Zoeken

Steun hernieuwbaar alleen in ruil voor harde belofte lagere kosten

Martien Visser over wat Nederland kan leren van de energietransitie in de USA

Hoezo energietransitie in de USA, zult u denken. Trump trekt zich terug uit het Klimaatakkoord van Parijs en bevordert steenkolen. Maar de USA staat ook voor Tesla, dat de mondiale automarkt op zijn kop heeft gezet. En weet u dat George Bush in 1999 als gouverneur van Texas regelde dat daar 2000 MW windenergie kwam? In Nederland waren we toen nog in diepe slaap. De USA heeft al vier staten met meer dan dertig procent windenergie in hun elektriciteitsmix. In Europa haalt alleen Denemarken dat niveau. In de meer zonnige streken in de USA verschijnen in rap tempo uitgestrekte zonneparken. Dit jaar produceert de USA per inwoner een kwart meer elektriciteit uit wind en zon dan Nederland. En terwijl de CO2-emissie in Europa de afgelopen jaren is gestegen, noteerde de USA een dalende trend.

Vorige maand bezocht ik een conferentie in Washington met deelnemers uit alle delen van de wereld. Een bonte stoet ministers, senatoren, parlementariërs, CEO's, NGO's, producenten, handelaren en onderzoekers was present. Ik heb tientallen deelnemers gesproken. Ik heb niemand ontmoet die de relatie tussen CO2-emissie en opwarming van de aarde ontkende.

De Amerikaanse visie op energie verschilt nogal met de Nederlandse. Dat geldt ook voor de rest van de wereld. Het IEA meldde recent dat het mondiale aardgasgebruik de komende vijf jaar met 400 miljard m3 stijgt. Dat is evenveel als het totale aardgasverbruik in de EU. Gegeven de boodschappen in Washington is dat geen verrassing.

De USA veroorzaakt met vijf procent van de wereldbevolking vijftien procent van de mondiale CO2-emissies. In 1980 was dat vijfentwintig procent. De Amerikaanse energievisie start met de constatering dat er nog 1 miljard mensen zijn zonder toegang tot elektriciteit en dat er 2,5 miljard wereldbewoners bezig zijn zich economisch te ontwikkelen. De energievraag in de wereld zal daarom toenemen, ondanks energiebesparing. Het aandeel van de USA in de wereldenergievraag daalt dan.

“In ruil voor 18 miljard subsidie beloofde offshore wind veertig procent prijsdaling. Er werd volop aan getwijfeld, maar het resultaat kent u.”

Iedereen beseft dat de energiehonger van de wereld straks met CO2-vrije bronnen zal worden ingevuld. Echter, het idee ‘goed voorbeeld doet goed volgen', acht de gemiddelde Amerikaan naïef. Men wil daarom niet het voortouw nemen met grootschalige onrendabele hernieuwbare technologie. "We prijzen ons uit de markt en dan verschuiven bedrijven hun productie naar het buitenland. Het resultaat is economische teruggang, werkloosheid en ontevreden burgers. Terwijl de bijdrage aan de vermindering van de mondiale CO2-emissie nihil is, want de CO2-emissie verschuift met de productie mee. Dat ga ik dus niet doen", aldus een senator, vrij vertaald. "Ik wil juist meer industriële bedrijvigheid in mijn staat, met hooggekwalificeerde banen. Dat draagt bij aan welvaart, zo is mijn beleid succesvol en heb ik tevreden kiezers".

In Amerikaanse ogen moet hernieuwbare energie goedkoper worden dan fossiel. En dan niet door hogere belastingen, maar echt goedkoper. Dan pas gaat de hele wereld over en is sprake van snelle mondiale reductie van CO2-emissies. De diverse Amerikaanse sprekers op de conferentie waren daar optimistisch over en benadrukten in dit verband het grote belang van laboratoria, universiteiten en startups. Innovatief Amerika moet het vooral hebben van durfinvesteerders (Tesla) en charitatieve fondsen (universiteiten). Toch investeert de federale Amerikaanse overheid dit jaar maar liefst zes miljard dollar in onderzoek en ontwikkeling van hernieuwbare energie. Ter vergelijking, de EU heeft hiervoor dit jaar via Horizon 2020 circa een miljard euro beschikbaar.

Met trots verwijzen de Amerikanen dan naar hun nationale laboratoria zoals Sandia (250 miljoen dollar per jaar voor hernieuwbare energie) en NREL (400 miljoen dollar). NREL werkt met ruim tweeduizend wetenschappers aan hernieuwbare energiebronnen als geothermie, biomassa, waterstof, wind en zon. Een van hun paradepaardjes zijn zonnepanelen die zonlicht direct omzetten in waterstof. Het rendement daarvan staat inmiddels op 19 procent. De USA heeft ook een traditie met tenders, vergelijkbaar met onze wind-op-zee. Recent werd in Nevada zonPV tegen een kostprijs van 2 €ct/kWh geveild. Zodra de zon schijnt, wat daar vaak het geval is, is in Nevada hernieuwbaar dus goedkoper dan fossiel.

In Nederland werken we aan het (nationale) Klimaatakkoord; de hoofdlijnen zijn inmiddels bekend. Het PBL mag er deze zomer een consistent geheel van maken, zodat we onze CO2-reductiedoelstellingen kunnen halen. Toch knaagt er iets.

Stel dat die Amerikanen gelijk hebben en de wereld inderdaad pas tot massale actie over gaat wanneer hernieuwbaar goedkoper wordt dan fossiel? Zo onlogisch klinkt dat niet. Gaat ons Klimaatakkoord daar dan een handje bij helpen? Of zijn we slechts lekker bezig op onze eigen kleine postzegel?

In het Energieakkoord is destijds fors ingezet op wind op zee. De overheid stelde 18 miljard euro subsidie beschikbaar. In ruil beloofde de offshore windsector een prijsdaling met veertig procent. Er werd volop aan getwijfeld, maar het resultaat kent u. Hulde voor de innovatieve windsector! De rest van de wereld profiteert ervan. Laten we dat beleid voortzetten. Veel sectoren vragen de overheid via het Klimaatakkoord om steun: subsidie, verplichtingen, fiscale maatregelen. Allemaal prima. Mits deze sectoren een harde belofte doen de kosten van hun oplossingen de komende jaren fors te verlagen. Liefst zover, dat de voorgestelde technieken zonder die steunmaatregelen de concurrentie met fossiel aankunnen. Als lakmoesproef voor wereldwijde toepassing. Op die wijze kan Nederland, met slechts 0,5 procent van de wereldwijde CO2-emissies, toch een significante bijdrage leveren aan het verlagen ervan.

Martien Visser is lector energietransitie & netintegratie, Hanzehogeschool Groningen en Senior Advisor International Business bij Gasunie. Hij schrijft zijn column op persoonlijke titel. Zijn mening komt niet noodzakelijkerwijs overeen met die van de Hanzehogeschool of Gasunie. Op Twitter is hij actief onder @BM_Visser

Martien Visser

Martien Visser is lector energietransitie & netintegratie, Hanzehogeschool Groningen en Manager Corporate Strategy bij Gasunie. Hij schrijft zijn column op persoonlijke titel. Zijn mening komt niet noodzakelijkerwijs overeen met die van de Hanzehogeschool of Gasunie. Martien is te volgen via Twitter op @BM_Visser