‘Dash for gas' uit jaren '90 dwingt nu tot import
Van onze Britse correspondent
Om te voorkomen dat het grote Groninger gasveld te snel uitgeput zou raken, besloot de Nederlandse overheid in de jaren '70 om ook de kleinere, moeilijker winbare velden te exploiteren. Aan de overzijde van de Noordzee wordt vaak met enige bewondering gekeken naar dit kleine-veldenbeleid. De Britten zijn veel minder planmatig omgesprongen met hun gasvoorraad. In hoog tempo is het Britse deel van het continentaal plat uitgeput, aangejaagd door de zogeheten ‘dash for gas', de snelle bouw van gasgestookte elektriciteitscentrales in de jaren '90. Was gas in 1990 slechts goed voor 2% van de stroomproductie, nog geen twee decennia later was dat bijna 40%. Het betekende een grote stijging van de vraag.
Tegelijkertijd begon de eigen aardgasproductie af te nemen; vanaf 2000 met gemiddeld zes procent per jaar. De huidige gasproductie is ruwweg de helft minder dan tien jaar geleden. En hoewel Groot-Brittannië op Nederland na nog steeds de grootste gasproducent van de Europese Unie is, werd het land halverwege het afgelopen decennium netto-importeur van gas.
Die groeiende afhankelijkheid van geïmporteerd gas en daarmee gepaard gaande krapte op de gasmarkt heeft geresulteerd in een actief beleid van diversificatie van importlanden voor gas. Vijf jaar geleden had Groot-Brittannië slechts één interconnector met het Europese vasteland (Zeebrugge, die vooral voor de export was bedoeld) en één pijpleiding vanuit Noorwegen. Inmiddels zijn er twee verbindingen bijgekomen, een met Nederland en nog een met Noorwegen, en is de reverse flow capaciteit van de interconnector met Zeebrugge uitgebreid. De noodzaak van diversificatie werd ook ingegeven door vrees voor eenzijdige afhankelijkheid van Rusland. Groot-Brittannië heeft een zeer beperkte opslagcapaciteit. Het land kan slechts een voorraad voor enkele dagen opslaan, waardoor het land extra gevoelig is voor eventuele tekorten.
LNG
Die nieuwe verbindingen met ons land en Noorwegen hebben voor verlichting gezorgd op de Britse markt. Het Nederlandse en Noorse gas maakt meer dan de helft uit van de Britse gasimport. Maar minstens net zo spectaculair is de opmars van liquefied natural gas (vloeibaar gas dat per boot wordt aangevoerd, LNG) op de Britse markt, dat de tweede pijler is van de diversificatie van importen. In 2005 werd begonnen met de import van LNG, via één terminal. In 2009 werd een aantal nieuwe terminals operationeel, met als gevolg dat vorig jaar maar liefst 35 procent van de gasimport uit LNG bestond. Daarvan kwam driekwart uit Qatar. Britse bedrijven hebben meerjarige contracten afgesloten met Qatar, die bescherming bieden tegen prijsschommelingen en de leveringszekerheid waarborgen. Verwacht wordt dat het aandeel LNG flink zal groeien en in 2025 goed zal zijn voor de helft van de Britse gasbehoefte.
Volg ons op Twitter: @energiepodium