Zoeken

Mogelijk is geopolitiek het enige argument voor duurzaamheid

Rob de Wijk: "De prijs van fossiel blijft laag"

Gegokt, maar misgegokt lijkt het wel. Saudi-Arabië besloot vorig jaar samen met de overige OPEC-leden de productie van olie niet te verminderen om zo de prijs op te drijven. De reden was de veronderstelling dat door lage olieprijzen de productie van schalieolie zo onrendabel zou worden dat de Verenigde Staten uit de race zou stappen. Als gevolg daarvan zou Saoedi-Arabië en andere OPEC-landen marktaandeel terugwinnen ten opzichte van de VS en andere ‘high cost' producenten. Inmiddels is de prijs van $46 per vat opgeklommen naar rond de $60. Volgens de OPEC zal de prijs in het gunstigste geval in 2025 rond de $76 schommelen.

Er zijn aanwijzingen dat de lage olieprijs inderdaad heeft geleid tot enige vermindering van de Amerikaanse olieproductie, maar inmiddels is duidelijk dat de schalierevolutie een veel diepgaander effect heeft dan velen dachten of hoopten. Vooral de milieubeweging maakte voortdurend het argument dat de winning van schaliegas en -olie te duur was en dat het een hype van voorbijgaande aard was. Milieudefensie noemt schaliegas nog steeds een ‘gevaarlijke zeepbel'. Dat lijkt niet zo te zijn, met als gevolg dat milieuactivisten, economen en experts op het gebied van internationale betrekkingen met nieuwe realiteiten rekening moeten houden.

Want inmiddels zijn experts het er over eens dat de Verenigde Staten de rol van ‘swing producer' van Saoedi-Arabië aan het overnemen is. Een belangrijke reden is de flexibiliteit van de productie. Voorheen kostte het 35 dagen om een put te slaan; nu 17. De hoeveelheid olie die per geïnvesteerde dollar kan worden gewonnen zal volgens de Economist dit jaar met 65 procent stijgen. Ingeschat wordt dat het merendeel van de winning al profijtelijk is vanaf 50 tot 69 dollar per vat. Nu de prijs rond de $60 dollar per vat ligt, denken schalieproducenten al weer aan verhoging van de productie. De flexibiliteit van de Amerikaanse productie lijkt de prijs laag te houden.

Dat is goed nieuws voor kwakkelende economieën, behalve voor landen die van de export van olie moeten leven. Landen als Rusland en Venezuela worden zo gedwongen tot ingrepen in hun begroting, met in potentie grote gevolgen voor de maatschappelijke stabiliteit.

““Het einde van de overvloed is niet in zicht””

Het is ook goed nieuws voor de Verenigde Staten die hun machtsachteruitgang kunnen compenseren en hun afhankelijkheid van instabiele of agressieve energieleveranciers te verminderen.

Het is echter slecht nieuws voor de milieubeweging die met hun pleidooi voor dure, groene technologie moeten opboksen tegen relatief goedkope fossiele brandstoffen.

De belangrijkste les die uit de schalierevolutie getrokken kan worden is dat de impact van technologie niet onderschat mag worden. Ik moet onwillekeurig denken aan de alarmistische studie van de Club van Rome van 1972, The Limits to Growth. Op basis van deze studie werd verondersteld dat er een eind kwam aan de tijden van overvloed.

Maar nieuwe technologieën die de winning van nieuwe vondsten mogelijk maakten, hebben ertoe geleid dat het einde van de tijd van overvloed niet in zicht is. Economisch gezien betekenen overvloed en lage prijzen dat er weinig prikkels zijn om over te stappen op duurzaam. De argumenten om dat wel te toen zijn van ecologische en geopolitieke aard. Het ecologische argument is in de ogen van klimaatsceptici onzin, terwijl de burgers van kwakkelende economieën een lage energierekening boven een goed klimaat verkiezen.

Mogelijk is het enige argument om het punt voor duurzaamheid te maken het geopolitieke. Want waarom zou je voor je energievoorziening grotendeels afhankelijk zijn van foute of instabiele landen?

Rob de Wijk is directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en professor Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden. In zijn column gaat hij in op de energievoorziening in het licht van de internationale verhoudingen.

Rob de Wijk

Rob de Wijk is directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en professor Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden. In zijn column gaat hij in op de energievoorziening in het licht van de internationale verhoudingen.