De Utrechtse wethouder Lot van Hooijdonk over de regierol van gemeenten en het kostenplaatje
Het klimaatakkoord op hoofdlijnen is dinsdag 11 juli aan de Tweede Kamer gepresenteerd. Het is een stap in de goede richting. Het gesprek landelijk en regionaal gaat niet meer om het waarom, dat is inmiddels duidelijk, maar om het hoe. Dat is absoluut nog geen gelopen race, we moeten nog een aantal dingen regelen.
We zijn het er over eens geworden dat we de transitie voor de gebouwde omgeving gebiedsgericht gaan aanpakken. Gemeenten zullen hier een belangrijke regierol in krijgen. Zij gaan bepalen wanneer wijken van het aardgas af gaan en wat de alternatieve warmtevoorziening wordt. Dat is een grote verandering die ook terecht is, niemand anders dan de gemeente kan zo'n besluit nemen. Netbeheerders bijvoorbeeld hebben een grote rol in het proces om te komen tot aardgasvrije wijken, maar zijn niet democratisch gelegitimeerd. Gemeenten zijn dat wel.
In het klimaatakkoord staat het voorstel om uiterlijk in 2021 de plannen hiervoor klaar te hebben. Via het klimaatakkoord moeten gemeenten nog wel de bevoegdheden krijgen, bijvoorbeeld om alternatieve energie aan te kunnen wijzen. En zoals goed gebruik is: bij nieuwe bevoegdheden horen ook de middelen om dat uit te voeren. Met de VNG schatten wij die proceskosten voor gemeenten in op driehonderd miljoen euro. Een wezenlijk onderdeel van de puzzel.
“Ervoor zorgen dat de transitie naar aardgasvrij kan binnen de bestaande woonlasten en dat mensen niet meer hoeven te betalen”
Aardgasvrij maken doen we in Utrecht al in een vroeg stadium samen met bewoners. We zijn vorig jaar gestart in Overvecht Noord. Terwijl we nog niet alle uitwerkingen van het klimaatakkoord kennen. Dat is best lastig, mensen hebben logischerwijs vragen en zorgen. We moeten dan ook nog een aantal essentiële dingen regelen met elkaar, willen we deze transitie voor iedereen haalbaar en betaalbaar maken. Dat vraagt wat in onze lokale samenwerking, maar ook in de landelijke. Het klimaatakkoord dus. We hebben ten eerste fiscale maatregelen nodig, waardoor aardgas (via belasting) duurder wordt en elektriciteit (en warmte) goedkoper. Het zou ten tweede mogelijk moeten worden dat investeringen in huizen gedaan kunnen worden via een lening op een huis, in plaats van op een persoon. Dat maakt het mogelijk om renovaties te financieren uit de besparing op de energierekening. En ten derde moeten we volume creëren; hoe meer mensen en gebouwen overgaan op aardgasvrij, hoe goedkoper het wordt.
Dit alles moet er, in het ideale eindplaatje, voor zorgen dat de transitie naar aardgasvrij kan binnen de bestaande woonlasten en dat mensen niet meer hoeven te betalen. Waarbij twee belangrijke vragen beantwoord moeten worden. Hoe compenseren we de mensen die als eerste overgaan, terwijl bovengenoemde maatregelen nog niet tot een kostendaling hebben geleid? En hoe zit het voor de mensen/ gebouwen voor wie de optelsom niet uit gaat komen. Denk aan bewoners van een bepaald type woning, bijvoorbeeld een monumentaal pand. Daar ligt nog een puzzelstuk, want hoe groot is de groep voor wie het ideaal van een woonlasten-neutrale oplossing niet geldt? Kunnen we dat eindplaatje waar maken met z'n allen?
Het klimaatakkoord is een grote puzzel. Ieder stukje is van gelijk belang, je hebt ze alle nodig om het geheel te laten slagen. Los van onze gemeentelijke bevoegdheden en bijbehorende proceskosten, hebben we mensen nodig die de transitie uit gaan voeren. En aan de andere tafels moeten ook grote klappers gerealiseerd worden, denk bijvoorbeeld aan duurzame elektriciteit. Er is dan ook veel werk te verrichten komend half jaar tot we klaar zijn om met alle partijen het akkoord echt te ondertekenen. Alle puzzelstukjes moeten gelegd worden.
Lot van Hooijdonk is wethouder duurzaamheid, mobiliteit en milieu voor GroenLinks in de gemeente Utrecht. Op Twitter is ze te volgen via @lotvanhooijdonk.