‘Er gaat niets boven Groningen’ is al ruim dertig jaar lang de slogan waarmee de provincie in de rest van het land aan de man/vrouw wordt gebracht. Als het om de energietransitie gaat, kan daar met een knipoog aan worden toegevoegd dat er in Groningen zélf niets boven groene waterstof gaat. Ook de originele slogan blijft in dat verband trouwens onverminderd van toepassing, want de stroom die nodig is om op zee en in de Eemshaven op termijn jaarlijks zo’n 800.000 ton groene waterstof te produceren maken, wordt straks opgewekt door windparken op de Noordzee, tientallen kilometers bóven Groningen. “De windparken krijgen een capaciteit van 3 tot 4 GigaWatt in 2030 en circa 10 GW in 2040”, preciseert Van Hoorn, op de achterbank van een van de full-electric dienstauto’s die haar van de ene naar de andere afspraak brengt. “Probleem is dat 2030 eigenlijk te laat is, als ik naar onze plannen en ambities kijk. Bij het Rijk hamer ik er dan ook voortdurend op dat de planologische procedures korter moeten, bij ruimtelijke ontwikkelingen die zo’n belangrijke en onmiskenbare bijdrage leveren aan de energietransitie.”
“Groningen stevent af op af op een sleutelpositie binnen de toekomstige waterstofeconomie in Noordwest-Europa”
Optimaal gebruik makend van de (aardgas)infrastructuur die al aanwezig is en de waterstofbackbone die in Nederland wordt aangelegd en in Groningen begint, stevent de provincie volgens Van Hoorn af op een sleutelpositie binnen de toekomstige waterstofeconomie in Noordwest-Europa. “De uitgangspositie is uitstekend en ook de vooruitzichten zijn florissant. De 32 waterstofbussen die al een paar jaar een deel van het openbaar vervoer verzorgen in Groningen, zijn een voorbode van het nieuwe energiesysteem dat Groningen veel extra werkgelegenheid zal opleveren, dankzij projecten als Djewels en NortH2. De provincie beschikt bovendien over zoutcavernes die mogelijk geschikt zijn om waterstof ondergronds op te slaan. En de warmte die bij de waterstofproductie vrijkomt kan worden gebruikt om bedrijven en woningen te verwarmen.”
Van Hoorn kan eigenlijk maar één ‘maar’ bedenken bij de grote waterstofambities: De kabels die nodig zijn om de energie te transporteren van de windparken op de Noordzee naar de Eemshaven. “Die moeten onder de Waddenzee door, die een Werelderfgoed-status heeft. Terecht, want het is een prachtig gebied dat inclusief mijzelf veel mensen na aan het hart ligt. Ook met het oog op het draagvlak voor de energietransitie, dring ik daarom aan op een aanleg die de Waddenzee zo veel mogelijk ontziet. Daarvoor moet ik trouwens niet alleen in Den Haag zijn, maar ook in Hannover, waar het ministerie van Milieu van de Duitse deelstaat Nedersaksen gevestigd is. Dat gaat namelijk ook over de vaargeul in de Eems, die zich goed lijkt te lenen voor de kabels.”
“De klimaatcrisis is niet meer een crisis van de toekomst, we zitten er als samenleving middenin”
Als gedeputeerde nam Van Hoorn in januari 2022 het stokje over van Nienke Homan, die bestuurslid werd van Green Hydrogen Organisation (GH2), een organisatie die zich wereldwijd inzet voor de productie en het gebruik van groene waterstof in de industrie, de scheepvaart en de luchtvaart. “Daarvoor combineerde ik het statenlidmaatschap voor GroenLinks met een managementfunctie bij achtereenvolgens Waterschap Noorderzijlvest en de Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe (RUD)”, vertelt de milieukundige, die in 2004 aan de Wageningen Universiteit afstudeerde in de milieutoxicologie. “Zowel tijdens mijn studie als beroepshalve heb ik altijd veel te maken gehad met waterkwaliteit en klimaatadaptatie. Beide onderwerpen drukken ook een groot stempel op mijn portefeuille als gedeputeerde. Het mooie is dat er heel veel raakvlakken zijn met het onderwerp waar ik binnen GS ook verantwoordelijk voor ben: de energietransitie.”
Als geen andere provincie in Nederland heeft Groningen de wrange vruchten geplukt van de aardgaswinning, die tot aardbevingen, verzakte en beschadigde woningen en een moeizame schade-afhandeling heeft geleid. Of dat heeft geresulteerd in meer of minder draagvlak voor de energietransitie, durft de gedeputeerde niet te zeggen. “Ik signaleer wel dat jongeren er warmer voor lopen dan ouderen, maar dat is in de rest van Nederland niet anders.”
De tekst loopt hieronder door.
In de aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen, kozen de Groningse GroenLinks-leden Van Hoorn in november vrijwel unaniem als lijsttrekker. ‘De klimaatcrisis is niet meer een crisis van de toekomst, we zitten er als samenleving middenin’, zei ze toen. “Ook voor de volgende bestuursperiode zijn de uitdagingen groot”, voegt ze er nu aan toe. “Heel gechargeerd kun je stellen dat de focus de afgelopen jaren vooral op de Regionale Energie Strategie (RES) 1.0 heeft gelegen en dat het zwaartepunt de komende jaren zal verschuiven naar de warmtetransitie, die deel uitmaakt van de RES 2.0. Alle Groningse gemeenten hebben een Transitievisie Warmte opgesteld die aangeeft hoe ze hun dorpen en wijken aardgasvrij willen maken, maar zonder uitzondering moeten die de komende jaren veel concreter worden gemaakt.”
“De Transitievisies Warmte die alle Groningse gemeenten hebben opgesteld, moeten de komende jaren zonder uitzondering veel concreter worden gemaakt”
Als voorbeeld noemt ze de restwarmte die nu al vrijkomt in de industrieclusters bij de Eemshaven en Delfzijl. “Dat wordt alleen maar meer als in de Eemshaven straks ook waterstof wordt geproduceerd. In diverse warmtevisies wordt de potentie van die restwarmte benoemd, maar van concrete plannen is nog niet of nauwelijks sprake. Hoe gaat bijvoorbeeld het tracé lopen van de Eemshaven naar de te verwarmen wijken in de stad Groningen? Welke gemeenten krijgen er mee te maken en kunnen er hun voordeel mee doen? Onder regie van de werkgroep Warmte moet dat soort zaken worden uitgewerkt in het zogenaamde ‘warmtespoor’ in de RES 2.0, die een groot stempel zal drukken op de komende jaren en de volgende collegeperiode.”
Vergeleken met die warmtetransitie is de RES 1.0 die de RES-regio Groningen al in de zomer van 2021 kon vaststellen, volgens Van Hoorn al behoorlijk concreet. “In 2030 willen we in Groningen 5,7 TWh aan elektriciteit opwekken met behulp van zonneparken en windmolens. Dat is het officiële bod, op basis van wat al is aangelegd en bestaande, vastgestelde plannen. Op basis van de zonnevisies van de gemeenten denken we dat we gaan uitkomen op 6,4 TWh. Van alle zonneparken in Groningen is al bekend waar ze kunnen komen, op het gebied van windenergie is al veel gerealiseerd en zijn de contouren van twee concentratiegebieden al bekend. Eén concentratiegebied moeten we nog verder invullen: Eemshaven-West.”
“Als middenbestuur, tussen het Rijk en gemeenten in, willen we er zijn voor partijen die op energiegebied tussen wal en schip dreigen te vallen”
Van Hoorn was begin dit jaar nog geen maand gedeputeerde, toen het Russische leger Oekraïne binnenviel. De gascrisis die uit de oorlog voortvloeide, leidde ook in Nederland tot energiearmoede. Het Rijk gaf alle huishoudens eind vorig jaar een korting op de energierekening en stelde vanaf 1 januari 2023 een prijsplafond in voor gas, stroom en stadsverwarming. Van Hoorn: “In aanvulling daarop, hebben we als provincie geanalyseerd bij welke huishoudens, bedrijven en organisaties de prijsstijgingen het hardst aankomen. Dat heeft geleid tot bespaarcoaches en energiecoaches, die inwoners en ondernemers helpen om energie te besparen en wijzen op regelingen waar ze gebruik van kunnen maken bij het verduurzamen van hun woning of bedrijfspand.”
De gedeputeerde wijst in dat verband ook op het Fonds Nieuwe Doen, dat tegen zeer gunstige voorwaarden leningen verstrekt aan initiatieven van bedrijven, stichtingen en verenigingen op het gebied van zorg, leefbaarheid en energie. “In het verlengde daarvan hebben we begin vorig jaar een speciaal fonds in het leven geroepen dat de ontwikkelkosten dekt van coöperaties die willen participeren in een energiepark. Op die manier stimuleren we lokaal eigenaarschap van een zonnepark of een windpark, dat we toejuichen omdat niet alleen particulieren maar hele buurtschappen, dorpen of wijken er beter van worden.”
Als het aan Van Hoorn ligt, kunnen ook musea en andere culturele instellingen in Groningen binnenkort een beroep doen op de provincie. “Als middenbestuur, tussen het Rijk en gemeenten in, willen we er zijn voor partijen die op energiegebied tussen wal en schip dreigen te vallen. Zoals kleine musea, die met relatief hoge energiekosten worstelen omdat met het oog op het behoud van de kunstcollectie in het gebouw altijd een bepaalde minimumtemperatuur aan moet worden gehouden, ook als er geen bezoekers zijn.”
“Sommige Groningers kijken wel eens vreemd op als de gedeputeerde op de fiets op bezoek komt, zeker als ik in de stromende regen arriveer”
Desgevraagd omschrijft Van Hoorn haar eigen huishouden als ‘behoorlijk duurzaam’. “Met mijn man en kinderen woon ik in een huis dat nog maar twee jaar oud en dus gasloos is, want nieuwe woningen in Nederland worden sinds 2018 opgeleverd zonder gasaansluiting. We hebben een warmtepomp, zonnepanelen op het dak en een hybride auto. Als gedeputeerde doe ik alles binnen een straal van zeven kilometer rond het provinciehuis op de fiets, alleen als ik verder weg moet maak ik gebruik van een van de elektrische en hybride dienstauto’s van de provincie.” Lachend: “Sommige Groningers kijken wel eens vreemd op als de gedeputeerde op de fiets op bezoek komt, zeker als ik in de stromende regen arriveer. Dat is niet altijd leuk, maar wel duurzaam én gezond. Als gedeputeerde word ik geleefd, op deze manier krijg ik in ieder geval ook als ik aan het werk ben nog wat beweging.”
Tekst: Cees de Geus
Fotografie: provincie Groningen (foto gedeputeerde) en OV-bureau Groningen Drenthe (foto waterstofbus)