Zoeken

Stagnatie mondiaal klimaatbeleid kweekt helden uit noodzaak

Jan Paul van Soest: "Realisme maakt de wereld zeker 5 graden warmer"

Eind van het jaar - CoP-tijd. CoP staat voor de Conference of Parties, de jaarlijkse bijeenkomst van partijen die in 1992 het VN-klimaatverdrag hebben ondertekend. Het Kyotoverdrag vloeide daar uit voort. Deze CoP vindt plaats in Warschau. Polen rijmt op kolen, flauw natuurlijk, maar rond Sinterklaas mag dat wel, en de realiteit is nu eenmaal dat de Polen niets voelen voor verdere emissiebeperkingen. Ze hebben zelfs parallel een kolenconferentie georganiseerd. De Poolse kolen- en elektriciteitssector (die voor ruim 80 procent op kolen draait) kan daar uitgebreid zijn verhaal doen en de CoP-gangers ervan proberen te overtuigen dat er geen extra klimaatbeleid nodig is, dan wel dat kolenstook probleemloos ook met klimaatbeleid door kan blijven gaan. Met die benadering hebben de Polen ervaring. Dit onder meer via de Engelse lobbygroep-in-denktankvermomming Global Warming Policy Foundation GWPF van Nigel Lawson. Een club die volgens The Guardian financieel gesteund wordt door de grootste kolencentrale van Europa, de Belchatów-bruinkoolcentrale, 5.000 megawatt vuil aan de haak. De GWPF werkt volgens het bekende recept van het verspreiden van misinformatie en het zaaien van twijfel, om beleidsmaatregelen te voorkomen. De parallelle kolenconferentie heeft een identiek doel.


Maar het gaat hier niet om de kolen van Polen; die staan slechts model voor de wereldwijde tegenkrachten die effectief klimaatbeleid stoppen. Bijvoorbeeld de Australiërs moeten weinig van internationaal klimaatbeleid hebben: terwijl de bosbranden eerder en heviger woeden dan ooit tevoren, ontkent de nieuwe premier Tony Abbott elk verband met klimaatverandering. Daarentegen heeft hij de officiële Climate Commission die zo'n verband wel aannemelijk vond de laan uit gestuurd. Canada wil zijn teerzanden probleemloos kunnen exploiteren; de conservatieve regering- Harper stopte al eerder de medewerking aan het Kyoto-akkoord. De Amerikanen lanceerden deze zomer eindelijk het langverwachte eigen klimaatplan, maar de weerstand tegen onderwerping aan welk internationaal verdrag ook is zo groot dat elk pleidooi in die richting politieke zelfmoord betekent. De Russische president Poetin kiest de harde lijn tegen activisten die in zijn ogen de exploitatie van fossiele voorraden in het Arctisch gebied in gevaar brengen.

“"Bij de grote meerderheid van klimaatexperts is het geloof in internationale top-down-afspraken geheel verdwenen"”

Zo zijn er tal van krachten die de voortgang van het internationale klimaatbeleid blokkeren. Die invloeden hebben hun weerslag op degenen die wél internationaal klimaatbeleid ambiëren. Bij de grote meerderheid van klimaatexperts is het geloof in internationale top-down-afspraken geheel verdwenen. Daarvoor in de plaats komt een palet aan benaderingswijzen. Volop inzetten op duurzame energie, verder zien we wel. Pak één of twee issues bij de lurven, zoals vervanging van de klassieke vervuilende cook stoves in ontwikkelingslanden die bakken zwart roet verspreiden door moderne apparaten. Of zet in op vervanging van alle energievretende lampen door LED-verlichting. Volg het Duitse model van de Energiewende, en duim dat het elektriciteitssysteem de grote hoeveelheden zon en wind kan opvangen. Of probeer met een coalition of willing countries een bodemprijs voor CO2 te regelen.

En zo meer. Al die opties tellen weliswaar niet op tot dusdanige emissiereducties dat de temperatuurstijging deze eeuw nog onder de 2 graden kan worden gehouden, maar god zegene de greep, en we moeten toch íets. En tja, +3 graden in 2100 is altijd nog minder ontwrichtend dan +5.
Dat is allemaal begrijpelijk, en mondiaal-politiek gezien nog realistisch ook.

Maar het probleem is: realisme maakt de wereld zeker 5 graden warmer. Strategische en tactische redelijkheid houdt het misschien beperkt tot +3. Met een oorlogseconomie-achtige inzet is wellicht 2 graden nog haalbaar. Alleen, haast niemand heeft het gevoel dat zo'n oorlogseconomie nodig is. Dat is het risico van het verdwenen geloof in een effectief mondiaal klimaatbeleid: dwingende pleidooien daarvoor verstillen ook, en ten onrechte. Ik koester daarom de organisaties en personen die dat wél blijven doen: Naomi Klein, Bill McKibben van 350.org, Urgenda en haar rechtszaak tegen de staat, en de niet te vergeten de bemanning van de Greenpeace Arctic Sunrise. Helden. Uit noodzaak misschien, maar toch: helden.

Jan Paul van Soest is partner van De Gemeynt

Jan Paul van Soest

Jan Paul van Soest is partner bij De Gemeynt, samenwerkingsverband van adviseurs, denkers en entrepreneurs, zie www.gemeynt.nl