De Duitsers gaan op 26 september naar de stembus. Voor een nieuwe Bundeskanzler/in, een nieuwe regering en daarmee een nieuw klimaatbeleid. Waar kunnen ze uit kiezen als het gaat om de energie- en mobiliteitstransitie. Welke standpunten vertegenwoordigen de verschillende politieke partijen, die op papier al afscheid hebben genomen van zowel kernenergie (volgend jaar) als kolen (2038)? De ambities van de top drie op een rij.
“CDU/CSU: Centrum van de auto-industrie blijven en waterstofland nummer 1 worden”
Allereerst willen de Christendemocraten de zogenoemde EEG-Umlage afschaffen. Via deze heffing wordt de uitbreiding van duurzame energie gefinancierd, zoals is vastgelegd in het Erneuerbare Energien Gesetz (EEG). Netbeheerders kopen tegen een vaste vergoeding elektriciteit aan van installaties die duurzame energie leveren. Verschillen tussen de productiekosten en de marktprijs worden gecompenseerd en betaald uit de EEG-heffing. Alle elektriciteitsverbruikers betalen een EEG-heffing, vrijstellingen gelden voor grootgebruikers.
De zusterpartijen zijn echter vastberaden de uitbreiding van duurzame energie te stimuleren “om de energietransitie op alle gebieden te laten slagen en de klimaatdoelen van Parijs te halen. Duitsland moet uiterlijk 2045 broeikasgasneutraal zijn”. De uitstoot van broeikasgassen moet tegen 2030 met 65% zijn teruggedrongen ten opzichte van 1990, en tegen 2040 met 88%.
CDU/CSU streven naar een elektriciteitsmix die naast zon en wind bestaat uit duurzame biomassa, waterkracht en geothermische energie. Een toename van zonne-energie willen de partijen bereiken met een ‘zonne-pakket’. Goedkeuringsprocedures moeten eenvoudig via een onlineplatform verlopen. Een subsidieprogramma met renteloze leningen voor de aanleg van zonnepanelen op daken moet ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen in staat zijn rechtstreeks duurzame energie te gebruiken. De onshore en offshore windenergie willen ze uitbreiden en bestaande installaties kunnen gerepowerd worden.
Duitsland dient volgens CDU/CSU ‘Waterstofland nummer 1’ te worden, noodzakelijk voor een klimaatneutrale productie van bijvoorbeeld staal en cement. Maar ook voor verlaging van de CO2-uitstoot in het verkeer, zoals vrachtwagens en schepen. Naast groene waterstof die met behulp van hernieuwbare energiebronnen wordt geproduceerd, accepteren de partijen in de overgangsperiode ook blauwe waterstof die met behulp van aardgas tot stand komt.
CDU/CSU willen bovenop het Europese emissiehandelssysteem voor energie en industrie de Europese emissiehandel voor de luchtvaart versterken en zo snel mogelijk uitbreiden met andere sectoren als mobiliteit, verwarming en scheepvaart. Samen met de Europese partners wil CDU/CSU inzetten op het scheiden en opslaan van CO2 (CCS).
Op het gebied van mobiliteit pleiten de twee partijen voor sterke spoorwegen en lokaal openbaar vervoer. Goederenvervoer moet zoveel mogelijk worden overgeheveld van de weg naar het spoor en de waterwegen, ook om files op de snelwegen te verminderen. Tegelijkertijd moet Duitsland ‘centrum van de automobielindustrie’ blijven, voorlopig met alle vormen van aandrijving.
Naast elektromobiliteit richten de conservatieven zich ook op synthetische brandstoffen ("e-fuels") in het wegvervoer, zoals vrachtwagens. "Wij zijn tegen een verbod op het rijden met diesel en tegen een algemene snelheidsbeperking op de snelwegen." De oplaadinfrastructuur voor elektrische auto’s moet sterk worden verbeterd.
“SPD: Succesvolle exporteur van duurzame technologie en het klimaatvriendelijkste vervoersysteem van Europa”
Een klimaatneutrale economie uiterlijk in 2045 fungeert als jobmotor, menen de sociaaldemocraten. “Onze arbeidsmarkt heeft een sterke industriële basis die nog sterker uit de transitie kan komen als we gericht investeren in infrastructuur en innovaties. Onze industrie blijft de wereldmarkt aanvoeren, juist omdat zij CO2-neutraal produceert en technologieën exporteert voor een klimaatneutrale wereld.”
De SPD wil "elektriciteit uiterlijk in 2040 volledig uit duurzame energiebronnen halen". Door uitbreiding van zonne- en windenergie, digitalisering van de elektriciteitsnetten, verhoging van de energie-efficiëntie, ontwikkeling van opslagtechnologieën en waterstofproductie, alsook van een vervoersnetwerk. Investeringen in klimaatvriendelijke productieprocessen in de industrie, woongebouwen, fabrieken en scholen moeten worden gemoderniseerd. "Waar directe elektrificatie geen zin heeft, zullen we grote hoeveelheden waterstof uit duurzame energiebronnen nodig hebben".
De partij wil alle daken die daarvoor geschikt zijn voorzien van zonnepanelen. Te beginnen met openbare gebouwen en nieuwe commerciële gebouwen. Om het gebruik van hernieuwbare energie in vervoer en verwarming van gebouwen (‘sectorale koppeling’) te ondersteunen, wil ook de SPD de EEG-heffing tegen 2025 afschaffen en de kosten uit de federale begroting financieren. De inkomsten uit de CO2-prijs moeten eveneens voor dit doel worden gebruikt. De SPD wil de burgers tegemoet komen "met verdere sociaal rechtvaardige compensatiemaatregelen".
Net als CDU en CSU zijn de sociaaldemocraten voornemens tegen 2030 van Duitsland "marktleider voor waterstoftechnologieën" te maken. Waterstof is bestemd voor de aandrijving van de klimaatneutrale productie van staal, vrachtwagens, de scheepvaart en het luchtverkeer, alsmede van personenauto's.
De tekst loopt hieronder door.
De SPD wil klimaatneutrale mobiliteit voor iedereen: duurzaam, betaalbaar, drempelvrij en betrouwbaar. Tegen 2030 wil de SPD zelfs het modernste en klimaatvriendelijkste systeem in Europa hebben opgezet. Nu al ziet de partij steeds meer mensen overstappen naar de bus, de trein of de fiets. Elke burger "moet dicht bij huis een aansluiting op het openbaar vervoer hebben." Daarvoor zorgt digitalisering met nieuwe, in netwerken geïntegreerde diensten.
Treinreizen door heel Europa moet in de toekomst voordeliger en attractiever dan vliegen zijn. In het spoorvervoer belooft het SPD strakkere, betrouwbare intervallen, comfortabelere treinen met landelijk Wifi en een reserveringsmogelijkheid voor zitplaatsen. Tegen 2030 zal minstens 75% van het spoorwegnet geëlektrificeerd zijn. Op de resterende lijnen zouden treinen op waterstof kunnen rijden.
Voor veel mensen zal de auto belangrijk blijven, "maar de uitstoot van verontreinigende stoffen zal tot nul worden gereduceerd." De partij is vastbesloten: "De toekomst is aan de elektrische aandrijving." De auto-industrie moet leidend blijven en "de toekomst van de vele kleine en middelgrote toeleveranciers en hun banen veilig worden gesteld." Tegen 2030 dienen ten minste 15 miljoen personenauto's in Duitsland volledig elektrisch te zijn. Duitsland zal dan een centrum zijn voor de productie van batterijcellen en de recycling van gebruikte batterijen. Tanken op elektriciteit zal "even gemakkelijk zijn als tanken op benzine en diesel.”
De SPD is voor een snelheidsbeperking van 130 km/u op de snelwegen “om het milieu te beschermen en het aantal ongevallen aanzienlijk te verminderen."
“Bündnis 90/Die Grünen: Veel nieuwe zonnedaken en een fietsvriendelijke infrastructuur”
Waar CDU/CSU en de SPD terughoudend blijven in het noemen van cijfers, worden de Groenen als klimaatpartij concreter. Ze kondigen een “flink uitbouwoffensief van duurzame energie” – 100% duurzaam in 2035 - en een CO2-reductie met 70% tot 2030 aan, te realiseren met maatregelen die nog in het begin van dit decennium van start moeten gaan.
Bündnis 90/Die Grünen zijn voornemens 2% van het landoppervlak beschikbaar te stellen aan duurzame energie. Met versnelde goedkeuringsprocedures streeft de partij naar een jaarlijkse groei van minstens 5 tot 6 GigaWatt (GW) windenergie op het vasteland. Wat offshore-windenergie betreft, moet tegen 2035 35 GW zijn gerealiseerd.
De uitbreiding van zonne-energie wil de ‘Öko-Partei’ opvoeren naar 10 tot 12 GW per jaar en vanaf 2025 moet dat nog meer worden. De eigen elektriciteits- en warmte-energie wordt decentraal en lokaal opgewekt en gebruikt. Doel is 1,5 miljoen nieuwe zonnedaken in de komende vier jaar. Noodzakelijk daarbij: Bureaucratische hindernissen voor het gebruik van elektriciteit van het eigen dak wegnemen en het eigen verbruik en de rechtstreekse verkoop versterken. Hervorming van belastingen en heffingen moet er toe leiden dat elektriciteit "beschikbaar is tegen betrouwbare en concurrerende prijzen." Zo willen de Groenen het EEG omvormen van een subsidie- naar een zekerheidsinstrument en zal het op den duur komen te vervallen.
Nieuwe haventerminals voor vloeibaar aardgas keuren de Groenen niet langer goed. Nieuwe aardgaspijpleidingen die niet op groene waterstof gebaseerd zijn, zoals Nord Stream 2, moeten worden gestopt. Duitsland loopt ver voorop met technologieën voor waterstofproductie. De Groenen willen deze leidende rol verder uitbouwen en de nodige infrastructuur hiervoor creëren. Waterstof dient te worden gemaakt van duurzame energie en H2 en synthetische brandstoffen moeten daar worden ingezet "waar zij werkelijk nodig zijn: in de industrie, de scheepvaart of het luchtverkeer."
De verlaging van de elektriciteitsprijzen voor internationaal concurrerende bedrijven willen de Groenen koppelen aan energie-efficiëntiemaatregelen: "Hoe minder energie nodig is, des te sneller we 100% hernieuwbare energie bereiken, de klimaatdoelen halen en kosten besparen op de energie-infrastructuur."
De Groenen zetten bij de Verkehrswende sterk in op de fiets met een aaneengesloten fietsnetwerk in heel Duitsland, inclusief aansluitingen in de grensregio’s en goed uitgebouwde fietspaden langs provinciale wegen naar Nederlands voorbeeld. De Groenen willen de aankoop van werk- en bakfietsen en S-pedelecs subsidiëren.”
Een bonus-malussysteem moet ervoor zorgen dat klimaatvriendelijke auto's goedkoper worden en auto’s die het klimaat schaden duurder. Vanaf 2030 zouden alleen emissievrije auto's nieuw geregistreerd mogen worden. Een 30 km/u zonering moet meer veiligheid in de bebouwde kom opleveren en op de autosnelwegen geldt 130 km/u. De partij wil korte-afstandsvluchten "stap voor stap terugdringen en tegen 2030 overbodig maken" door het spoorvervoer fors uit te breiden en te zorgen voor eerlijke concurrentie tussen de vervoersmiddelen. De ecologische kosten moeten erin worden meegenomen. Zakenvluchten over lange afstanden kunnen vaak worden vervangen door videoconferenties.
De Groenen maken zich sterk voor een ‘Kohle-ausstieg’ tegen 2030. De geplande verhoging van de CO2-prijs naar 60 euro per ton willen de Groenen van 2025 naar 2023 vervroegen. Inkomsten uit de nationale CO2-prijs geven ze als energiegeld per hoofd aan de bevolking terug.