Zoeken

EU CO2-doel voor 2040: meer klimaatambitie door toegestane flexibiliteit

Auteur

Jos Cozijnsen

Waar de EU flexibiliteit toepast voor het halen van gezamenlijke doelen waar dat kan, is de EU succesvol volgens Jos Cozijnsen. "Dat kan het duidelijkste bij klimaatbeleid en dus CO2-doelen, waarbij het niet uitmaakt waar die wordt gereduceerd. Elke vermeden of opgeslagen ton CO2 helpt. Het duidelijkste voorbeeld is het EU CO2-emissiehandelssysteem (EU ETS), waarbij de totale cap hard is en leidt tot 62% minder CO2-emissies in 2030 van alle ETS-deelnemers samen en 0 in 2040. Nu zit men al op -50% t.o.v. 2008. Individuele bedrijven die verplicht onder het ETS vallen zijn vrij om te kiezen: emissies reduceren of compenseren door beschikbare (maar afnemende) emissierechten te kopen."

Voorstel

Een vergelijkbare flexibiliteit stelt de Europese Commissie voor bij het totale CO2-doel voor de EU in 2040: 90% reductie. En de flexibiliteit om dat doel betaalbaar en praktisch haalbaar te realiseren bestaat uit o.a. de volgende onderdelen:

  1. Gebruikmaken van hoogwaardige internationale carbon credits; 
  2. Het koppelen van koolstof verwijdering credits aan het EU ETS;
  3. Sectorale flexibiliteit.

In een aankomende evaluatie in het najaar zal de Europese Commissie aangeven welke besparing dit oplevert en welke eisen worden gesteld. Maar aan bedrijven een hoeveelheid reducties beneden de stijgende ETS-prijs toestaan, is interessant voor ETS-deelnemers. De laatste eigen reducties zijn immers ook het lastigst. Schuiven tussen sectoren en het aankopen van carbon credits door landen levert landen veelal 50% kostenbesparing op en betrekt tegelijkertijd de ontwikkelingslanden bij klimaatbeleid, waar de emissies nu alleen nog maar stijgen.

Europese Commissie, juli 2025
Europese Commissie, juli 2025

Ten aanzien van de aankoop van carbon credits:

Het gaat om maximaal 3% van het 90% doel, waarvoor Lidstaten gebruik kunnen maken van hoogwaardige internationale carbon credits vanaf 2036. Dat komt neer op zo’n extra 140 Mt betaalbaardere reducties in 2036.

Voor bedrijven kan het interessant zijn carbon credits te realiseren in de eigen internationale toeleverketens. De tijd is daar eindelijk rijp voor. Er is inmiddels tientallen jaren ervaring met de vrijwillige markt (Gold Standard, Verra). En nadat de EU, dat door de economische crisis na 2008 geen Kyoto Protocol Clean Development Mechanism (CDM) carbon credits meer nodig had, waardoor deze in kwaliteit en waarde wegzakten, wordt het CDM vervangen door een nieuw, ambitieuzer programma, het Paris Agreement Crediting Mechanism (Artikel 6.4. van het Parijs Akkoord).

Op de Klimaattop vorig jaar zijn daar, een aantal ervaringen rijker, strengere regels over afgesproken. En landen mogen deze credits gebruiken voor het helpen halen van hun nationale klimaatdoelstelling. Landen kunnen volgens Artikel 6.2. ook bilaterale afspraken maken over projecten waar men in investeert. Dat doen Zwitserland, Zweden en Noorwegen bijvoorbeeld al. Andere eisen die de Commissie gaat uitwerken: robuuste selectiecriteria, uit landen met zelf een ambitieuze doelstelling (geen ‘hot air’), gastland deelt in de opbrengsten en geen dubbeltelling van de carbon credits (via zogenaamd 'corresponding adjustment' van art. 6.2).

Ten aanzien van de koppeling van carbon removal credits aan het ETS

Het gaat om het koppelen van carbon credits van ‘permanente’ koolstofopslag in de EU van het Europese Carbon Removals Certification Framework (CRCF). Dat kan gaat om BECCS (CCS met bioenergie), direct air capture en biochar. Het percentage en de fasering van de koppeling en andere eisen komen aan bod in de review van het ETS in juli 2026. De credits kunnen dan gebruikt worden voor restemissies uit sectoren die moeilijk te verminderen zijn.

Ten aanzien van sectorale flexibiliteit

Een lidstaat kan bijvoorbeeld koolstofopslag in de landgebruikssector compenseren met reducties in andere sectoren als afval en transport en andersom, aangezien elke lidstaat weer andere uitdagingen en kansen in verschillende sectoren heeft.

Klimaatvoorstellen dreigen aan karikaturen ten onder te gaan

De Europese Commissie werkt de voorstellen nog later uit; de EU-landen bespreken het in september. Het Deense EU voorzitterschap probeert landen al aan boord te halen Maar in de media lijken de voorstellen aan karikaturen ten onder te gaan.

Aan de ene kant struikelen milieuorganisaties en politici aan de linkerkant over elkaar heen die de voorstellen, een ‘afzwakking’, ‘gatenkaas’, ‘achterdeurtjes en moeilijk te bewijzen claims’, ‘moet op Europees grondgebied’, ‘capitulatie aan rechts’ en invloed van Trump noemen.
Dat is volstrekte onzin. Het is geen afzwakking. De flexibiliteit volgt internationale afspraken en helpt juist de ambitieuze doelen halen en bespaart de belastingbetaler en bedrijven geld. Alleen binnen de EU investeren, wordt door de rest van de wereld als protectionisme gezien. Ontwikkelingslanden vragen al tientallen jaren steun bij bosbescherming, duurzame energie en reducties in afvalsector, wat ook onze eigen internationale import carbon footprint vermindert.

De Adviesraad Internationale Vraagstukken vindt gebruikmaking van internationale carbon credits juist bijdragen aan "klimaatrechtvaardigheid". Volgens Artikel 6 tellen carbon credits als reducties op eigen grondgebied. Al kan het geen kwaad de Klimaatwettekst hierop aan te passen. En de Europese Commissie stelt hoge eisen en beperkt de carbon credits tot 3% (zie hierboven).

Aan de andere kant noemen rechts en klimaatskeptici het voorstel onrealistisch en onnodig en noemt Bjørn Lomborg (de ‘skeptical environmentalist) in De Telegraaf ‘de drang naar 90% economische zelfmoord’ en ‘vermindert maar 3% van mondiale emissies en 0,01 graad. En het lukte een groot middenblok in het Europees Parlement maar net te voorkomen dat de rechterflank, Patriots for Europe Group (PfEG), het hele dossier zou saboteren.

Ook dit is onzin. De -90% is geen extra doel, maar zit op de lijn naar de afgesproken netto klimaatneutraliteit in 2050 en meer dan de helft van de emissies gaan via het ETS al naar 0 in 2040. En de voorstellen gaan juist gepaard met manieren om de kosten te beperken. En investeren in methaanreductie carbon removal, en negatieve emissies in het algemeen, zorgen binnen een aantal jaar ook direct voor afkoeling. En elke tiende graad helpt zeggen klimaatwetenschappers.

Middensteun groeit

Het is de hoop dat de ontwikkeling naar het midden van het politieke debat, waar meer compromissen en oplossingen worden gevonden, ook steun zal geven aan het pragmatisch klimaatbeleid en karikaturen minder het beeld bepalen. Positief is dan ook dat VVD, CDA, ChristenUnie en D66, natuurlijk tegen goede voorwaarden, al aan de slag willen gaan met flexibiliteit door negatieve emissies en met het opzetten van een internationale koolstofmarkt.

Jos Cozijnsen

Jos Cozijnsen is Carbon Specialist bij Anthesis. Op Twitter is hij actief onder @timbales