Dick Meurs, Managing Director GATE: "Ongeveer twee jaar nodig voor bunkering en bevoorrading LNG-schepen"
Het neerleggen van een LNG-infrastructuur
voor binnenvaartschepen en zwaar wegtransport begint in Nederland gestalte te
krijgen. Na de aankondiging
van GDF Suez zo'n infrastructuur uit te rollen heeft ook
Gate, de LNG-terminal in de Rotterdamse haven, besloten om een terminal voor
kleinschalige distributie neer te zetten. Vanaf 2016 is deze infrastructuur
operationeel.
Naar verwachting zal de wereldmarkt voor LNG (Liquefied Natural Gas: vloeibaar
gemaakt aardgas) in 2020 verdubbelen, enerzijds doordat steeds meer landen
installaties voor LNG-productie zullen plaatsen, anderzijds door uitbreiding
van de aanlandingspunten in terminals zoals Gate. De laatste jaren ging LNG op
de spotmarkt grotendeels naar Azië, vooral naar Japan. Dat heeft immers al een LNG-infrastructuur
en kan betere prijzen bieden.
"Op dit moment zijn de spotmarktprijzen voor LNG op een vergelijkbaar of lager niveau dan voor de kernramp bij Fukushima. Nadat Japan haar kerncentrales had stilgelegd nam de vraag naar LNG in dat land toe, waardoor de wereldprijzen stegen", zegt Dick Meurs, Managing Director van Gate. "Als gevolg van toegenomen productie van LNG wereldwijd ontstaat nu weer een betere balans, dus ook meer stabiliteit en liquiditeit in de markt."
Groot draagvlak
Dat is goed nieuws voor zwaar vervoer en de scheepvaart, die vanaf 2015 met strengere emissies vanuit de EU worden geconfronteerd. LNG zorgt niet alleen voor lagere uitstoot maar is wegens de lagere prijs commercieel een aantrekkelijk alternatief voor andere fossiele brandstoffen met lage uitstoot. Ook het Rijk zet hierop in: volgens het zojuist verschenen rapport ‘Duurzame brandstofvisie met LEF' - een uitwerking van het vorig jaar gesloten Energieakkoord - moeten er in 2015 50 binnenvaartschepen, 50 zeeschepen en 500 trucks op LNG zijn omgeschakeld.
““We hopen dat meer spelers hun transport ombouwen en langs de rivieren bunker- en voorraadstations neerzetten””
Die ambitie blijft echter achter bij de marktontwikkelingen. Er vaart nu nauwelijks een half dozijn van zulke schepen. Het is het bekende kip-ei probleem: marktpartijen aarzelen op LNG te rijden of te varen omdat de nodige infrastructuur ontbreekt, terwijl investeringen in infrastructuur uitblijven door te weinig vraag. Gasunie en Vopak, de partijen achter Gate, hebben daarom een eerste stap gezet om de keten op gang te krijgen. Shell wordt ‘launching customer'.
"We hopen dat er meer spelers komen die hun transport ombouwen en langs de rivieren bunker- en voorraadstations neerzetten", zegt Meurs. "We zitten op de goede weg. Alle partijen - van havens tot ministeries en de EU commissie - ondersteunen de aanpak. Wel zal de wet- en regelgeving moeten worden ingebed in een uniform EU-beleid. Naast het Nederlandse LNG-platform is er ook een Duitse dat voor kennisuitwisseling zorgt. Nu komt het erop aan om snelheid met de uitrol te maken."