Zoeken

Energierevolutie VS verandert spelregels

Auteur

Coby van der Linde

De Nederlandse media zwijgen over de nieuwe rol van de VS als exporteur van olie en aardgas en dat is volgens Coby van der Linde onterecht. De Amerikaanse energierevolutie verandert de energiewereld en Europa mag volgens haar niet achteloos met de handen op de rug toekijken.

Het is de laatste tijd veel stiller in de media geworden als het gaat om de Amerikaanse schalierevolutie, althans in Nederland. Dat is niet omdat de schalierevolutie niet voortgaat, integendeel. Volgens het Amerikaanse energieagentschap EIA is inmiddels 70% van het geproduceerde aardgas en 60% van de geproduceerde olie al afkomstig uit schalieformaties (zie figuur 1). De VS is nu Rusland en Saoedi-Arabië voorbij als grootste producent in de wereld en levert een belangrijke bijdrage aan de niet-OPEC olieproductie in de wereld.

Minder dan tien jaar geleden keek de VS aan tegen een enorme import van olie en voorspelde men in 2008 nog dat in korte tijd de import-afhankelijkheid van aardgas zou stijgen naar 30% van de totale consumptie. In een bestek van tien jaar is de VS veranderd van een grote importeur in een exporteur van olie en aardgas. Dat brengt niet alleen veel economische veranderingen, maar ook politieke.

De importafhankelijkheid van de VS van landen als Saoedi-Arabië en Venezuela was niet alleen een bron voor ingewikkelde politieke en economische relaties, maar ook een belangrijke reden om een vrije internationale olie- en gasmarkt af te dwingen. Niet zozeer het eigendom van de bronnen verzekerde de toevoer naar de VS en haar bondgenoten, maar het vrije internationale marktmodel waar olie in dollars werden verhandeld. Om deze markt te faciliteren werden belangrijke zeeroutes en knooppunten beveiligd door de Amerikaanse strijdkrachten. Van dit beleid profiteerden ook andere olie-importerende landen, die zonder de beveiligingskosten konden rekenen op toegang tot de internationale olie- en gasstromen.

“Voorzieningszekerheid is groter dankzij export uit VS”
1902-COLUMN-JAN_COBY_VAN_DER_LINDEN_-AMERIKAANS-ILLUS-figuur-1

De transformatie van de VS van een aanzienlijk importerend naar exporterend land is groot, ook voor exporterende landen die een lucratieve en zekere markt deels zien verdwijnen. Deels omdat een aanzienlijk deel van de raffinagecapaciteit in de VS niet is ingericht voor het verwerken van lichte ruwe oliesoorten, maar op zwaardere oliesoorten. De VS worden dus netto-exporterend op korte termijn, maar hebben om de schalieolie te mengen naar de juiste blend nog aanzienlijke stromen van zwaardere oliesoorten nodig om de olie om te zetten naar nuttige eindproducten. Olie uit Saoedi-Arabië en Venezuela en in toenemende mate uit Canada zorgen voor de juiste blend voor de raffinaderijen. De VS kunnen zich dus niet isoleren van de internationale oliemarkt, maar het grote vraagstuk van voorzieningszekerheid uit het verleden is wel enorm veel kleiner geworden.

De rol van import-afhankelijke grootmacht is nu overgenomen door China en zal ongetwijfeld leiden tot meer ingewikkelde politieke bemoeienis van China met olie en gas-exporterende landen. De grote afhankelijkheid van Azië van olieleveranties uit het Midden-Oosten, zoals te zien in figuur 2, spreekt boekdelen. De gasstromen zijn niet heel veel anders, behalve dat deze in Azië vooral uit vloeibaar gas bestaan en in de EU vooral uit gas aangevoerd door pijpleidingen. Nu al struikel je over Chinese delegaties in landen als Saoedi-Arabië en is ook de energiecomponent van het Belt & Road project een niet te onderschatten relatiemachine. Ook India begint zich te roeren op het gebied van energiediplomatie. De Chinese energie-importen zullen een belangrijke post op de handelsbalans worden en het opzetten van een markt waar olie in Yuan kan worden verhandeld is een veeg teken dat China zich voorbereid op een actievere bemoeienis met de organisatie van de internationale oliemarkt.

1902-COLUMN-COBY_VAN_DER_LINDEN_-OLIEHANDELSSTROMENfiguur2

Er ontstaat zo een interessante periode in de geschiedenis van de olie- en gasindustrie, waarbij de VS vanwege de schalie voorkomens in het oosten van het land en de export infrastructuur, vooral het oog zullen laten vallen op de Atlantische energiemarkten. Op die markt ontmoeten de Amerikaanse olie- en gasexporten elkaar op de marktplaats EU. Op het gebied van olie hoeft dat elkaar niet echt te bijten omdat ook veel van de Europese raffinaderijen alleen geschikt zijn voor een mengsel van zwaardere en lichtere oliesoorten en Russische en Amerikaanse stromen elkaar kunnen aanvullen.

Op aardgasgebied is dat echter een ander verhaal, daar concurreren ze om de consument. Wellicht dat we schermutselingen op energiegebied tussen de VS en Rusland over nieuwe gaspijpleidingen ook een beetje in de context moeten zien van het openbreken van de Europese markt voor een nieuwe aanbieder. Dat gaat nog een beetje van dik-hout-zaagt-men-planken, waarbij niet geschuwd wordt om de lange periode dat de EU heeft geprofiteerd van de veiligheidsgaranties van de VS in herinnering te roepen. De EU heeft lang zich alleen op het economische hoeven te richten, maar zo langzamerhand wordt duidelijk dat strategisch vernuft nodig is om zich staande te kunnen houden in de harder geworden wereld van de energiediplomatie. Als de EU zich niet bemoeit met de internationale olie en gaswereld, bemoeit deze wereld zich wel met de EU. Ongeacht of we dit nu willen of niet.

Coby van der Linde

Coby van der Linde, senior fellow Centre for International Energy Policy (CIEP)