Frank van den Heuvel over partijpolitieke energiewensen in de formatie
Bij het vormen van een kabinet spelen doorgaans, naast dat men er inhoudelijk uit moet komen, zes pilaren, die relevant zijn in het tactisch spel. De partijen die een kabinet willen vormen streven naar (1) een meerderheid in de Tweede Kamer en (2) in de Eerste Kamer. Verder wil men (3) gedoogconstructies vermijden en (4) zo min mogelijk partijen aan boord hebben. Tot slot moet het gaan (5) om ‘aaneensluitende partijen' en (6) geen one-issuepartijen. Het is onmogelijk aan alles tegemoet te komen. Nu de informateur samen met het ‘motorblok' VVD-CDA-D66 de mogelijkheden braaf afgelopen heeft en GroenLinks en CU niet meer aan de onderhandelingstafel zitten gaan we naar de zogenaamde ‘Scandinavische Toestanden'. Nederland spiegelt zich graag aan deze landen, waar minderheidskabinetten al decennia (in drie van de vier gevallen) modern en werkbaar zijn. Het is ook in Nederland een logische optie, omdat het managen van een vierde partij, die weet dat ze nodig is, meer inspanning en gedoe betekent, dan wisselend meerderheden zoeken in het parlement.
Een minderheidskabinet betekent eveneens dat veel partijen inhoudelijk aan bod komen. Iets dat ze alleen nooit hadden kunnen realiseren. Ook de kiezers waarderen het dat ze gehoord worden. Laten we dus uitgaan van een minderheidskabinet van de drie genoemde partijen. Deze partijen zelf combineren hun eigen uitgangspunten van profijtbeginsel (VVD, de vervuiler betaalt), rentmeesterschap (CDA, eert de schepping) en Europese aanpak (D66, leve Brussel). Vervolgens moet de nieuwe minister van Energie aan de slag. Als hij (zij) slim is zorgt hij dat iedere niet-coalitiepartij aan bod komt. Met GroenLinks kan het kabinet serieus werk maken een groener belastingstelsel. Vervolgens gaat het kabinet onderhandelen met de SP. Meer dan de linkse mensen van GroenLinks, komt de SP op voor mensen met een kleine beurs. Dat betekent dat de SP bij het verduurzamen van de gebouwde omgeving zal bepleiten dat de laagste inkomens niet enerzijds meer energiebelasting betalen, maar ondertussen in slecht-geïsoleerde huizen met dito energierekening wonen. Daarvoor wil de SP compensatie hebben. De PvdA moet bediend worden middels reductie van het Groninger gas. Hier wonen tenslotte de laatste PvdA-aanhangers. Vervolgens gaat het kabinet onderhandelen met de CU. De CU vindt al jaren dat de christenen in het Midden-Oosten bedreigd worden en met het kabinet wordt afgesproken dat er geen olie meer uit deze landen wordt geïmporteerd.
““Haast je langzaam geldt ook voor het energiebeleid””
Het spiegelbeeld van de CU is dan DENK, die opkomt voor moslims.
Het kabinet komt tot een energieverdrag met Noord-Afrika en Turkije, zodat de
boycot van het Midden-Oosten gestalte krijgt, maar moslims in Nederland hier
geen nadeel van ondervinden. Henk Krol, 50+ gaat voor veel zaken de barricaden
op, maar niet voor energie. Toch is ook zijn partij te winnen voor één jaar
eerder met pensioen en dan verlaging van energiebelasting voor 60+-ers. De
Partij voor de Dieren is eigenlijk tegen alle vormen van energie, omdat deze
mensen (CO2), vogels (windmolens), vissen (windparken op zee),
wormen in de grond (radioactief afval) schaadt. Zonne-energie kan wel. Dus voor
deze partij investeren we fors in zonne-energie. Daarna wil het kabinet de SGP
tegemoet komen. De SGP is altijd volstrekt helder geweest over kernenergie: een
goede vorm van energie en ook nog eens gevestigd in het Mekka van de SGP:
Borssele. Het minderheidskabinet zal dus alle bestaande kernenergie-afspraken
moeten bewaken en honoreren. De PVV hecht sterk aan de Nederlandse identiteit
en Hollands Glorie. In Zeeland en rond de Afsluitdijk zijn er allerlei vormen
van waterkracht-energie mogelijk. Onder het motto ‘Eigen Water Eerst', is de
PVV te winnen voor het ambitieus energieprogramma. Tot slot Forum voor Democratie.
De partij van Thierry Baudet heeft veel ambities: pro-Nederlands, iedereen
laten meebeslissen over energie, maar niet te veel Europa. En hij houdt van het
Latijn. Daarom moet het adagium van het Energiebeleid van het nieuwe
minderheidskabinet zijn: Festina Lente. Deze
spreuk komt van de Romeinen en betekent ‘Haast je Langzaam', hetgeen wil zeggen
dat bij urgente vraagstukken het goed is op te schieten, maar in een
verantwoord tempo. Dat geldt ook voor het energiebeleid. En wanneer het nieuwe
kabinet, acterend in wisselende meerderheden, bovenstaande plannen uitvoert,
wordt het energiebeleid van iedereen.
Een goed opererend minderheidskabinet is uiteindelijk van meer partijen en van
meer mensen. Het motorblok VVD-CDA-D66 doet dan precies wat een motorblok moet
doen: energie genereren ten behoeve van alle andere onderdelen.
Frank van den Heuvel is werkzaam
op het gebied van Public Affairs & Toezicht