De puberteit staat voor verandering, en gaat vaak gepaard met opstandigheid en je niet begrepen of gehoord voelen. Maar bij het volwassen worden horen ook nieuwe regels, én het besef dat je er als ‘puber’ nog niet helemaal bent. Een vergelijkbare situatie geldt voor de elektriciteitsmarkten. Ik zal dit duiden aan de hand van twee voorbeelden die momenteel in de Tweede Kamer worden besproken, en waarvoor de Europese Commissie een consultatieronde voor in het leven heeft geroepen.
“Markt voor duurzame energie wordt steeds volwassener”
Het eerste voorbeeld betreft het al dan niet afschaffen van de salderingsregeling voor zonne-energie. De afbouw van deze lucratieve regeling voelt mogelijk alsof investeren in zonnepanelen straks niet meer zou lonen. Niets is minder waar. De salderingsregeling werd in het leven geroepen om de aanschaf van (toen nog aanzienlijk duurdere) zonnepanelen te stimuleren. De regeling stamt uit 2004 toen er nog geen slimme meters waren en het dus lastig te bepalen was hoeveel stroom je had opgewekt met je zonnepanelen en hoeveel je van het elektriciteitsnet afnam. Immers, bij het terugleveren liep de meter simpelweg weer terug waardoor enkel de netto-afname bekend was. Het was ook een tijd waar de elektriciteitsprijs redelijk stabiel was. Het overgrote deel van de elektriciteit werd opgewekt in kolen- en gascentrales. Het aanbod was dus stabiel en goed te regelen. De vraag naar elektriciteit was tevens stabiel en goed in te schatten.
Inmiddels zijn we bijna twintig jaar verder. Je zou kunnen zeggen dat de markt voor zonne-energie de puberteit heeft bereikt. Het aandeel elektriciteit opgewekt door zonnepanelen is in 2022 immers gegroeid naar 13,3%. Dit staat gelijk aan 3,1% van de 16,1% duurzame energie (IPCC definitie), met een opgesteld vermogen van ruim 14.000 MW (bron: Martien Visser). Daarnaast is het percentage windenergie ook sterk gestegen. Dat lijkt misschien nog niet veel, maar dit betekent dat op een zonnige dag met veel wind het aandeel duurzame energie nog vele malen groter is. Op dagen met veel zon- en windenergie zijn de elektriciteitsprijzen (day-ahead) erg laag. En dit is een ‘probleem’. Je levert dus (vooral) elektriciteit op het moment dat de prijzen laag zijn. Maar op het moment dat je weer stroom van het net afneemt zijn de prijzen veel hoger. Dit kan ’s avonds zijn als de zon niet schijnt, maar de grootste uitruil/saldering zit tussen de seizoenen. Deze ‘winst’ voor eigenaren van zonnepanelen wordt, als gevolg van de salderingsregeling, betaald door de mensen zonder zonnepanelen.
“Salderingsregeling geeft perverse prikkel”
Een ander nadeel van de salderingsregeling is dat het de prikkel wegneemt om te investeren in opslag van elektriciteit en het gebruiken van de stroom op het moment van opwekken. Nu de elektriciteitsprijzen de afgelopen periode zo zijn gestegen, is de terugverdientijd van zonnepanelen afgenomen tot drie tot vijf jaar. Als de salderingsregeling straks is afgebouwd, dan zal de terugverdientijd weer iets oplopen. Het streven van de coalitie is naar een terugverdientijd van ongeveer zeven jaar. Nog steeds niet slecht voor een investering dat minimaal 25 jaar meegaat. Kortom, het verder volwassen worden van de markt van zonnepanelen behoeft minder stimulering, en zeker niet stimulering die inefficiënt gebruik bevordert. En mocht je bang zijn dat de groei van zonne-energie stagneert, dan kan de politiek altijd nog kiezen voor een verlaging van de energiebelasting of het langer laag houden van het Btw-tarief om de uitrol van zonne-energie te blijven stimuleren. Deze week stemt de Tweede Kamer over het al dan niet afbouwen.
Het tweede voorbeeld is de discussie rondom de prijzen voor duurzame energie die is losgebarsten. De afgelopen maanden zijn er immers steeds meer mensen die zich afvragen waarom er geen aparte markt is voor duurzame elektriciteit. Immers, de mensen die zonnepanelen hebben en (netto) zelfvoorzienend zijn, moeten van tijd tot tijd toch elektriciteit afnemen van het net en krijgen dan te maken met de soms extreem hoge elektriciteitsprijzen. Zeker afgelopen zomer voelde dit wrang. Aan de ene kant zagen we een record opwek van elektriciteit met zonne-energie. Aan de andere kant bereikte de prijs van elektriciteit een recordhoogte in augustus jongstleden, vooral als gevolg van de energiecrisis.
“De fossiele opwekcapaciteit kost ook nog steeds geld”
Op het moment dat de elektriciteitsprijs zo hoog was, werd weer eens duidelijk dat we nog een lange weg te gaan hebben in het verduurzamen van onze energiemix. Netto kan een gebruiker dan wel meer elektriciteit opwekken dan er verbruikt wordt, maar meestal is dit ná saldering over een langere periode. Er zijn dus momenten dat er meer geproduceerd wordt dan verbruikt, maar ook momenten dat dit andersom is. Juist vanwege die laatste momenten kan een eigen markt niet uit omdat er ook dan nog elektriciteit nodig is. Deze zal moeten komen van opslag, of – als die er (nog) niet is – van andere energiebronnen, zoals kolen- en gascentrales.
De kosten van het in stand houden van deze capaciteit zal moeten worden goedgemaakt in de uren dat het operationeel is. Tenzij we op termijn kiezen voor een capaciteitsmarkt, waarbij er een standaardvergoeding wordt betaald voor het beschikbaar houden van deze opwekcapaciteit. Zolang we niet 100% van de tijd volledig kunnen draaien op duurzame energie, zal er dus altijd een prijseffect zijn als gevolg van deze alternatieve productiecapaciteit. Het maakte dat de prijzen voor stroom bij je energieleverancier dus ook stegen terwijl je volgens je contract 100% groene stroom afnam in het afgelopen jaar.
“PPA’s kunnen (voor een deel) uitkomst bieden”
Wat al wel een mogelijkheid is voor grootverbruikers, is het afsluiten van een contract tussen de producent en de afnemer, een zogeheten Power Purchase Agreement (PPA). Daarin spreek je vooraf een prijs af waarvoor de opgewekte elektriciteit geleverd gaat worden. Dit biedt zekerheid ten aanzien van de prijs die je ontvangt/betaalt voor de groene stroom. Onzeker is dan wel of het aanbod dan precies zal aansluiten op de vraag. Zo niet, dan zal het resterende deel alsnog op de markt moeten worden gekocht tegen de dan geldende prijs, of zal je de vraag naar elektriciteit moeten zien te verminderen. Op dit moment loopt er een consultatieronde vanuit de Europese Commissie over de mogelijke hervorming van de elektriciteitsmarkten. De consultatie loopt van 23 januari tot en met 13 februari 2023.
Al met al is er, met ruim 16% duurzame energie in 2022, nog een lange weg te gaan voordat onze hele energiemix verduurzaamd is. De markt voor duurzame energie groeit snel, maar is nog lang niet volwassen. En net als iedere puber soms wat opstandig is, en denkt dat hem onrecht wordt aangedaan, is het een onderdeel van het volwassen worden. Later zullen we inzien dat het gewoon een fase was waar we even doorheen moesten.