Zeven maanden nadat in Rotterdam ‘één van de meest efficiënte, betrouwbare en schone aardgasgestookte elektriciteitscentrales van Europa’ feestelijk in bedrijf was gesteld, vond op 16 augustus 2012 de ‘Klap bij Huizinge’ plaats, met een kracht van 3,6 op de Schaal van Richter nog steeds de zwaarste aardbeving die ooit in Groningen is gemeten. In één klap kwamen zowel de aardgaswinning door de NAM in Noord-Nederland als gasgestookte elektriciteitscentrales in een heel ander daglicht te staan.
Goed, dat ‘in één klap’ in de aanhef hierboven klopt misschien niet helemaal, maar zegt wel iets over de impact van die disruptieve aardbeving, op 16 augustus 2012 om 22.31 uur. Sinds het begin van de aardgaswinning in Noord-Nederland zijn er discussies geweest over de geologische risico’s waarmee die gepaard zouden kunnen gaan. De honderden aardbevingen die vanaf 1986 werden geregistreerd, voedden de weerstand die door de ‘Klap van Huizinge’ een boost kreeg. In 2018, luttele maanden na een aardbeving bij Zeerijp met een kracht van 3,4 op de Schaal van Richter, maakte het kabinet bekend dat de gaswinning in Groningen stapsgewijs wordt afgebouwd, om uiterlijk in 2030 tot het verleden te behoren.
“In de energiemix zal gas een belangrijke rol spelen”
Of de Enecogen-centrale in Rotterdam dan nog op aardgas draait, is zeer de vraag. Net als de ‘Klap van Huizinge’ staat ook de zogenoemde ‘stoom- en gasturbine (STEG)-centrale’ van Eneco en Castleton Commodities International bepaald niet op zichzelf. Na de Sloecentrale in 2009 en de Maximacentrale in 2010, was het in 2012 de derde grote aardgasgestookte elektriciteitscentrale die in relatief korte tijd werd geopend. Zonder uitzondering gebeurde dat op feestelijke en optimistische wijze, want de manier waarop de nieuwe STEG-centrales ongeveer vijf miljoen huishoudens van stroom gingen voorzien was, om met Enecogen te spreken, ongekend ‘efficiënt, betrouwbaar en schoon’. Een capaciteit van 870 à 880 MW, werd voortaan gepaard aan een rendement van bijna 60%. Dankzij de toepassing van duurzame technieken ging de elektriciteitsproductie bovendien met veel minder uitstoot van NOx en CO2 gepaard dan bij, bijvoorbeeld, een bruinkoolcentrale. “Energieleverantie en energiezekerheid zijn van groot belang voor economische groei”, verzekerde toenmalig minister van Economische Zaken Maxime Verhagen bij de opening van de Maximacentrale in Lelystad, op een mistige decemberdag in 2010. “Tegelijkertijd moet je ook een goede energiemix hebben. Gas zal daarbij de komende jaren een belangrijke rol spelen, temeer daar Nederland hard aan het werk is de gasrotonde van Noordwest-Europa te worden.”
Het kan verkeren. Terwijl het imago van gas als schoonste fossiele brandstof door de aardbevingen in Groningen langzaam begon te wankelen, bleken de nog maar net geopende STEG-centrales door de stijgende gasprijzen al snel minder rendabel dan verwacht. Gedeeltelijke stilleggingen en een verminderde stroomproductie waren het gevolg. Pas de laatste tijd draaien de moderne STEG-centrales weer op volle toeren, net als kleinere en minder rendabele gascentrales trouwens. De reden: de lage gasprijs. “In de wetenschap dat de Hemwegcentrale in Amsterdam al dicht is en dat de resterende kolencentrales in Nederland uiterlijk in 2030 moeten stoppen met steenkool, is hun kostje voorlopig gekocht,” weet Frans Rooijers, directeur van onafhankelijk onderzoeks- en adviesbureau CE Delft. “Op de langere termijn weet ik alleen zeker dat gascentrales in 2050 niet meer operationeel zullen zijn, omdat het Nederlandse energiesysteem dan CO2-vrij moet zijn.” Op de middellange termijn hangt volgens Rooijers veel af van de uitwerking van de reductiedoelen voor de energiesector die in het Klimaatakkoord zijn vastgelegd. “Blijft er ruimte over voor gascentrales en zo ja, voor hoe lang? Vast staat dat de toenemende elektriciteitsvraag niet kan worden gecompenseerd door alleen de capaciteit van zonne- en windenergie te vergroten. Daarmee red je het simpelweg niet, zo’n 30% van de stroomvraag zal duurzaam op een andere manier moeten worden ingevuld.”
“Toenemende stroomvraag kan niet worden gecompenseerd met alleen zonne- en windenergie”
Daarbij wordt letterlijk en figuurlijk veel geld gezet op ‘waterstof’ als veelbelovend alternatief voor fossiele brandstoffen, maar volgens Jeroen van Hoof ‘duurt het nog wel even voor er uit die hoek een substantiële bijdrage aan de energiemix kan worden verwacht’. “Dat waterstof een belangrijke energiebron wordt, zeker voor de industrie, staat vast, maar het gaat nog jaren duren voor het een grote vlucht kan nemen,” voorspelt de energiespecialist van PwC en voorzitter van de World Energy Council Nederland. “Tot die tijd mag ik hopen dat als ‘transitiebrandstof’ wordt gekozen voor gas, verreweg de schoonste fossiele brandstof.”
Rooijers verwacht dat het kabinet via regelingen als SDE+ volop blijft inzetten op nieuwe technieken om energie op te slaan én om elektriciteit uit waterstof te halen, in brandstofcellen of in energiecentrales. “Hoe groter en concurrerender de markt voor CO2-vrije stroom, des te kleiner de vraag naar elektriciteit die in gascentrales is opgewekt”, voorspelt hij.
“Waterstof wordt belangrijke energiebron, maar dat gaat nog jaren duren”
Uitgerekend in Noord-Groningen is ondertussen te zien wat het voorland is van veel gascentrales, waaronder waarschijnlijk de drie grote STEG-centrales: in de Eemshaven wordt de gasgestookte Magnumcentrale van Vattenfall omgebouwd naar een CO2-neutrale waterstofcentrale, waarin met door elektrolyse verkregen groene waterstof energie wordt opgewekt. “Prachtig wat daar gebeurt, maar in eerste instantie ligt de nadruk in de Magnumcentrale op de productie van blauwe waterstof, waarbij de vrijkomende CO2 wordt afgevangen en ondergronds opgeslagen,” legt Van Hoof uit. “Volgens planning is er pas vanaf 2030 sprake van een 100% CO2-neutrale waterstofcentrale, als onderdeel van een waterstofeconomie met heel veel internationale potentie waarvoor Nederland met zijn industrie, ligging en infrastructuur een perfecte startpositie heeft. In de aanloop daarnaartoe moeten we proberen pragmatisch om te gaan met onze binnen Europa afwijkende, door het Groningse aardbevingsdossier behoorlijk gekleurde kijk op aardgas, door de bestaande gascentrales op een goede manier te blijven gebruiken tot er genoeg CO2-neutrale alternatieven zijn.