type centrale temaken. Landen zoals Iran proberen dat via de route van verrijking van uranium."

Wat betreft het afval bieden kleine centrales geen voordeel, weet Kloosterman. "Op dat gebied valt er met kleine of mediumgrote centrales weinig te winnen. Net zoals Borssele zal een kleine centrales kernafval opleveren." De beveiliging van de kleine centrales tegen terreuraanslagen is nog onduidelijk. "Als je die een betonnen omhulling moet geven, zodat ze bestand zijn tegen vliegtuiginslagen, zijn ze misschien niet meer economisch rendabel."

Microcentrales in Nederland

In Nederland ziet Kloosterman ook een toekomst voor hele kleine kerncentrales, die hooguit tien megawatt produceren. "Een groot industriegebied kan daarmee de eigen elektriciteit opwekken. De stroom kan op zich wat duurder zijn dan van kolencentrales, maar voor die industrie hoeft dat geen punt te zijn, omdat zij meteen bespaart op transportkosten en belastingen."


Zulke microcentrales bestaan nog niet. In Delft is daar al wel onderzoek naar gedaan. "We willen daarmee verder gaan. Als we daar financiering voor krijgen."

Volg ons op Twitter: @energiepodium