Jos Cozijnsen: "Geef vermeden CO2-emissie een prijs"
Columnist Jos Cozijnsen is aanwezig op de klimaattop van de Verenigde Naties in Lima, Peru. Vorig jaar schreef hij over Nederlandse initiatieven tegen ontbossing. Die werden toen besproken op de klimaattop in Warschau. Nu zijn resultaten zichtbaar van het project Tambopata, in het Amazonegebied van het gastland. Nederlandse bedrijven brachten een bezoek.
Het Tambopata-project
beschermt 570.000 hectare oerbos, dat anders bedreigd wordt door kleinschalige
landbouw en mijnbouw. Er wordt een buffer aangelegd met nieuw bos. Ook zijn 1.100
boerenfamilies verzekerd van een verdubbeling van hun inkomen, omdat 4.000
hectare cacaobomen is geplant. Met het project wordt over zeven jaar drie miljoen
ton CO2 vermeden; net zoveel als een energiecentrale in een jaar
uitstoot. Zo'n combinatie van aandachtsgebieden - bosbescherming en agrarische
bosbouw - noemt men een ‘landscape approach'.
Voor het succes van het project keken de bedrijven nauwlettend naar wat het
project doet voor de lokale bevolking en de biodiversiteit. Aanwezig waren energieleveranciers
Eneco en Essent, tapijtproducent Desso en ontwikkelingsbank FMO. Deze vier investeren
samen met het ministerie een half miljoen euro in REDD-projecten voor bosbescherming. Een derde
daarvan gaat naar dit project in de Amazone. Het project is een initiatief van
het Platform Biodiversiteit Ecologie en
Economie. Deze aanpak van
bosbescherming - het combineren van bosbescherming en agrarische bosbouw -
levert sociale en economische voordelen op. Een mooie filosofie. De bedrijven
kopen elk jaar CO2-credits van de projecten.
““Het is essentieel om de vermeden CO2-emissie een prijs te geven””Ban Ki-moon, De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, op de top in Lima
Terug op de klimaattop in Lima werd het initiatief in Tambopata besproken, met een paar kritische vragen van andere aanwezigen. Want waarom bemoeien twee Nederlandse energiebedrijven, een tapijtproducent en een ontwikkelingsbank zich met bosbescherming in Peru? De vraag werd met verve gepareerd door de voorzitter van het Platform Biodiversiteit, oud-topman van Shell Rein Willens: "Wij voelen ons daartoe verplicht; ons bos is al weg."
De bedrijven hebben verschillende
redenen om mee te doen. "Het is als innovatief project gewoon een interessante
belegging: een betere cacao-opbrengst gecombineerd met een beter ecosysteem", stelde Nanno
Kleiterp, CEO van ontwikkelingsbank FMO. Mark Meyrick, hoofd van de Carbon Desk
van Eneco, wees op de nieuwe reptiel- en spinsoorten, die onlangs in het gebied
zijn ontdekt. Tim Wijnen, Hoofd Developing Markets van Essent: "Wij gebruiken
het project voor educatie. Daarbij bieden we consumenten de CO2-credits
aan om de emissie van geleverd gas te compenseren." Voor Desso past het project
bij de ‘cradle-to-cradle'-aanpak van het bedrijf. Volgens Rudi Daelmans,
Directeur Duurzaamheid van het bedrijf, versterkt het de motivatie van
medewerkers. "Tambopata laat het zien
hoe we de verantwoordelijkheid van het bedrijf voor kwaliteit van het leven en
voor biodiversiteit in praktijk brengen."
Voor projecten als Tambopata levert de cacao van de boeren geld op. Maar
daarnaast is het essentieel om de vermeden CO2-emissie een prijs te
geven. Nu is die prijs laag. Het Platform Biodiversiteit heeft dan ook doelen
voor de lange termijn: 1) scherpere CO2-verplichtingen mogelijk
maken, 2) betrokkenheid van bedrijven bij bosbescherming vergroten en 3) op
termijn CO2-credits voor bedrijven bruikbaar maken op de Europese emissiemarkt.
Het is belangrijk om die
doelen in oog te houden. Het Tambopata-project is een prachtig initiatief. Maar
wereldwijd is honderden malen meer inspanning nodig. De betrokkenheid van het
bedrijfsleven is geweldig, maar uiteindelijk niet genoeg. Bosbescherming vraagt
om inspanningen van landen. Ook aanpassing van de regels op de Europese
emissiemarkt is onmisbaar.
Jos Cozijnsen is
zelfstandig adviseur emissierechten. Meer informatie over hem vindt u op www.emissierechten.nl. Op Twitter is hij
actief onder @timbales.