Sible Schöne, HIER Klimaatbureau: "Maak ze een soort
Rijkswaterstaat"
Binnen het kader van de wet STROOM agenda geeft het ministerie van Economische Zaken er de voorkeur aan om de taken van de netwerkbedrijven zo veel mogelijk in te perken. Maar op het ministerie gebeurt meer. Er komt ook een Energierapport. Dit bouwt voort op de aanbevelingen van het Advies van de Raad voor de Leefomgeving. Deze aanbevelingen zijn helder voor de gebouwde omgeving: stoppen met aardgas voor de verwarming van woningen en kantoren, meer decentrale duurzame energieopwekking en bouwen aan een infrastructuur voor elektrisch vervoer. En dat liefst in twintig jaar.
Als we deze aanbevelingen tot ons door laten dringen zijn twee dingen snel duidelijk.
Het eerste punt is dat de veranderingen die nodig zijn voor pakweg de helft moeten plaatsvinden achter de meter en voor de andere helft in de infrastructuur. Achter de meter gaat het om energiebesparing tot label A, lage temperatuurverwarming, warmtepompen en zonnepanelen; bij de infrastructuur gaat het om warmtenetten, versterking van de elektriciteitsnetten voor pieken in de levering van zonnestroom in de zomer en de vraag van warmtepompen in de winter, slimmere netten en de afbouw van de gasnetten, behalve in de gebieden waar groen gas een rol gaat spelen.
““We zien nu nul op de meter projecten op locaties waar het netwerkbedrijf net het gasnet heeft vernieuwd””
Het tweede punt is dat de veranderingen voor en achter de
meter in samenhang moeten worden genomen. We zien nu voorbeelden waar nul op de
meter projecten worden gestart op locaties waar het netwerkbedrijf net het
gasnet heeft vernieuwd. Het lijkt me dat het zo niet gaat werken. De
maatregelen voor en achter de meter moeten in hoge mate samen op gaan en onderdeel
worden van een proces, dat zowel maatschappelijk wordt gedragen als behoorlijk
planmatig is.
Hoe gaat deze immense operatie wel worden georganiseerd? Wat wordt de
rol van gemeenten, van netwerkbedrijven, van het bedrijfsleven en van
georganiseerde burgers bij de realisatie van deze doelen. Het is van groot
belang hier de komende jaren een helder beeld van te krijgen en het politieke
mandaat van de netwerkbedrijven hierop te baseren.
Mijn beeld is dat gemeenten essentieel
zijn voor gedragen lokale politieke besluitvorming. Lokale energie-initiatieven
kunnen daar ook een waardevolle rol in spelen. Maar wat gebeurt er dan? Hoe
moeten we het ons voorstellen als pakweg de gemeente Bunnik besluit over 15
jaar te stoppen met aardgas (gesteld al dat dat kan). Wat kunnen we verwachten
van gemeenten? Het lijkt mij dat deze vooral geschikt zijn voor de uitvoering
van regelingen voor bijvoorbeeld subsidies om over te stappen op warmtepompen
en lage temperatuurverwarming. Wat de rol van lokale energie initiatieven
betreft, lijkt het me van groot belang dat er naast de bestaande burgerinitiatieven
voor zon en wind, buurtgerichte burgerinitiatieven moeten komen om de belangen
van eigenaar-bewoners en huurders in een bepaalde wijk goed naar voren te
kunnen brengen. Een eerste voorbeeld hiervan zien we in Amsterdam. Omwonenden
van de Jaap Edenbaan hebben een coöperatieve vereniging opgericht om samen met
Alliander en de Jaap Edenbaan te bekijken hoe de restwarmte van deze ijsbaan
kan worden benut voor de verwarming van woningen in de buurt.
Dit voorbeeld laat ook zien dat het voor de hand ligt dat de netwerkbedrijven
bij de uitvoering van deze transitie een sleutelrol moeten krijgen. Dat is
zeker logisch wanneer het gaat om warmtenetten, maar ook als het gaat om de
noodzakelijke verzwaring van het elektriciteitsnet. Omdat er een samenhangende
aanpak nodig is van maatregelen voor en achter de meter, lijkt het me niet meer
dan logisch dat deze nutsbedrijven ook een rol krijgen bij de bevordering van energiebesparing en lage
temperatuurverwarming.
Ik denk dat de netwerkbedrijven de regie moeten krijgen bij de uitvoering en de
Rijkswaterstaat moeten worden van de klimaatneutrale gebouwde omgeving.
Sible Schöne is Programma Directeur van HIER
klimaatbureau en Voorzitter Centraal College van Deskundigen SKAO