Zoeken

Mag het licht uit?

Auteur

Hans van Cleef

TenneT waarschuwde voor een dreigend tijdelijk vermogenstekort. Hans van Cleef vraagt zich af of de minister van EZK niet serieuzer moet nadenken over het installeren van een capaciteitsmarkt.

Op 22 januari gaf TenneT een bedrijfstoestand ALERT uit. Er was een vermogenstekort dat TenneT zelf niet kon oplossen. Het schijnt dat een onverwachte daling in beschikbare capaciteit van gascentrales in combinatie met een bijzonder lage opbrengst van duurzame elektriciteit de redenen waren voor een dreigend vermogenstekort. De lage opbrengst van duurzame energiebronnen was te wijten aan het mistige weer (geen opbrengst zonnepanelen) en aan windstilte (geen opbrengst windenergie). Dit is de zogenoemde dunkelflaute, of in het Nederlands: schemerluwte. Dit soort situaties van lage tot geen opbrengst van zonne- en/of windenergie komt gemiddeld tussen één tot twee weken per jaar voor.

“Schemerluwte komt gemiddeld tussen een of twee weken per jaar voor”

Het bericht van dit recente tijdelijke vermogenstekort kwam een paar dagen nadat TenneT in haar rapport ‘Monitoring Leveringszekerheid 2019’ waarschuwde voor meer onzekerheid en grotere prijsschommelingen. Met name vanaf 2025 zal de leveringszekerheid van elektriciteit afnemen als gevolg van een combinatie van factoren. We omarmen steeds meer duurzame elektriciteit (gemiddeld 70% van het aanbod in 2030 volgens het Klimaatakkoord), de vraag naar elektriciteit neemt verder toe, de capaciteit van kolenstroom zal verdwijnen (uiterlijk in 2030), en de capaciteit aan gasgestookte elektriciteitscentrales zal ook afnemen.

“Mag het licht uit, als ik je in mijn armen sluit?” zong De Dijk al in 1987. Hoewel destijds romantisch bedoeld, zou het zomaar na 2025 voor het hele land werkelijkheid kunnen worden, met alle economische gevolgen van dien. Vooralsnog vertrouwen wij op stroom uit het buitenland om tekorten te voorkomen. Zorgwekkend is echter dat de landen om ons heen vergelijkbare strategieën kennen van meer importafhankelijkheid vanuit de buurlanden. Hoewel de interconnectiecapaciteit – kabelcapaciteit tussen twee landen om stroom te kunnen in- en uitvoeren – aanzienlijk zal toenemen de komende jaren, zal ook de afhankelijkheid van door zon- en wind geproduceerde elektriciteit groeien. De geschiedenis leert dat als het in Nederland mistig en windstil is, dit vaak voor een groter gebied geldt. Het risico op een vergelijkbaar weerbeeld in België en Duitsland is aanzienlijk. De toegenomen wederzijdse importafhankelijkheid lijkt daarom mooi, maar biedt geen garanties om aan de vraag van elektriciteit te kunnen voldoen.

“Komt er geen balans? Dan gaat het licht uit.”

Tegen deze achtergrond zouden wij misschien de discussie over een capaciteitsmarkt ook in Nederland moeten voeren. Frankrijk kent sinds 2017 een capaciteitsmarkt. Na eerder te zijn geparkeerd, is de discussie over wel of geen capaciteitsmarkt in het Verenigd Koninkrijk onlangs opnieuw gestart. Daarentegen heeft Duitsland er vooralsnog voor gekozen om het aan de markt over te laten. Een capaciteitsmarkt geeft de mogelijkheid een garantie af te sluiten. Er wordt dan tegen betaling door marktpartijen productiecapaciteit aangehouden, die snel kan worden ingezet op het moment dat er vermogenstekorten dreigen. Alternatieven zijn hoge prijzen of tekorten. Door hoge prijzen tijdens vermogenstekorten worden marktpartijen (bedrijven en huishoudens) verleid om extra capaciteit te leveren of minder te consumeren. Komt er geen balans? Dan gaat het licht uit.

TenneT geeft in haar recente publicatie aan dat bedrijven daarom moeten kijken hoe zij buffers kunnen creëren voor momenten dat elektriciteit in de toekomst tijdelijk niet beschikbaar is en er dus bedrijven ‘afgeschakeld’ moeten worden: een ‘vraaggestuurde’ markt. En anders moeten bedrijven rekening houden met grote prijsfluctuaties en tijdelijk hoge prijzen voor elektriciteit tijdens de perioden van schemerluwte. TenneT lijkt daarmee voor het bedrijfsleven voor te sorteren op een marktmechanisme voor capaciteitsmanagement.

De afweging voor commerciële partijen is of een hoge prijs tijdens die paar momenten van vermogenstekorten opweegt tegen de kosten van overtollige productiecapaciteit tijdens de rest van het jaar. Er is geen enkel bedrijf dat capaciteit langdurig beschikbaar zal houden als er geen zicht is op voldoende toekomstige kasstromen om de kosten te dekken. Er is dan geen commercieel, maar wel een maatschappelijk belang. Interessanter is daarom het beleid van de minister van EZK hieromtrent. Met de keuze voor meer duurzame energie in zowel het Energie- als het Klimaatakkoord is het investeringsklimaat in nieuwe traditionele kolen-, kern- en/of gasgestookte elektriciteitscentrales verslechterd of zelfs verdwenen.

“TenneT lijkt voor het bedrijfsleven voor te sorteren op een marktmechanisme voor capaciteitsmanagement”

Voor consumenten ligt dat anders. In 2003 zei toenmalig minister Brinkhorst in een brief naar de Kamer: ‘De belangen van de consument dienen centraal te staan bij de vormgeving van het beleid. In tegenstelling tot grotere bedrijven zijn consumenten vaak niet of onvoldoende in staat om hun eigen belangen effectief zeker te stellen.’ De afweging voor de minister van EZK is dus of de schade van mogelijke stroomstoringen of afschakelingen bij consumenten – zoals nu geregeld gebeurt in Californië, VS – opweegt tegen: a) het betalen voor het aanhouden van reserve productiecapaciteit of b) het afschakelen van bedrijven ten gunste van deze consument.

Deze keuze gaat het bedrijfsleven niet maken. De minister van EZK is en blijft verantwoordelijk voor de leveringszekerheid van energie. Zijn TenneT’s recente vermogens-‘alert’ samen met de waarschuwing voor lagere leveringszekerheid na 2025 slechts ‘luwte’ voor de storm? Of zijn zij triggers om de discussie opnieuw te voeren? Het is aan de huidige minister, Eric Wiebes, om zijn licht te laten schijnen in de ‘schemer’ rondom de Nederlandse capaciteitsvraag, bij voorkeur vóórdat het licht uitgaat.

Foto: TenneT

Hans van Cleef

Hans van Cleef is Hoofd Energy Research & Strategy bij Publieke Zaken. Op Twitter is hij actief onder @hansvancleef. Hij schrijft zijn columns op persoonlijke titel.