"Psychologische factoren spelen grote rol bij
olieprijs"
Al met al werd de markt dit jaar op flinke olieprijsbewegingen getrakteerd, zonder dat de achterliggende structurele factoren - zoals vraag en aanbod - daadwerkelijk al sterk zijn veranderd. De praktijk leert dat prijsbewegingen vaak eerder komen en agressiever zijn dan analisten inschatten. Daardoor is het de vraag of de olieprijs wel te voorspellen is. Het antwoord is simpel: nee.
Desondanks geven wij op het Economisch Bureau van ABN AMRO dagelijks prijsverwachtingen af. Niet alleen voor olieprijzen, maar ook voor andere belangrijke grondstoffen en voor rentestanden, valuta's en economische indicatoren. Deze verwachtingen zijn een weerspiegeling van macro-economische scenario's die wij opstellen. We gebruiken die om risico's in te schatten met het oog op financieringen, investeringen en beleggingen voor onze klanten en voor onze bank.
Een aantal aspecten van de prijsontwikkeling van olie is goed in te schatten. Uitgangspunt is dat de prijs de verhouding tussen vraag en aanbod weerspiegelt, aangevuld met een visie op de valuta. Olieprijzen worden immers verhandeld in dollars. Zodoende heeft de koers van de dollar voor ons in Europa ook een effect op de olieprijs.
““Nu de OPEC haar rol als zogeheten swing producer heeft losgelaten, is het overaanbod verder toegenomen””
De vraag wordt bepaald door (onze
inschatting van) de economische ontwikkeling van olieconsumenten. Bij een
normale mondiale economische groei nam de vraag naar olie in het verleden
gelijkmatig toe. Momenteel zien we echter dat dit principe onder druk staat. De
vraag naar olie in Europa en de VS neemt minder snel toe door
efficiencymaatregelen en duurzame alternatieven voor olie. In opkomende
markten, vooral in Azië, neemt de vraag nog wel sterk toe.
Door de opkomst van schalieolie in de VS is het mondiale aanbod van olie flink
toegenomen. Tot voor kort stuurde en stabiliseerde de OPEC de prijs van olie
door de productie aan te passen aan de vraag. Nu de OPEC haar rol als zogeheten
swing producer heeft losgelaten, en
zelfs inzet op behoud of uitbreiding van haar marktaandeel, is het reeds
bestaande overaanbod nog verder toegenomen. Toch is ook dit effect goed in te
schatten.
De moeilijkheid bij het voorspellen van de olieprijs heeft vooral te maken met
psychologische factoren. Zodra beleggers en investeerders angstig worden dat
bijvoorbeeld de onrust in het Midden-Oosten de productie in grote
olieproducerende landen zal raken, leidt dat direct tot prijsstijgingen. Ook
weersomstandigheden kunnen een grote invloed hebben op de olieproductie. Een
tropische storm in de Golf van Mexico kan de olieproductie daar stilleggen en
heeft dan prijsopdrijvende gevolgen. Maar zodra de markt zich vooral richt op
het bestaande overaanbod - en ervan uitgaat dat dit nog wel even stand zal
houden - zien we de prijzen dalen. Zoals dit jaar goed is te zien, is
speculatie door grote marktpartijen als hedgefondsen vaak bepalend voor de
richting van de olieprijs.
Voor een olie-analist is het bijna onmogelijk om externe factoren zoals het
weer of geopolitieke spanningen te voorspellen. Prijsverwachtingen van ons
Economisch Bureau zijn dan ook vooral gebaseerd op de vraag- en aanbodanalyses
met betrekking tot olie en op onze valuta-visie. Ze zijn een afgeleide van onze
macro-economische scenario's, aangevuld met inschattingen over mogelijke
marktspeculatie. Komen deze verwachtingen altijd uit? Hoewel het door ons
verwachtte herstel van de olieprijs in 2016 vooralsnog goed is uitgekomen, is
dat helaas lang niet altijd het geval. Daarom moeten deze verwachtingen niet
worden gezien als de waarheid. Ze dienen puur als duiding van de
prijsontwikkeling en zijn bedoeld om beleggings- en financieringsbeslissingen
te kunnen nemen in deze zeer complexe markt.
Hans van
Cleef is senior sectoreconoom energie bij ABN AMRO Bank, @ABNAMROeconomen. Op Twitter is hij actief onder @hansvancleef. Hij schrijft zijn columns op
persoonlijke titel.