Column Rob de Wijk: "Zijn er wel voldoende grondstoffen beschikbaar voor alle ambitieuze vergroeningsplannen?
GroenLinks heeft grote plannen met de vergroening van Nederland. De partij wil in 2020 voor 9 miljoen huishoudens in de Noordzee stroom opwekken. Daarvoor is 10.000 megawatt nodig. Energiebedrijven moeten van Jolande Sap verplicht worden windmolens te bouwen en Noordzeestroom af te nemen. Maar hoe realistisch is dat dat?
Momenteel wordt niet meer dan 228 megawatt in de Noordzee opgewekt. Ooit wilde het Kabinet in 2020 6.000 megawatt opwekken, maar dat is niet gelukt. De reden? We zitten op een prachtige aardgasbel en dat vertraagt de ontwikkeling van duurzame energie. Een andere reden is inconsistent overheidsbeleid en weinig politieke sturing. In het Verenigd Koninkrijk en Duitsland ligt dat anders. Overheid en bedrijven werken hier beter samen, en de bevolking begrijpt waarom groen goed is. Dat verklaart bijvoorbeeld waarom de Britse windindustrie op de Noordzee en de Duitse activiteiten op het gebied van zonne-energie zo succesvol zijn. Ik zie hierin op korte termijn geen verandering komen. Het politieke landschap is te versplinterd en voor veel politici en burgers is groen uit.
Maar er zijn meer uitdagingen. Voor onderhoudsarme windmolens op zee wordt voor de permanente magneten veelal neodymium gebruikt. Per windmolen zijn dan honderden kilo's benodigd. Neodymium behoort tot de categorie zeldzame aarden waarvan de markt voor 97 procent door China wordt gecontroleerd. Dat land deinst niet terug voor grondstoffennationalisme. De oorspronkelijke productie van zeldzame aarden is in de afgelopen jaren op 30.000 ton gesteld, terwijl de vraag ongeveer het dubbele was. Mede daarom constateerde een grondstoffenstudie van de EU dat zeldzame aarden verreweg het negatiefst scoren in termen van economische impact en leveringszekerheid. Dit werpt de vraag op of er überhaupt voldoende grondstoffen beschikbaar zijn om ambitieuze vergroeningsplannen uit te voeren. Alternatieven voor schaarse grondstoffen zijn er in veel gevallen wel, maar die lijken voorlopig minder efficiënt en de ontwikkeling van echte alternatieven kost veel tijd en veel geld.
Experts wijzen er overigens al heel lang op dat materialen die nodig zijn voor clean tech, in hoog tempo opraken en, zoals dit het geval is met zeldzame aarden, de winning ervan een enorme belasting van het milieu is. Om die reden werd vorig jaar in het Vlaamse Parlement voor een verbod op neodymium gepleit. Een daadwerkelijk verbod zou mijn twijfel over de haalbaarheid alleen maar versterken.
Wat dan? In de Verenigde Staten woedt een discussie over schaliegas. Optimisten schatten dat er voor 200 jaar in de grond zit. Pessimisten schatten de voorraden aanzienlijk lager in, maar zeker is dat u en ik het opraken van gas niet meemaken. Kortom, de prikkel om in alternatieven als zonne- en windenergie te investeren wordt steeds kleiner.
Dit punt wordt naar verluid ook in Global Trends 2030 gemaakt, de toekomstvisie van de Amerikaanse president. Schaliegas kan de nekslag betekenen voor de clean tech industrie. In Europa stokt de discussie vanwege de veronderstelde milieueffecten van de schaliegaswinning. Maar als Amerika succesvol en schoon schaliegas wint, volgt Europa vanzelf.
En zo zijn we terug bij af: discussies over alternatieve, groene energie komen in een ander daglicht te staan als onconventioneel gas op grote schaal gewonnen gaat worden.
Voor GroenLinks betekent dit dat ze moeten bepalen wat de echte game changer wordt: windmolens of schaliegas.
Rob de Wijk is directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en professor Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden. In zijn column gaat hij in op de energievoorziening in het licht van de internationale verhoudingen.
Volg Energiepodium op Twitter: @energiepodium