Joris Wijnhoven: "Consumenten kunnen in 2050 bijna helft stroom EU
opwekken"
Hoewel het in procenten nog niet heel hard gaat, hebben inmiddels 350.000 mensen zonnepanelen op hun dak, rijden er 90.000 (semi)elektrische auto's rond en tellen lokale energiecoöperaties zo'n 40.000 leden. Aanleiding voor Greenpeace om eens in kaart te laten brengen wat eigenlijk de potentie is van al die energie-doe-het-zelvers of prosumenten. Wat nou als die alle ruimte krijgen? CE Delft sloeg voor ons aan het cijferen en komt erop uit dat burgers en kleine bedrijven in de EU in 2050 bijna de helft van de elektriciteit zélf kunnen opwekken. Voor Nederland is dat 26%. 264 miljoen Europeanen (waaronder 7,2 miljoen Nederlanders) moeten dan aan de bak. Huishoudens nemen daarvan 23% voor hun rekening, coöperaties 37%, kleine bedrijven 39% en publieke gebouwen 1%.
Dat zijn geen kinderachtige cijfers. Sterker nog, bewegingen in deze richting zetten het energielandschap stevig op zijn kop. Stroom die door de gewone man wordt opgewekt, zal hij immers niet meer betrekken bij de grote (en dikwijls nog door en door fossiele) energiebedrijven. En die staan daarbij lang niet altijd te juichen. In diverse Europese landen heeft dat al tot verregaande versobering van regimes voor de opwek van energie door burgers geleid. In Italië (tot voor kort booming met zon) zijn de particuliere investeringen in zon vrijwel stil komen te liggen, na verregaande versobering van het fiscale regime. In Duitsland, coöperatieland bij uitstek, hebben burgers het nakijken bij de realisatie van windparken, omdat zij sinds kort moeten concurreren met commerciële partijen in een ingewikkeld tendersysteem. Spanje spant in negatieve zin de kroon, door een heuse zonnetax in te voeren op zelf opgewekte energie. Alsof de fiscus langskomt om je zelfgekweekte bloemkool te belasten. Het laat zich raden wie er in deze landen bij regeringen op hebben aangedrongen om de regels zo drastisch te wijzigen.
““Het heffen van belasting over schone stroom omdat de schatkist anders in de problemen komt, kan echter nooit de bedoeling zijn””
De warme woorden van veel politici aan
energie-doe-het-zelvers in Nederland ten spijt, is ook hier niet alles pais en
vree. Meer dan eens deed ik in deze column mijn beklag over de onbestaanbare
situatie dat provinciale bestuurders in Noord-Holland en Friesland in hun
ontembare regeldrift de bouw van coöperatieve molens onmogelijk maken, absurde
eisen te stellen of enthousiaste dorpen van bovenaf op te leggen wat ze mooi of
lelijk moeten vinden. Met die instelling zal het niet gaan lukken de volle
potentie te benutten.
Maar ook op het gebied van het opwekken van zonne-energie weet de prosument
zich niet veilig. Minister Kamp heeft immers in de Kamer laten weten dit jaar
nog de salderingsregeling voor zelfopgewekte zonnestroom te evalueren en ook te
herzien. Het is mooi dat er voor bestaande gevallen sowieso een redelijke
overgangsregeling komt, maar dan weet je tegelijkertijd wel welke kant het
opgaat: Kamp zal de regeling willen versoberen, omdat deze wat hem betreft wat al
te goudgerand is. Daarover kun je sowieso van smaak verschillen: een
terugverdientijd van gemiddeld een jaar of zeven á acht is best redelijk. Nu is
er op zich niks mis met een nuchter gesprek over het fiscaal regime voor schone
stroom. Het is terecht dat bezitters van zonnepanelen een reële vergoeding
betalen voor gebruik van het net. Evenzo mag er aan de onbalans die het
opwekken van zonnestroom met zich meebrengt een prijskaartje worden gehangen.
Maar het heffen van belasting over schone stroom omdat de schatkist anders in
de problemen komt, kan echter nooit de bedoeling zijn. Zoek je heil dan in
bestaande fossiele grondslagen van belastingheffing en maak gas duurder. Maar
geef geen straf aan burgers en bedrijven die doen wat je juist zo graag wil:
investeren in schone energie. Voor het louter bewijzen van lippendiensten koopt
de prosument niks.
Joris Wijnhoven is campagneleider bij Greenpeace