Zoeken

Revolutie op de elektriciteitsmarkt

Auteur

Martien Visser

Vanaf 2025 gaat het gebeuren. De elektriciteitsmarkt ondergaat dan een majeure verandering, stelt Martien Visser. “Heel moeilijk is die voorspelling niet. Investeringen in zon en wind verlopen planmatig. Dus konden we al tien jaar geleden berekenen dat Nederland nu 50% van haar stroom uit zon en wind zou halen. In 2030 is dat 85%. Er is dan circa 60 GigaWatt aan opgesteld zon- en windvermogen in Nederland, bij een gemiddelde stroomvraag van circa 15 GW. U begrijpt, al bij een beetje zon en wind komt de elektriciteit in 2030 onze oren uit.”

In spreadsheets kun je je vervolgens nog wel rijk rekenen met de aanname dat Nederlanders hun verbruik gaan aanpassen aan de beschikbaarheid van zon en wind. Maar iedereen snapt natuurlijk dat we echt niet op zonnige zondagen naar kantoor willen komen. Net zo min als de scholen open zullen gaan als het ’s nachts flink waait.

Dit jaar is er al 10% van de tijd in Nederland zoveel elektriciteit uit zon en wind dat exporteren niet meer helpt en de elektriciteitsprijs door de hoeven zakt. Hier even gedefinieerd als minder dan 1 eurocent per kWh, ofwel minder dan een tiende van de marginale kosten van conventionele centrales. Op 5% van de uren is de Nederlandse stroomprijs dit jaar zelfs negatief. Die percentages gaan fors stijgen. Want niet alleen in Nederland groeien zon en wind uitbundig, ook de buurlanden doen mee. Daardoor wordt het voor Nederland komende jaren lastiger zijn stroomoverschotten, eventueel tegen negatieve prijzen, aan de buren te slijten. Tenzij Nederland nog negatievere prijzen biedt, gedreven door subsidies, waardoor buurlanden verleid worden hun eigen zon en wind af te schakelen. Iets dat trouwens nu ook al gebeurt.

“Overschotten aan elektriciteit uit zon en wind zijn dit jaar een fenomeen in heel Europa”

Overschotten aan elektriciteit uit zon en wind zijn dit jaar een fenomeen in heel Europa. Van Spanje tot Finland, van Denemarken tot Hongarije zien we veelvuldig zeer geringe en negatieve stroomprijzen. Vaak tegelijk. Terwijl ik deze column schrijf, zie ik dat het morgenmiddag, 9 juni, ook weer raak is. De bouw van een Europees supernet helpt dan niet. Nog los van de extreme kosten en het feit dat niemand in Europa zit te wachten op stroommasten in de achtertuin, waardoor de bouw van nieuwe tracés al gauw 20 jaar kost. De landen rond de Noordzee gaan de komende vijf jaar zon en wind verdubbelen. rompen. Spanje heeft dit jaar al 35% van de tijd een stroomprijs lager dan 1 eurcent per kWh.

Dat is wennen. Jarenlang was het adagium dat duurzame elektriciteit schaars was en we er zuinig mee moesten omspringen. Plots komt diezelfde elektriciteit met regelmaat onze oren uit en moeten windturbines en zonneweides op grote schaal worden afgeschakeld. Het is nu zondagavond (9 juni) en ik heb even gekeken. Uit data van ENTSO-E en Energieopwek kan worden afgeleid dat vanmiddag zeker 4 GW productie aan wind op land werd afgeschakeld. Ervaring leert dat we daar nog 4 GW zon bij moeten optellen. Het stroomsysteem moet qua vraag en aanbod nu eenmaal strikt in balans zijn. Ook thuis moet u eraan geloven. Energieleveranciers rekenen ter stimulatie al flinke terugleverkosten, terwijl salderen ook nog gaat verdwijnen. De eerste leveranciers bieden al aan uw panelen op zonnige uren op afstand uit te schakelen.

“Grootschalig zon en wind op land zal veel langer, wellicht zelfs eeuwig, subsidie nodig hebben”

Voor de business case van zon en wind is dit geen goed nieuws. De investering moet in steeds minder uren worden terugverdiend, terwijl juist uren met maximale productie het meeste risico lopen op afschakelen en/of nihilprijzen. Daardoor wordt het moeilijker, wellicht zelfs onmogelijk, investeringen in zonnepanelen op woningen terug te verdienen. Bovendien zal grootschalig zon en wind op land veel langer, wellicht zelfs eeuwig, subsidie nodig hebben. In het Klimaatakkoord was afgesproken dat na 2025 geen subsidie meer zou worden verstrekt voor nieuwe zon- en windprojecten. Inmiddels broedt het ministerie van EZK op een vervolg, want de groei van zon en wind moet doorgaan. Logischerwijs komt er dan ook een regeling voor thuis. Het betekent wel dat extra zon en windvermogen steeds minder zal bijdragen aan de hernieuwbare targets, want productie die door afschakeling verloren gaat, telt daarin niet mee.

Alle reden de gratis stroom die dreigt te worden afgeschakeld zoveel mogelijk te gaan gebruiken in onder andere batterijen, waterstofelektrolyse en power-to-heat. Het zal niet voldoende zijn. Efficiëntie doet er dan ook niet toe. Wel kan het leiden tot een golf aan aanvragen voor netcapaciteit. Misschien geen gek idee dat een beetje planmatig te gaan sturen. Prima natuurlijk als in woonwijken lokale zonne-energie gebruikt wordt om batterijen op te laden. Minder fijn als dat gebeurt met wind op zee. En mooi dat de industrie in Rotterdam wat gratis stroom kan wegwerken, maar dan graag zon- en windstroom uit de buurt en niet uit Drenthe. Dat laatste kan nu wel gebeuren, want het staat marktpartijen in dit voorbeeld vrij hun zonneweides en windturbines in Zuid-Holland af te schakelen, terwijl die in Drenthe nog wel produceren. Arme TenneT die daar rekening mee moet houden en zelfs voor moet investeren!

“De belangen zijn groot, wat niets doen attractief maakt”

Evenzo moeten we oppassen met ongebreidelde (verliesgevende) export van overschotten, met als gevolg dat er in het binnenland nog meer knelpunten ontstaan waardoor woonwijken en industrieën nog langer moet wachten op de gevraagde capaciteit, terwijl de Nederlandse netkosten nog verder de pan uitrijzen. Voor dit alles is het essentieel dat netkosten het kostenveroorzakingsprincipe volgen. Weg met socialisatie, maatwerk is nodig. De suggestie van Energie-Nederland om de uitbreiding van het elektriciteitsnet voortaan uit Staatskas te gaan bekostigen, is dan ook het recept voor nog meer ellende. Laat in plaats daarvan de netbeheerders bepalen waar en op welke momenten stroomoverschotten mogen worden afgetapt, opdat hun nett niet nog meer worden overbelast. Als tegenprestatie kan dan een forse korting op de nettarieven worden gegeven. Eenvoudig zal dit allemaal niet zijn. De belangen zijn immers groot, wat niets doen attractief maakt. Een mooie klus voor de nieuwe minister van Economische Zaken.

Martien Visser

Martien Visser is lector energietransitie & netintegratie, Hanzehogeschool Groningen en Manager Corporate Strategy bij Gasunie. Hij schrijft zijn column op persoonlijke titel. Zijn mening komt niet noodzakelijkerwijs overeen met die van de Hanzehogeschool of Gasunie. Martien is te volgen via Twitter op @BM_Visser