Ingezonden stuk Rutger Boere, technisch
verantwoordelijke voor de Maasvlakte 3-centrale
Het is zorgwekkend dat enkele partijen die het Energieakkoord omarmd hebben, zoals Natuur&Milieu en Eneco, het akkoord blijven aanvechten. Het doel van de 46 partijen zou nu juist volledig moeten liggen op het realiseren van de uitgesproken ambitie. De voorgestelde alternatieven kunnen niet anders worden gezien dan als een afwijking van het geldende Energieakkoord. Een realistisch alternatief is het zeker niet.
Minder CO2-reductie
Naast het behalen van 14% duurzame energie in 2020 heeft Nederland de ambitie om fors CO2 te reduceren. Het door CE Delft voorgestelde alternatief, bestaande uit meer wind op zee, zon, biostoom en stadsverwarming, levert volgens het rapport effectief 2.5 miljoen ton CO2-besparing op. Meestook in kolencentrales levert een besparing op van 5.5 miljoen ton CO2, met een gelijkblijvende toename van het aandeel duurzaam. Ten aanzien van CO2-reductie is het voorgestelde pakket dan ook geen verbetering.
““CE Delft gaat niet in op de uitfasering van kolen, maar gegeven de recente politieke discussie is dat wel de olifant in de kamer””
Hogere kosten per vermeden ton CO2
Qua kosten probeert het rapport de geschetste optie
mooier te maken dan die in werkelijkheid is. Zo worden de extra kosten voor
netverzwaring wel genoemd in het rapport (40 miljoen euro), maar niet
meegenomen in de berekeningen. Ook wordt niet meegewogen dat een kolencentrale
met een hoog rendement ook biomassa kan omzetten in duurzame warmte voor stadsverwarming,
stoom voor de industrie en CO2. Dit is cruciaal voor verduurzaming
van de energie-intensieve glastuinbouw en industrie. Uit het rapport valt
tevens af te lijden dat de kosten per ton vermeden CO2 twee keer zo
hoog zijn als bij het meestoken in kolencentrales.
In een objectieve vergelijking zou bepaald worden wat het zou kosten om 12.5 petajoule elektriciteit, 7.5 petajoule stoom en 5 petajoule warmte te maken met behulp van de inzet van biomassa in kolencentrales. Met de in het rapport gehanteerde cijfers zou dat naar schatting 290 miljoen euro per jaar zijn. De benodigde investeringen voor het transporteren van warmte en stoom zijn in dat geval binnen twee jaar terugverdiend met de besparing ten opzichte van het voorgestelde alternatief.
Niet voor 2020 te realiseren
Alle zeilen moeten worden bijgezet om de windambitie uit het Energieakkoord
waar te maken in 2020. Deze ambitie nog eens verhogen met een extra windpark
van 700 megawatt is niet realistisch. Tevens zou onderzocht moeten worden in
hoeverre de windenergie nog kan worden opgenomen door het net.
Het grote voordeel van meestook in kolencentrales is dat je de beschikking
krijgt over een regelbare duurzame energiebron voor elektriciteitsopwekking en
warmte. Ook de bouw van biomassacentrales voor warmte en biostoom kost tijd.
Rekening houdend met het uitwerken van projecten en vergunningsprocedures is
het niet realistisch om te stellen dat dit voor 2020 gerealiseerd kan worden.
In het Energieakkoord is op expliciete wens van diverse milieuorganisaties de
volledige conversie van de oude kolencentrales naar biomassacentrales
uitgesloten. Bijzonder is daarom temeer dat deze optie nu toch ook weer als
alternatief wordt genoemd.
Meestook is de beste keuze voor
verduurzaming
Terecht wordt opgemerkt dat het toepassen van biomassa in de warmtesector
en voor het leveren van stoom voor de industrie belangrijk is. Belangrijk is
echter ook dat deze warmte betrouwbaar maar ook schoon wordt opgewekt. Deze zal
immers voornamelijk gasgestookte industriële ketels vervangen. Uitgebreide
reinigingstechnieken voor rookgas zijn noodzakelijk om biomassa op een
verantwoorde manier te verbranden. Dan nog is er toename van lokale emissies,
zoals het rapport ook bevestigd. De nieuwste generatie kolencentrales hebben
deze technieken al. De uitstoot van NOx is zelfs lager dan die van een
moderne gascentrale / ketel. Daarnaast is het rendement van deze centrales veel
hoger.
Met een centrale als onze Maasvlakte 3 kan dit alles op één locatie worden
gerealiseerd. Meestook zal leiden tot een vergroening van zowel de
elektriciteitsproductie alsook de warmtelevering aan industriële klanten. Het
is snel realiseerbaar, de vergunningen zijn verleend, en de investeringskosten
zijn relatief laag. Meer wind, meer zon en biomassa voor warmteproductie zijn
belangrijke pijlers in een duurzamere economie, maar zijn op de heel korte
termijn geen alternatief voor grootschalige meestook in kolencentrales.
De olifant in de kamer
CE Delft gaat niet in op de uitfasering van kolen, maar gegeven de recente
politieke discussie is dat wel de olifant in de kamer. Het vrijspelen van de
koleneenheden van de doelstelling voor duurzame energie legt de bal op de stip
voor politici die op korte termijn van kolen af willen. Dat wordt een duur
experiment in symboolpolitiek. Eerst zetten we een stap in de verkeerde
richting met CO2-emissies en vervolgens leggen we alle eieren in
hetzelfde mandje, namelijk gas. Dat doen zonder dat de totale effecten,
waaronder weglekeffecten, in beeld zijn gebracht is onverstandig.
Rutger Boere is Manager Quality and Performance bij Uniper Benelux, waar
hij verantwoordelijk is voor de prestaties van de Maasvlakte 3 centrale.