Hans van Cleef: "Marktontwikkelingen selectief uitgelegd"
Marktspeculatie heeft een enorme vlucht genomen sinds dit door de introductie van financiële producten voor iedereen toegankelijk is geworden. Het hedgen van posities door olieproducenten was al lang gebruikelijk. Dat ook hedgefondsen en beleggers posities kunnen innemen op toekomstige prijsbewegingen is meer iets van de laatste vijftien jaar, en nog steeds groeiende.Olieprijsbewegingen komen normaal gesproken tot stand als gevolg van veranderingen in de vraag-/aanbodverhouding, geopolitieke spanningen of productiestoornissen. Het principe is simpel: lagere productie verhoogt de kans op tekorten. Dus gaat de prijs omhoog. De afgelopen maanden zie ik echter een hele andere trend ontstaan, met name rond de publicatie van de wekelijkse Amerikaanse olie- en benzinevoorraadcijfers. Eerder zorgde de publicatie van deze cijfers voor beweging in de olieprijs, bijvoorbeeld als voorraden onverwacht daalden, of de voorraad benzine toenam. Momenteel wordt de richting van de olieprijs echter vooral bepaald wordt door de positie van hedgefondsen. Ik zal dit verduidelijken met een voorbeeld: Op het moment dat het marktsentiment negatief is en de prijs dus naar verwachting zou moeten dalen, willen hedgefondsen hun long-posities (speculeren op toekomstige prijsstijgingen) verkopen. Op dat moment worden de voorraadcijfers als argument gebruikt om deze verkoop ‘te rechtvaardigen'. Voorraadopbouw wordt gezien als negatief en daarom als reden aangedragen voor de verkoop. Maar als de voorraadcijfers van ruwe olie nu juist dalen, past dat niet in het plaatje. Dan kijkt de speculant naar de benzinevoorraden. Mochten die cijfers ook niet uitkomen, dan wellicht de olieproductiecijfers van de VS? En zo blijven ze dus zoeken totdat er een headline is gevonden die aansluit bij de gewenste beweging.
Dat vergelijkbare ontwikkelingen op meerdere manieren kunnen worden opgevat, zien we nu ook terug bij de gevolgen van orkaan Harvey rond de Golf van Mexico. Waar in 2005 orkaan Katrina leidde tot een prijsstijging van olie als gevolg van het uitvallen van productiecapaciteit, zien we nu dat Harvey juist leidt tot een lagere olieprijs. Hoewel nu een vergelijkbaar aantal productie-installaties en raffinaderijen offline is gehaald als in 2005, is de aandacht plotseling verschoven van minder productie naar een afname van de vraag naar olie. Met de hoge olievoorraden in het achterhoofd lijkt dat een normale reactie, maar nadat de markt bijna twee jaar enkel en alleen naar aanbodfactoren heeft gekeken is dit een opvallende ontwikkeling.
““De scheidslijn tussen informeren en alarmeren is bijzonder dun””
Deze selectieve uitleg
van ontwikkelingen zien we vaker op de energiemarkt. Hoe vaak hebben we niet al
gehoord dat Nederland onderaan de lijstjes staat als het gaat om ontwikkelingen
op het gebied van duurzame energie? Eerder pleitte ik er in een column al voor om niet steeds achteruit te blijven
kijken, maar vooral vooruit: kijk ook naar wat er in de pijplijn zit qua
planning en bouw - van bijvoorbeeld offshore wind energie. Het is zaak daarbij
de verschillende geografische eigenschappen van ieder land en elke regio niet
uit het oog te verliezen. Onlangs werd ik via Twitter gewezen op een rapport van het Internationaal Energieagentschap van
maart jongstleden. Dit rapport geeft aan wat per land het aandeel variabele
duurzame energie in de elektriciteitsmix is. Daaruit blijkt dat Nederland
mondiaal gezien op een mooie elfde plaats staat. Een heel andere boodschap dus.
Het bevestigt andermaal hoe noodzakelijk het is om een totaalplaatje te
presenteren aan iedereen - dus niet alleen overheid en bestuurlijke
organisaties, maar zeker ook aan bedrijven en burgers. Dit om de discussie
rondom de energietransitie in het juiste perspectief te kunnen plaatsen. Dat
voorkomt dat de discussie en beleidsvorming, net zoals bij de speculatieve
belegger, plaatsvinden op basis van selectieve en dus subjectieve
berichtgeving. Hierbij is de scheidslijn tussen informeren en alarmeren
bijzonder dun, zeker op de anonieme en vluchtige sociale media. Informeren is
noodzakelijk, alarmeren werkt averechts. Als we in de volgende fase van de
energietransitie serieus willen doorpakken, dan moeten we bedrijven en burgers
motiveren om na te denken over hun energieverbruik op basis van de volledige
feiten, en niet op basis van roeptoeteren en bangmakerij. Zeker in deze tijd
waar #FakeNews bijna iedere dag trending
topic is.
Hans van Cleef is senior
sectoreconoom energie bij ABN AMRO Bank, @ABNAMROeconomen. Op
Twitter is hij actief onder @hansvancleef