Zoeken

Lessen van de crisis: onvoorstelbaar hoge energieprijzen

Auteur

Martien Visser

De belangrijkste les van de huidige crisis is volgens Martien Visser dat een vrije energiemarkt alleen tot maatschappelijk aanvaardbare resultaten leidt wanneer er ruim voldoende aanbod is, ook bij ernstige tegenslagen. “Hier ligt een essentiële taak voor de overheid. We kunnen immers niet van marktpartijen verwachten dat ze investeren in back-up faciliteiten die zelden of nooit worden gebruikt.”

Energievraag en -aanbod moeten in balans zijn. Op een vrije markt gebeurt dat via prijzen. Bij krapte stijgt de prijs, komt er meer aanbod en daalt de vraag. En andersom. Dat klinkt logisch. Want bij hogere prijzen wordt het aantrekkelijker energie aan te bieden en dus stijgt het aanbod. Totdat alle beschikbare productiefaciliteiten in bedrijf zijn. Investeringen in extra productiecapaciteit moeten volgen. Maar dat duurt even, want die investeringen moeten over een lange periode worden terugverdiend. Hoe zeker is men dat de hoge prijzen een blijvertje zijn? Ook moeten er plannen worden gemaakt, vergunningen verkregen, rechtszaken gevoerd, financiering geregeld, een aannemer gezocht, spullen besteld en dan is er nog de bouw, inclusief netaansluiting. Je bent dan al gauw 5-7 jaar bezig. Ondanks de onvoorstelbaar hoge energieprijzen wordt er geen windturbine extra gebouwd. De 10 GW extra wind op zee was al eerder aangekondigd en is pas in 2031 gereed.

“De prijselasticiteit van de gasvraag is hooguit 1-2%”

Blijft over vraagreductie. Ofwel, de energievraag daalt naarmate de prijs omhoog gaat; de prijselasticiteit van de energievraag. Voor aardgas wordt veelal uitgegaan van een prijselasticiteit van 20%. Een stijging van de gasprijs met 100% leidt dan tot 20% daling van de gasvraag. In de praktijk blijkt daar bar weinig van. De prijzen op de Europese gasmarkt waren in de eerste helft van 2022 vijfmaal hoger dan in de periode 2017-2021, terwijl de gasvraag slechts 6% lager was. In Nederland was de daling van de gasvraag ten opzichte van 2017-2021 met 21% een stuk groter, maar een derde van dat effect was dankzij de autonome toename van zon en wind in recente jaren, en een kwart omdat 2022 toevallig een warme winter was. Wanneer daarvoor wordt gecorrigeerd, dan blijkt de vervijfvoudiging van de gasprijs te leiden tot 9% vraagreductie. De eerste gegevens over juli laten geen ander patroon zien. De prijselasticiteit van de gasvraag is dus hooguit 1-2% en enorm veel lager dan de waarde waarmee gewoonlijk gerekend wordt.

“De prijselasticiteit van de elektriciteitsvraag is dus nagenoeg nul”

Voor elektriciteit geldt dat nog sterker. Zo daalde de EU-elektriciteitsvraag in de eerste helft van 2022 in het geheel niet, bij vijfmaal hogere prijzen. De toename van elektrische auto’s en warmtepompen kunnen dat niet verklaren, want dat scheelt slechts enkele tienden van procenten. Ook in Frankrijk was, ondanks de elektriciteitsprijzen die door de perikelen met hun kerncentrales geheel door het dak gingen, het elektriciteitsverbruik de eerste helft van 2022 gelijk aan het gemiddelde van de jaren 2017-2021. Vraagreductie gebeurt ook niet op iets langere termijn. Niet voor niets ligt de Franse forwardprijs ook in het eerste kwartaal 2023 momenteel op 1000 euro/MWh. In Nederland is dat ‘slechts’ 400 euro/MWh. De prijselasticiteit van de elektriciteitsvraag is dus nagenoeg nul en zeker geen 10%, wat vaak wordt aangenomen.

“De vrijwel afwezigheid van prijselasticiteit heeft grote maatschappelijke consequenties”

De vrijwel afwezigheid van prijselasticiteit heeft grote maatschappelijke consequenties. Het prijsmechanisme van de vrije markt werkt om de productie uit bestaande productiefaciliteiten ‘te sturen’. Maar wanneer het aankomt op vraagrespons, dan blijken absurde prijzen nodig, met dramatische sociale en maatschappelijke consequenties. Prijzen, die leiden tot een maatschappelijk onacceptabele welvaartsoverdracht van consumenten naar producenten. Niet voor niets wil de EU daar nu op ingrijpen. Maar dat lukt slechts ten dele. Vorig jaar becijferde het IEA dat de EU dankzij haar liberalisering zo’n 10 miljard euro per JAAR had bespaard op haar gasimporten. Anno 2022 betaalt de EU per MAAND tussen 20 en 40 miljard euro extra!

De tekst loopt hieronder door.

We hadden het kunnen weten, want anderen gingen ons voor. Een bekend voorbeeld is Californië. Ook in dit geval was het de elektriciteitsmarkt. Schaarste leidde daar in 2000-2001 tot bizarre stroomprijzen. Vraagrespons bleef echter grotendeels uit en rolling black-outs waren nodig om de systeemintegriteit te bewaren. Talloze bedrijven gingen failliet, waaronder de grote energieleveranciers. De maatschappelijke en economische schade was enorm, ook in de jaren daarna. De liberalisering van de Californische energiemarkt werd daarop deels teruggedraaid en de democratische gouverneur Davis moest plaats maken voor de republikein Schwarzenegger, die het puin mocht ruimen.

“Blijf rustig, drink uw koffie, praat over wederzijdse hobby’s en neem afscheid”

Prijselasticiteit vormt een essentieel onderdeel van economische modellen van het energiesysteem. Dankzij een hoge waarde ervan zijn in die modellen slechts kleine prijsveranderingen nodig om een flinke vraagreactie uit te lokken en de balans tussen vraag en aanbod te herstellen. Die modellen worden voor veel doeleinden gebruikt, zoals het ontwerp en de aanpassing van marktregels, analyses van de voorzieningszekerheid en voor het doorrekenen van beleidsopties. Zonder het te beseffen worden we dus behoorlijk gefopt. De hoogste tijd dus dat modelleurs de prijselasticiteit op een waarde van 1% of nihil gaan zetten. Ik besef overigens dat die modellen dan minder fijn werken. Het is niet anders.

Voor beleidsmakers mijn advies om bij presentaties van modelresultaten in het vervolg direct te vragen met welke prijselasticiteit is gerekend. Mocht dat meer dan 1% zijn of volgt een ontwijkend antwoord, blijf dan rustig, drink uw koffie, praat over wederzijdse hobby’s en neem afscheid. Besef dat u die modelresultaten niet kunt vertrouwen en zeker niet mag gebruiken voor toetsing van uw ideeën. Ontwikkel daarnaast als beleidsmaker een natuurlijke allergie voor iedereen die beweert dat de energievraag via prijssignalen op variabel aanbod moet gaan reageren. Dat vereist namelijk, zo hebben we nu geleerd, enorme prijsfluctuaties, met dramatische sociale en maatschappelijke gevolgen. Vraagrespons is prima, maar dan via normering en regelgeving.

“Stem op partijen die deze essentiële overheidstaak wel serieus nemen”

De belangrijkste les van de huidige crisis is wellicht dat een vrije energiemarkt alleen tot maatschappelijk aanvaardbare resultaten leidt wanneer er ruim voldoende aanbod is, ook bij ernstige tegenslagen. Hier ligt een essentiële taak voor de overheid. We kunnen immers niet van marktpartijen verwachten dat ze investeren in back-up faciliteiten die zelden of nooit worden gebruikt. Voor burgers en bedrijven tot slot de boodschap om, mocht de overheid deze taak niet snel en in voldoende mate oppakken, ervan uit te gaan dat de huidige energiecrisis zeker niet de laatste is. Of stem op partijen die deze essentiële overheidstaak wel serieus nemen.

Martien Visser

Martien Visser is lector energietransitie & netintegratie, Hanzehogeschool Groningen en Manager Corporate Strategy bij Gasunie. Hij schrijft zijn column op persoonlijke titel. Zijn mening komt niet noodzakelijkerwijs overeen met die van de Hanzehogeschool of Gasunie. Martien is te volgen via Twitter op @BM_Visser