Zoeken

"Het is de vraag wie de echte slachtoffers van de sancties worden: wij of de Iraniërs"

#robdewijk

Op dit moment treft de Europese Unie voorbereidingen voor een stevig hogere olieprijs. Want op 23 januari besloot de EU om de sancties tegen Iran verder uit te breiden. Dat land houdt zich niet aan het non-proliferatieakkoord, liegt over zijn atoomprogramma en schendt de ene na de andere afspraak waarmee het westen wil voorkomen dat Iran binnenkort een kernwapen krijgt.

De nieuwe sancties moeten de Iraanse olie-industrie in het hart treffen. De lidstaten van de EU mogen vanaf de inwerkingtreding ervan geen Iraanse ruwe olie, petroleum producten en petrochemische producten meer importeren, mogen geen technologieën en goederen exporteren ten behoeve van de Iraanse olie-industrie en er ook niet meer in investeren. Deze sancties zouden Iran inderdaad in het hart treffen als dit land geen achterdeurtje had waarlangs de olie toch kan worden geëxporteerd. China's onstelpbare oliedorst helpt daarbij.


Het eerste effect van de nieuwe sancties is dat een land als Griekenland, dat voor een derde afhankelijk van Iraanse olie is, wel in het hart wordt getroffen. Daarnaast gaat veel olie naar Italië en Spanje; ook al twee landen die economisch tot de zorgenkinderen van Europa horen. Brussel moet nu behalve een oplossing voor het zuidelijke eurovraagstuk vinden, ook het wegvallen van de olietoevoer compenseren en rekening houden met een diepere recessie als gevolg van oplopende olieprijzen.

Het tweede effect is dat de kans op oorlog toeneemt door de Iraanse dreiging om de Straat van Hormuz af te sluiten als de sancties doorgaan. Mogelijk blijft het bij dreigen. Een echte blokkade zal tot een oorlog leiden die Amerika en Europa beide niet willen omdat die hun economieën te gronde kan richten. Iran heeft om precies dezelfde reden geen belang bij oorlog. Bovendien kan die oorlog escaleren naar een regionaal conflict waarbij Israël zijn kernwapens gebruikt of al dan niet met Amerika een preventieve aanval op Iran's atoominstallaties uitvoert. En als de zeestraat echt wordt geblokkeerd kan Teheran geen druppel olie meer exporteren naar landen die de sancties verwerpen.

We hebben vorig jaar gezien wat de invloed van het wegvallen van de relatief geringe Libische olieproductie was: angst voor recessie door oplopende olieprijzen. Het Internationale Energie Agentschap (IEA) adviseerde daarop om gedurende een periode van 30 dagen 60 miljoen vaten olie uit de strategische reserves in te zetten. Op die manier moest de prijs onder controle worden gehouden en een recessie worden voorkomen. Interessant is dat datzelfde IEA in 2007 voorspelde dat na 2012 een situatie zou kunnen ontstaan waar de productie de vraag niet meer zou kunnen bijhouden. In latere prognoses voorspelde het IEA tussen 2010 en 2015 een ernstig olietekort. Kortom, er dreigt een tekort. Kleine verstoringen leiden dan tot onvoorspelbare prijsverhogingen.

Alleen al de dreiging die van een paar Iraanse oorlogsschepen in de golf uitgaat is voldoende om de olieprijs tot recordhoogte te laten stijgen. Ook kan het conflict met Iran ertoe leiden dat Teheran zijn olie überhaupt niet meer aan het westen wil leveren. Voor China en andere opkomende economieën is dat een geschenk uit de hemel. Het grootste gevaar is dat sancties een dynamiek op gang brengen waardoor alle redelijkheid verloren gaat, gesprekken onmogelijk worden en oorlog een reële optie wordt en de olieprijzen tot ongekende hoogte exploderen. Dit alles overziend is het de vraag wie de echte slachtoffers van de sancties worden: wij of de Iraniërs.

Volg ons op Twitter: @energiepodium

Rob de Wijk

Rob de Wijk is directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en professor Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden. In zijn column gaat hij in op de energievoorziening in het licht van de internationale verhoudingen.