Jilles van den Beukel en Lucia van Geuns over de vraag of Nederland en Europa wel zijn voorbereid op krappere oliemarkten en hogere olieprijzen voorafgaand aan peak oil demand
De komende jaren voorzien wij een onderstroom richting krappere oliemarkten die, met name in een wereld zonder grote geopolitieke of economische verrassingen, de kans op hogere olieprijzen substantieel vergroot. Dat is de uitkomst van onze analyse van ontwikkelingen op de oliemarkten ‘Towards tighter markets before peak oil demand' die wij onlangs uitbrachten bij HCSS (the Hague Centre for Strategic Studies).
Bij onze marktverwachting speelt een groot aantal factoren een rol. De lage investeringen in conventionele olie van 2014 tot 2018 zullen pas ten volle gevoeld worden in de vroege 2020'er jaren. Er gaat een aantal jaren overheen voordat het niet in gang zetten van het ontwikkelen van een nieuw veld ook daadwerkelijk leidt tot een lagere olieproductie. De hoeveelheid olie uit nieuwe projecten (conventioneel, exclusief OPEC) die jaarlijks op de markt verschijnt vermindert de komende jaren van ongeveer 3 tot 1,5 miljoen vaten per dag. Ondertussen gaat de vermindering van de productie uit bestaande velden gewoon door. Elk jaar is dat gemiddeld zo'n 3 miljoen vaten per dag (conventioneel, exclusief OPEC).
Schalieolie uit de VS kan niet blijvend het grootste deel van de groei in de vraag naar olie blijven opvangen - zoals het de afgelopen jaren deed. De grote technologische stappen zijn gemaakt. De huidige, meer incrementele en kleinere stappen hebben steeds meer moeite om te compenseren voor de groeiende geologische problemen. De hoeveelheid gas die per vat olie wordt mee geproduceerd neemt steeds verder toe. Van de nieuwe putten is een steeds groter aandeel infill putten (putten die geboord worden tussen de bestaande putten in, op een relatief geringe afstand) die een 20-40 procent lagere productie geven. Naar verwachting van de EIA vlakt de productie van schalieolie in de VS in de vroege 2020'er jaren af.
Wat de vraag naar olie betreft: het staat buiten kijf dat energietransitie en het akkoord van Parijs de wereld van olie en gas fundamenteel hebben veranderd. Maar voorlopig uit zich dat meer in de vorm van een dreigend verlies van de license to operate (met name in West Europa) en een grote druk van stakeholders op oliebedrijven (om bv meer te investeren in renewables) dan in de vorm van een daling in de vraag naar olie. Peak oil demand wordt, naar het zich nu laat aanzien, pas op zijn vroegst in het midden van de 2020'er jaren bereikt.
“Ook de majors zoals Shell zijn huiverig geworden om al te veel te investeren in de exploratie naar nieuwe velden”
Oliebedrijven beginnen nu voorzichtig aan meer te investeren. Dat komt langzaam op gang - langzamer dan bij vorige cycli. Voor kleinere bedrijven die zich specialiseren in het zoeken naar nieuwe velden is de financiering vrijwel geheel weggevallen. Banken zijn, onder druk van aandeelhouders en andere stakeholders, huiverig geworden om te investeren in fossiel. Private equity richt zich vrijwel uitsluitend op het financieren van bedrijven die zich richten op het overnemen en exploiteren van bestaande velden.
Maar ook de majors zoals Shell zijn huiverig geworden om al te veel te investeren in de exploratie naar nieuwe velden. De financiële wereld vraagt van hen een hoog dividend, het inkopen van eigen aandelen en een terughoudendheid met de investeringen. Dat voor deze bedrijven de verhouding tussen bewezen reserves en jaarlijkse productie ondertussen gedaald is tot historisch lage niveaus (Shell, met een relatief grote focus op gas, kan met zijn bewezen reserves aan olie niet meer dan 6 jaar vooruit) wordt door de markten genegeerd.
Oliemarkten zijn relatief onzeker en moeilijk te voorspellen. Een verandering in vraag of aanbod met bijvoorbeeld twee procent kan tot een verandering in de prijs met een factor 2 leiden. Het bovenstaande betekent dan ook zeker niet een garantie op krappere oliemarkten. Een wereldwijde economische crisis, al of niet gerelateerd aan een escalatie van het handelsconflict tussen de VS en China, kan leiden tot een substantiële uitval van de vraag. Omgekeerd kunnen geopolitieke ontwikkelingen leiden tot een uitval van aanbod en de krappere oliemarkten naar voren halen naar 2019. De sancties tegen Iran komen al een eind in die richting.
De komende jaren voorzien wij dus een onderstroom richting krappere oliemarkten die, met name in een wereld zonder grote geopolitieke of economische verrassingen, de kans op krappere oliemarkten en hogere olieprijzen substantieel vergroot. Voor Nederland (en ook voor Europa) zou dat op een ongelukkig moment kunnen komen. De komende jaren draait onze economie nog steeds op fossiel - of wij dat nu leuk vinden of niet. Een periode van hogere olieprijzen heeft nog steeds een significante invloed op onze economie; zeker ook als wij dan tegelijkertijd de hoge uitgaven voor de energietransitie krijgen.
Iedereen heeft het erover of oliebedrijven zijn voorbereid op stranded assets en peak oil demand. Misschien moeten we ook eens bedenken of wij zijn voorbereid op krappere oliemarkten voorafgaand aan peak oil demand.
Lucia van Geuns is strategisch adviseur van Energie HCSS, Jilles van den Beukel is zelfstandig geofysicus en energieanalist.