Ik zou er een gaan kopen. Ik had al afgesproken met garages, voor hetzelfde Zweedse merk als mijn vader reed voor hij stierf, waarin mijn moeder onze jeugd lang bleef rijden. Of een elegant Italiaans Alfaatje, zuinig en sierlijk. Dit zou het worden, zo zou ik door Nederland gaan reizen: de youngtimer op benzine.
Maar toen gebeurde er iets.
Ik ontdekte iets nieuws. Een totaal andere manier van reizen. Het voelde als vliegen. Mijn stad, ons land, ze werden er kleiner van. Ik kwam overal sneller, zonder in een auto te stappen. Het was magisch.
Ik ontdekte het in het Vondelpark, het mooiste park dat Amsterdam heeft. Ik zou er met iemand anders heen gaan. ‘Hoe zullen we gaan’, vroeg ik. ‘Op mijn fiets’, zei die ander, die me de sleutels gaf en zelf achterop ging zitten. Ik ging op het zadel zitten, zette af.
En toen gebeurde het: we stegen op, samen op die fiets.
Dit was er zo één waar half Amsterdam op rijdt, havercappu of matcha latte in de hand. Ik was altijd anti geweest. Ik heb toch benen? Ik kan tien kilometer rennen. Waarom zou ik dan elektrisch fietsen?
Dat was voor ik het zelf probeerde. Want het ging zo snel, zo licht. Twee keer trappen en we waren al op kruissnelheid. Vier keer trappen en we waren het hele Vondelpark door. Rode lichten deerden ons niet. We stopten wel, maar waren het eerst van iedereen weer weg, meteen weer op kruissnelheid. Het was heerlijk.
En ik dacht: dit biedt mogelijkheden. Voor mijn werk reis ik veel naar het noorden en het zuiden, pratend met alle gemeentes en woningcorporaties. De stations die ik daarvoor moet hebben, liggen best ver van mijn huis. Fiets ik daarheen, dan ben ik lang onderweg. Elk rood licht vertraagt mijn reis. Het duurt van deur tot deur zo lang, dat ik liever autorijd.
Maar nu, met zo’n vliegtuig met een zadel, zou ik er in no-time zijn. Plots was de trein weer aantrekkelijk. De treinreis zou van deur-tot-deur zo kort duren als met de auto. En in de trein kun je werken. In de auto kun je enkel bellen.
Snap je nu dat ik mijn afspraken met de Saab-garages weer afzegde, geen elegante Alfa meer proefreed?
Ik ging naar de fietsenwinkel. Twee proefritten waren voldoende, op het merk dat failliet was en doorstartte, en nu zoef ik van mijn huis naar elk station en ik trein het land door. Onderweg werk ik. Zelfs deze tekst schrijf ik in de trein. Hij was duur, toch won de fiets het van de auto.
Voor mij kwam het onverwachts. Toch is het zo, voor mij: de klimaatvriendelijkste manier van autorijden is de fiets.