Zoeken

Gok niet op groen gas, maar neem regie in warmtetransitie

Auteur

Wilma Berends

We zwaaien aardgas uit, maar rekenen ons onterecht rijk met alternatieve ‘nieuwe’ gassen, waarschuwt Wilma Berends. Zij roept minister Wiebes op te treden als een ‘gasregisseur’ en wijst er op dat we er niet op kunnen gokken dat nieuw gas dé aardgasvervanger zal worden.

We gaan onze woningen en gebouwen anders verwarmen en wel zonder aardgas. De eerste stappen worden al gezet, er gaan woningen van het gas af. Helaas dreigen promotors van nieuwe gassen de voortgang te belemmeren. Wat dreigt is dat gemeenten gaan afwachten, in de veronderstelling in de toekomst toe te kunnen met groen gas en groene waterstof. De planvorming om wijken van het aardgas te halen, dreigt niet op gang te komen. Daar gaan we spijt van krijgen, want de beschikbaarheid van nieuwe gassen is hoogst onzeker. Een oproep aan minister Wiebes om te zorgen voor helderheid.

In 2030 moeten 1,5 miljoen woningen van het aardgas zijn gehaald, zo staat in het ontwerp Klimaatakkoord. Dat is beter voor het klimaat, voor de Groningers en voor de energierekening en het comfort van de bewoners. Vroeg of laat gaan we hier allemaal wat van merken: in 2050 is geen enkele woning in ons land meer aangesloten op het aardgasnet. Een enorme transitie, die terecht gepaard gaat met discussie en debat over kosten, de financiering, de baten en wat dit betekent voor huishoudens. De vraag naar de haalbaarheid van nieuwe gassen als groen gas en groene waterstof wordt echter niet gesteld, en dat is zorgwekkend.

Een handjevol optimisten meent dat groen gas en groene waterstof ook voor 2030 al een belangrijke brandstof kan zijn voor het verwarmen van woningen. Wat is er makkelijker dan het bestaande gasnet laten liggen en er in plaats van aardgas nieuwe gassen door heen vervoeren? Dus waarom plannen maken voor warmtenetten, elektrische verwarming en het afsluiten van het gasnet? Liever wachten op de belofte van groen gas en waterstof. De vraag is echter, rekenen we ons niet ten onrechte rijk? Hebben we tussen nu en 2030 wel voldoende groen gas en groene waterstof voor het verwarmen van 1,5 miljoen woningen?

“Wie wacht op groen gas, waagt een grote gok.”

Groen gas wordt gemaakt uit slib, afval, en dierlijke mest. De huidige hoeveelheid groen gas (nu ongeveer 135 miljoen m3) is nog niet voldoende voor het verwarmen van 100.000 woningen. Natuurlijk kunnen die woningen door isolatie en hybride warmtepompen gaan besparen op hun gasvraag. En misschien groeit het aanbod van groen gas de komen jaren nog wat. Misschien wel tot een miljard m3. Maar misschien ook niet. Wat als de economie circulair wordt en de hoeveelheid mest en afval kleiner? En er zijn nog meer kapers aan de groene gaskust, denk aan de industrie die het goed kan gebruiken als grondstof of de transportsector die het kan benutten als brandstof. Soms voor toepassingen waar geen alternatieve brandstoffen voor handen zijn. Wie wacht op groen gas, waagt een grote gok.

Iets vergelijkbaars geldt voor groene waterstof. Een enorme potentiële vraag, maar ook een enorme onzekerheid over het aanbod. Duurzame groene waterstof kan alleen gemaakt worden als er voldoende duurzame elektriciteit is. Voorlopig is dat nog niet het geval. Dat kan veranderen door de verduurzaming van de elektriciteitsproductie, maar dat duurt nog ‘even’. In 2030 is het aanbod hernieuwbare elektriciteit volgens het Klimaatakkoord minimaal 84 TWh. Dit is voldoende om 70% van de huidige elektriciteitsvraag te dekken. De verwachting is echter dat de elektriciteitsvraag zal stijgen door onder andere elektrische woningverwarming, meer elektrische auto’s en de elektrificatie van de industrie. Dus wederom: wie wacht op groene waterstof, begeeft zich op onzeker terrein.

“Laat minister Wiebes helderheid scheppen als ‘gasregisseur’”

Dus het lijkt misschien wel aantrekkelijk en makkelijk om te wachten op de belofte van nieuwe gassen. Maar volgens Natuur & Milieu is dit veel te simpel en niet verstandig. Want er zal in 2030 nog niet voldoende duurzaam nieuw gas zijn om die 1,5 miljoen woningen te verwarmen. Geen groen gas en geen groene waterstof. Hoe uit deze impasse te komen? Natuurlijk moeten wethouders hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Maar laten we dit aan de markt over of gaan we dit landelijk regisseren? Wij zien een belangrijke rol en verantwoordelijkheid voor de minister van Economische Zaken en Klimaat. Minister Wiebes kan helderheid scheppen en als een ‘gasregisseur’ de kleine hoeveelheid nieuw gas verdelen. Net zoals hij de markt voor Gronings aardgas stuurde, kan de minister ook de markt voor nieuw gas gaan sturen. Onder andere door aan te geven of bepaalde sectoren prioriteit krijgen. En door aan te geven welke gemeenten of welke soorten wijken tussen nu en 2030 kunnen rekenen op duurzame nieuwe gassen (als die er zijn). Want, wethouders en gasnetbeheerders willen aan de slag, maar dan moeten zij wel weten waar zij aan toe zijn. Doet de overheid dit niet, dan is de kans groot dat iedereen zich rijk rekent, maar de transitie niet op gang komt. Het klimaat hoort niet thuis in het casino.

Wilma Berends

Wilma Berends is Programmaleider Energie in de gebouwde omgeving Natuur & Milieu. Op twitter is zij actief onder @Wilma_Berends