Er is momenteel veel te doen om het plan van de Europese Commissie om aardgas en kernenergie het stempel ‘groen’ mee te geven ten einde de financiering van deze energiebronnen te vergemakkelijken. Wat in alle consternatie lijkt onder te sneeuwen is dat er, om het stempel groen te krijgen, aan zeer strenge voorwaarden moet worden voldaan. Op het moment dat er gekeken wordt naar de impact van dit stempel op de CO2-uitstoot, dan is het besluit beter te begrijpen. Het voorstel van de Europese Commissie past in die context in de transitie richting een CO2-neutrale energiemix in 2050.
Om het eigenlijke doel – de beperking van de mondiale temperatuurstijging – te bereiken zijn er veel stappen nodig: investeringen in CO2-neutrale oplossingen en het afbouwen van de uitstoot door fossiele brandstoffen. Tegelijkertijd moet er rekening worden gehouden met het betrouwbaar houden van het energiesysteem en het zo betaalbaar mogelijk houden van de energierekening. We weten dat er vol wordt ingezet op de uitbreiding van zon- en windenergie door heel Europa. Tegelijkertijd weten we dat de infrastructuur op sommige plekken sterk moet worden uitgebreid om deze meer flexibele manier van energieopwekking te kunnen verwerken. Tot slot is bekend dat zonne- en windenergie niet altijd voldoende beschikbaar zijn om aan de (nog altijd stijgende) vraag naar elektriciteit te kunnen voldoen. Hierin spelen andere alternatieven een rol. Denk aan vraagsturing, energieopslag en back-up energiebronnen.
“Het feit dat de energiemix per land zo verschilt, maakt het lastig om een eenduidig EU-beleid af te stemmen”
De huidige energiemix in Europa kent per land grote verschillen. Zo draait de economie in Polen vooral op kolen, in Frankrijk op kernenergie, in Duitsland op een mix van kolen en duurzame energie en in Nederland vooral op aardgas. Het feit dat de energiemix per land zo verschilt, maakt het lastig om een eenduidig EU-beleid af te stemmen. De Europese Commissie heeft in 2021 afgesproken om de ambitie met betrekking tot de CO2-uitstoot stevig te verscherpen. Met haar ‘Fit-for-55’ plan is de te behalen CO2-reductie in 2030 verhoogd naar 55% ten opzichte van 1990. Om dit te bereiken moet de uitstoot van broeikasgassen snel en drastisch omlaag. Maar ook daarna ligt er nog een – wellicht zelfs grotere – opgave.
Om in die transitie van de huidige – veelal op fossiel gebaseerde – energiemix te komen naar een CO2-neutrale mix, spelen naast bekende duurzame energiebronnen zoals zon- en windenergie, ook aardgas en kernenergie belangrijke rollen. Van kernenergie is bekend dat het nagenoeg CO2-vrij is. Van aardgas weten we dat de uitstoot door de huidige gascentrales gemiddeld de helft is van dat steenkoolcentrales. Volgens zowel het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) als het Internationaal Energieagentschap (IEA) zullen beide in percentage groeien. Aardgas speelt vooral in het komende decennium de rol van transitiebrandstof. Kernenergie groeit vooral weer na 2035. De EU-taxonomie stuurt en mobiliseert private investeringen in activiteiten die nodig zijn om in de komende 30 jaar klimaatneutraliteit te bereiken. Omdat beide energiebronnen zo belangrijk zijn om de uitstoot van broeikasgassen sneller omlaag te krijgen, heeft de Europese Commissie (EC) in een compromis tussen de lidstaten voorgesteld om beide een label te geven dat hun rol binnen de energietransitie bevestigt. Met deze bevestiging hoopt de EC de financiering van bepaalde gas- en nucleaire activiteiten te vergemakkelijken. Op dit besluit is veel kritiek geuit, mede ook door beleggers, aangezien zij kernenergie en aardgas niet als ecologisch verantwoord bestempelen.
“Aardgas kan enkel in de EU-taxonomie opgenomen worden als de CO2-uitstoot opgevangen en opgeslagen wordt”
Er gelden echter strenge voorwaarden om aan de eisen van de EU-taxonomie te voldoen, en daarmee in aanmerking te komen voor gunstigere financieringsvoorwaarden. Voor kernenergie geldt dat de vergunning moet zijn aangevraagd voor 2045. Daarnaast moet een kerncentrale voldoen aan de modernste eisen en moet er een goed en veilig plan zijn voor het omgaan met het kernafval.
Voor een gascentrale geldt dat het gebouwd moet zijn ter vervanging van kolencentrales. De gascentrale moet geschikt zijn voor het stoken van ‘low carbon’ gas, zoals bijvoorbeeld waterstof. En er geldt een maximum voor de uitstoot van 270 gram CO2/KWh, óf maximaal 550 kg CO2 per jaar. Na 2030 is dit maximum 100 gram CO2/KWh. Volgens een studie van de Europese economische commissie van de Verenigde Naties (UNECE) ligt de gemiddelde uitstoot van een gascentrale momenteel tussen de 403 en 513 gram CO2/KWh. Indien de CO2-uitstoot (deels) opgevangen en opgeslagen kan worden (Carbon Capture and Storage = CCS), dan daalt de uitstoot naar een range van 92-221 gram CO2/KWh. Hieruit blijkt dat aardgas dus enkel in de EU-taxonomie opgenomen kan worden indien de CO2-uitstoot opgevangen en opgeslagen wordt.
“Stuur niet op groen en duurzaam, maar op CO2-reductie”
De EU-taxonomie spreekt niet enkel van groen en/of duurzaam. Volgens de website van de EC is de EU-taxonomie een “robuust, wetenschappelijk onderbouwd transparantie-instrument voor ondernemingen en beleggers. Het creëert een gemeenschappelijke taal die investeerders kunnen gebruiken wanneer zij investeren in projecten en economische activiteiten die een aanzienlijk positief effect hebben op het klimaat en het milieu.” In dat licht gezien is de uitleg om aardgas in sommige landen in de rol van een transitiebrandstof passend. Door het vervangen van steenkolen door aardgas neemt de CO2-uitstoot drastisch af. En door de strenge voorwaarden zal die afname veel meer zijn dan de huidige 50%. Voor kernenergie gold al dat het nagenoeg geen broeikasgassen uitstoot en het daarom een belangrijke rol kan spelen in de stabiele opwek van elektriciteit (of waterstof).
Het veel gehoorde argument dat aardgas en kernenergie geen rol zouden moeten spelen in de EU-taxonomie is omdat het niet groen of duurzaam zou zijn. Ik kom dan weer terug bij waar ik begon: ‘Om het eigenlijke doel – de beperking van de mondiale temperatuurstijging – te bereiken zijn er veel stappen nodig: investeringen in CO2-neutrale oplossingen en het afbouwen van de uitstoot door fossiele brandstoffen’. Het doel is niet investeren in groene of duurzame energie, maar het verlagen van de CO2-uitstoot. Uiteraard spelen groene investeringen wel een grote rol. Hoe sneller er stappen gezet kunnen worden, des te minder CO2 er in de atmosfeer terecht komt. In de eerste plaats moet daarvoor inderdaad vol worden ingezet op duurzame energiebronnen als zon- en windenergie. En daarnaast, als de daling van de CO2-uitstoot verder versneld kan worden door tegelijkertijd (tijdelijk) andere CO2-neutrale bronnen toe te voegen (kernenergie) of de uitstoot sterk te verlagen (vervangen kolen door aardgas), dan moeten die stappen óók gezet worden. Dat wil zeggen, als je het tegengaan van klimaatverandering belangrijker vindt dan alleen de focus leggen op of een activiteit ecologisch verantwoord is.