Rob de Wijk: "Koerden zijn helft olie-inkomsten kwijtgeraakt"
Zonder olie- en gasinkomsten geen staat. Althans zo lijkt het. De Koerden zijn al jaren bezig met het vervullen van een aloude droom, maar zij zijn onlangs hardhandig ontwaakt. Eind september sprak ruim 90 procent van de Iraakse koerden zich in een referendum uit voor een onafhankelijke staat, maar vlak daarna zag de situatie er van de ene op de ander dag heel anders uit. Een zelfstandig Koerdistan zou uiteraard niet zonder olie-inkomsten kunnen. Maar in een bliksemactie wist het Iraakse leger gesteund door sjiitische milities het oliecentrum Kirkuk en een hele serie andere plaatsen op de Koerden te veroveren. De militaire overwinning kwam vooral door het militaire genie van de Iraanse generaal Sloleimani, die hand- en spandiensten voor de Iraakse regering vervult. Het echec is ook toe te schrijven aan het feit dat rivaliserende Koerdische clans verschillend partij kozen. Ooit werkten die clans nauw samen om Saddam Hoessein te verdrijven, maar nu kiezen ze voor hun eigen belang. Precies daarom zullen na het verdrijven van IS al die gelegenheidscoalities worden opgebroken, waardoor de kans groot is dat de strijd in een andere vorm gewoon doorgaat. Wie denkt dat het na IS koek en ei in dit olierijke deel van de wereld wordt, moet wel een hele grote optimist zijn.““Alle voorwaarden waren aanwezig om van een zelfstandig Koerdistan iets moois te maken””
Over olie gesproken. Door inname
van steden als Kirkuk zijn de Koerden de helft van hun olie-inkomsten
kwijtgeraakt en daarmee de voorwaarde voor een economisch levensvatbare staat.
Tot voor kort beschikten zij over ongeveer 45 miljard vaten aan bewezen reserves
waarvan ze ongeveer 600.000 vaten per dag verkochten. De meeste olie werd via een
pijpleiding van Kirkuk via het Turkse Ceyan naar Europa en Rusland getransporteerd.
Het hele Koerdische gebied overleefde alle oorlogen relatief ongeschonden, dus waren
alle voorwaarden aanwezig om van een zelfstandig Koerdistan iets moois te
maken. Nu dus niet meer.
Het doet me enigszins denken aan de discussie over het Schotse
onafhankelijkheidsreferendum dat voor de eerste keer in 2014 werd gehouden. De
olieprijs lag toen rond de 90 dollar per vat. In aanloop naar het tweede
referendum in 2016 liep de olieprijs terug naar 50 dollar. Daarmee leek het
onmogelijk om van Schotland een economisch zelfstandige staat te maken, nog
afgezien van het feit dat toetreding tot de EU heel lastig zou worden. Dat zou
de economie verder ruïneren. Opmerkelijk genoeg speelde deze redenering tijdens
het tweede referendum geen rol. Voor het referendum was een derde van de
Schotten ervan overtuigd dat de economie beter af was met onafhankelijkheid.
Een derde dacht het tegenovergestelde. Na het referendum waren die percentages
onveranderd. Economische vooruitzichten spelen kennelijk geen rol. Dat zagen we
ook tijdens het recente Catalaanse referendum. Onafhankelijkheid zou Catalonië
tot de bedelstaf dwingen omdat het land hoe dan ook geen lid van de EU zou
kunnen worden en bedrijven daarom zouden vertrekken. Zo bezien denk ik dat die
90 procent van de Koerden die voor de onafhankelijkheid stemden dat nog steeds
zullen doen, ondanks dat ze de helft van hun inkomsten missen en Koerdistan
geen levensvatbare staat meer kan worden.
Rob de Wijk is
directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en professor
Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden. In zijn column gaat hij
in op de energievoorziening in het licht van de internationale verhoudingen.