"Minister, geef overtuigend aan dat het klimaatpakket het meest optimale is"
Adam Smith introduceerde in zijn boek ‘The Wealth of Nations' het concept van de ‘onzichtbare hand van de (vrije) markt'. Kort gezegd: we worden er allemaal beter van wanneer organisaties in vrijheid hun eigen belang kunnen najagen. De overheid heeft in Adam's ogen slechts de taak generieke regels te definiëren. Bijvoorbeeld een belasting op CO2. Vervolgens is het devies: ‘laisser faire'. Het tegenovergestelde van een vrije markt is een planeconomie, waar de overheid aan de hand van langetermijnplannen bepaalt wat er gebeurt.
Onze energiemarkt is sinds circa 20 jaar een vrije markt. Talloze partijen zijn actief. Iedereen neemt beslissingen uit eigen belang. Via innovaties, efficiëntieverbeteringen en betere service aan de consument wordt winstmaximalisatie nagestreefd. Deze winst vloeit dan via de aandeelhouders weer terug naar de maatschappij. Er is geen centrale sturing op hoeveel er geïnvesteerd wordt, wanneer en waar. Dat doet de onzichtbare hand.
Adam Smith was zich terdege bewust van de tekortkomingen van de vrije markt. In het bijzonder wees hij op het gevaar dat partijen zouden samenspannen, ten koste van de anderen. Een krachtig mededingingsbeleid was in zijn ogen daarom noodzakelijk. De door EZK gekozen route met klimaattafels, zou zeker niet de goedkeuring verkrijgen van Adam Smith!
Voor een overheid is ‘laisser faire' niet eenvoudig. We zijn als maatschappij namelijk nogal snel verontwaardigd. Rampspoed! Oneerlijk! Marktfalen! Blijf dan als verantwoordelijk minister of parlement maar eens op je handen zitten, in de overtuiging dat het wel goed komt. Het gevolg is dat de overheid ingrijpt. Met de beste bedoelingen. Stap voor stap zijn we op deze manier afgedwaald van een vrije markt met eenvoudige regels, naar een complex systeem waar de onzichtbare hand van de markt steeds meer aan banden wordt gelegd door regulering.
Neem wind op zee. De overheid bepaalt tegenwoordig dat er windturbines komen, waar, hoeveel en wanneer. Of, aan de andere kant van het spectrum, wind op land. Het waait in Drenthe iets minder dan in Noord Holland. Oneerlijk! Dus krijgt een windproject in Drenthe meer subsidie dan in Noord-Holland. Een (duurdere) windturbine op een dijk krijgt meer subsidie dan de buurman in het weiland ernaast. En kilowattuur uit een klein zonnepark krijgt meer subsidie dan een kilowattuur van een grote broer. De onzichtbare hand raakt hier natuurlijk danig van de war. Niet langer gaan marktpartijen op zoek naar investeringen op de beste locaties. Dat bepaalt de overheid of de subsidie.
““De vrije energiemarkt is grotendeels verleden tijd””
Verandering van regelgeving leidt tot kansen en risico's voor de maatschappij. Ministeries en Kamerleden worden overstelpt met voorstellen voor nieuwe of andere regelgeving, inclusief argumentatie en onderbouwende rapporten; en tegenvoorstellen om juist wat anders te doen. Ambtenaren hebben een dagtaak de vragen die dat oproept te beantwoorden. Logisch. Bedrijven kunnen namelijk veel meer en gemakkelijker geld verdienen door het bewerkstelligen van voor hen betere regelgeving, dan door innovaties, efficiëntieverbeteringen of betere service.
Op papier heeft Nederland nog steeds een vrije energiemarkt en onze energiewetgeving is daarop gebaseerd. De praktijk is anders. De overheid reguleert vrijwel alle investeringen in de energiesector. En ook sommige desinvesteringen, zoals sluiting van kolencentrales. De vrije markt die met haar onzichtbare hand op zoek gaat naar maatregelen om tegen de laagste kosten CO2 te reduceren, is grotendeels verleden tijd.
We zien dit ook in omringende landen. De Belgische overheid gaat zelfs de bouw van nieuwe gascentrales subsidiëren. In Duitsland wordt gewerkt aan een planmatige uitfasering van steenkolen, nadat hun kerncentrales hetzelfde lot ondergingen. Investeringen in wind op zee wordt overal door de overheid geregisseerd. Recent liet het IEA zien dat wereldwijd 95% van alle investeringen in de elektriciteitssector gereguleerd zijn.
Nederland is daarmee min of meer terug naar de periode waarin de Samenwerkende Elektriciteit Productiebedrijven (SEP) en Gasunie onder regie van de minister van Economische Zaken en Klimaat de noodzakelijke investeringen op de Nederlandse energiemarkt bepaalden. Alleen gebeurt dat nu niet meer in Arnhem en Groningen, maar in Den Haag. Het gaat wel op een heel andere manier. Voorheen werkten ingenieurs en economen schouder aan schouder aan optimale systeemoplossingen tegen de laagste kosten.
Tegenwoordig doen we het via klimaattafels, waar een diversiteit aan bedrijven en organisaties discussiëren, argumenteren en via de pers zelfs ruzie maken met als belangrijkste doel hun wensen en verlangens in het klimaatakkoord te krijgen. Ik pleit niet voor terugkeer naar de oude wereld. Anderzijds denk ik niet dat er ‘een onzichtbare hand van de klimaattafels' bestaat. Het lijkt me daarom dringend gewenst dat alle klimaatplannen op systeemniveau worden doorgerekend, waarbij uitgebreid wordt nagegaan of er slimmere keuzes zijn. Tevens dient er flexibiliteit in de plannen te zijn, waardoor Nederland kan profiteren van kansen en tegenvallers kan opvangen. Ook dienen verantwoordelijkheden helder te worden toegewezen en moet duidelijk zijn wie het gaat betalen.
Het PBL gaat dat deze zomer niet doen. Het is simpelweg niet haar opdracht en het is ook onmogelijk deze klus in een paar zomerweken te verrichten. We kunnen het ook niet vragen van de klimaattafels, gegeven de diversiteit aan deelnemers met tegengestelde belangen. Daarmee ligt deze taak op het bordje van de minister van EZK. De energietransitie wordt een kostbare aangelegenheid die veel van de burgers en bedrijven zal vragen. Mooi, wanneer u eind dit jaar komt met de klimaatplannen. Maar geef daarbij overtuigend aan dat dit pakket het meest optimale is. Kijk daarbij niet naar 2030, maar juist ook verder vooruit. De samenleving heeft daar recht op.
Martien Visser is lector energietransitie & netintegratie, Hanzehogeschool Groningen en Manager Corporate Strategy bij Gasunie. Hij schrijft zijn column op persoonlijke titel. Zijn mening komt niet noodzakelijkerwijs overeen met die van de Hanzehogeschool of Gasunie.
Op Twitter is hij actief onder @BM_Visser