In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen medio maart, zet EnergiePodium de komende weken telkens een kleine, grote of anderszins bijzondere gemeente in de schijnwerpers. Wat is er tot dusver op lokaal niveau bereikt op het gebied van energiebesparing en CO2-reductie? En wat zijn de grootste kansen en uitdagingen, richting een klimaatneutrale toekomst? Deel 6 en tevens laatste deel: Utrecht.
Op 24 februari 2022 werd in Utrecht een beetje geschiedenis geschreven. Door die dag met een kleine meerderheid het bestemmingsplan voor de Merwedekanaalzone goed te keuren, zette de Utrechtse gemeenteraad eind februari het licht op groen voor de ‘stadswijk van de toekomst’ die met 10.000 nieuwe woningen een enorme bijdrage levert aan de woningbouwopgave in de Domstad. Stadswijk Merwede wordt bovendien het summum op het gebied van duurzaamheid. ‘I’ve seen the future of rock and roll and its name is Bruce Springsteen’, zei popjournalist Jon Landau ooit. Die beroemde uitspraak kan met een knipoog worden vertaald naar Merwede, dat zeer groen, autoluw en bijna energieneutraal wordt. Van een aansluiting op het aardgasnet is geen sprake, de woningen worden van elektriciteit en warmte voorzien door de grootste WKO van Nederland en een onafzienbare zee van daken met zonnepanelen. ‘I’ve seen the future of urban living and its name is… Merwede.’
“Er komt genoeg bij kijken, maar nieuwbouw is zonder meer het makkelijke deel van de energietransitie”
Wat voor een nieuwe wijk als Merwede geldt, gaat ook op voor andere grootschalige gebiedsontwikkelingen in Utrecht, zoals Beurskwartier dat de stad de komende jaren aan circa 3.000 nieuwe woningen moet helpen: aan het koken en verwarmen komt van meet af aan geen aardgas te pas, de toekomstige bewoners maken gebruik van duurzame technieken waar altijd elektriciteit en vaak ook een lage-temperatuur-warmtenet mee gemoeid is. “Begrijp me niet verkeerd, er komt genoeg bij kijken, maar nieuwbouw is zonder meer het makkelijke deel van de energietransitie”, glimlacht GroenLinks-wethouder Lot van Hooijdonk van onder andere Energie, Groen en Mobiliteit. De circa 120.000 bestaande woningen in Utrecht vergen volgens haar een heel andere aanpak. Ze hebben een aansluiting op het aardgasnet met elkaar gemeen en zijn tientallen tot honderden jaren oud en daardoor vaak matig tot slecht geïsoleerd. Vergeleken met nieuwbouw maakt dat het lastiger om de verduurzaming van bestaande woningen zo te organiseren dat het haalbaar en betaalbaar is en blijft voor de bewoners.
Dat laatste is voor Van Hooijdonk essentieel. ‘Ik maak me sterk voor een betaalbare energietransitie voor alle bewoners van de stad’, licht ze haar drive toe op de gemeentelijke site, waarop Utrechters veel informatie kunnen vinden over de energietransitie en de klimaatverandering en het Klimaatakkoord die eraan ten grondslag liggen. De toon is optimistisch en alle informatie is keurig gerangschikt. ‘We willen dat Utrecht een prettige en gezonde stad blijft voor iedereen. Daarom werken we de komende jaren op drie manieren aan de overstap naar schone energie:
- we gaan alle energie duurzaam opwekken, bijvoorbeeld met zonnepanelen, windmolens en energie uit de bodem;
- we stappen buurt voor buurt over op duurzame manieren van koken en verwarmen. Daarvoor leggen we samen met onze partners warmtenetten aan en versterken we het elektriciteitsnet;
- we helpen inwoners en ondernemers om woningen en gebouwen te isoleren en energie te besparen.’
“Als het om zonnepanelen op Utrechtse daken gaat, hebben we onze doelstelling voor 2025 vorig jaar al gehaald”
Gevraagd naar een toelichting op die ‘drietrapsraket’, wijst Van Hooijdonk op de energieregio U16 waar Utrecht samen met vijftien andere gemeenten, vier waterschappen en de provincie deel van uit maakt. Inclusief een aantal moties en amendementen is in oktober de Regionale Energie Strategie 1.0 vastgesteld. De ambitie is om in 2030 1,8 TWh aan duurzame energie op te wekken in energieregio U16, met een combinatie van 26 windturbines, 800 hectare zonnevelden en 300 tot 500 hectare grote daken vol met zonnepanelen. “In de wetenschap dat Utrecht relatief weinig landelijk gebied heeft, hebben we binnen de gemeentegrenzen in planologisch opzicht ruimte geschapen voor het opwekken van 0,45 TWh aan duurzame energie. Dat is bruto, dus exclusief planuitval. In de poldergebieden Rijnenburg en Reijerscop zien we kansen voor maximaal acht windturbines en 230 hectare aan zonneparken, maar die gaan er waarschijnlijk niet allemaal komen. Op korte termijn gaan we wel zeker twee zonnevelden op land en twee in het water realiseren. Heel positief is daarnaast dat er al zonnepanelen liggen op ongeveer een kwart van de Utrechtse daken die er volgens ons voor geschikt zijn. Onze doelstelling op dat gebied voor 2025, hebben we vorig jaar al gehaald.”
“De oplossing is duidelijk: het elektriciteitsnet versterken”
In dat verband betreurt Van Hooijdonk de netcongestie die sinds vorig jaar in heel Nederland de energietransitie frustreert. “De oplossing is duidelijk: het elektriciteitsnet versterken. Net als bij de aanleg en het beheer van de warmtenetten die er moeten komen om gebouwen op een duurzame manier te verwarmen, is daarbij een belangrijke rol weggelegd voor netbeheerder Stedin en energiebedrijf Eneco. Het is aan de gemeente en de provincie om mee te denken en het planologisch en juridisch allemaal mogelijk te maken.”
De tekst loopt hieronder door.
Een onderbelicht aspect daarbij is volgens de wethouder dat met de energietransitie ook heel veel ruimte is gemoeid, zowel onder als boven de grond. “Dat geldt bijvoorbeeld voor de warmtepomp die bij de Rioolwaterzuivering Utrecht komt en die ongeveer 8.000 woningen van warmte gaat voorzien. En ook voor de warmtebuffers die op vier locaties in Utrecht en één locatie in Nieuwegein nodig zijn om de warmte te bufferen, die elders op duurzame, aardgasloze wijze wordt opgewekt.” Vanwege de vrees voor horizonvervuiling was er rond enkele locaties verzet van de bewoners tegen de komst van de warmtebuffers. Van Hooijdonk: “Mede door dergelijke weerstand nemen de planologische procedures die de energietransitie van het noodzakelijke juridische fundament voorzien soms zoveel tijd in beslag, dat tussentijds de subsidieregeling afloopt en het recht op een eerder toegekende bij deze subsidie komt te vervallen. Dat is frustrerend en contraproductief en voor mij reden om het Rijk op te roepen om langere subsidietermijnen te hanteren. En over het Rijk gesproken… met de Warmtewet voorop is er meer achterhaalde wetgeving die een gestroomlijnde energietransitie in de weg staat. In Utrecht is de samenwerking met Stedin en Eneco goed, maar er is op korte termijn behoefte aan een nieuwe Warmtewet die garandeert dat gemeenten meer de regie op zich kunnen nemen en die voorkomt dat een warmtebedrijf als monopolist de dienst kan uitmaken in een bepaalde regio.”
“Met de Warmtewet voorop is er meer achterhaalde wetgeving die een gestroomlijnde energietransitie in de weg staat”
‘We stappen buurt voor buurt over op duurzame manieren van koken en verwarmen’, is het tweede onderdeel van de duurzame drietrapsraket waarmee Utrecht de overstap naar schone energie wil bewerkstelligen. ‘Daarvoor leggen we samen met onze partners warmtenetten aan en versterken we het elektriciteitsnetwerk.’ Voor die warmtenetten was 2021 volgens Van Hooijdonk een belangrijk jaar: nadat in maart al deel 1 was aangenomen, gaf de Utrechtse gemeenteraad eind vorig jaar ook bijna unaniem zijn fiat aan deel 2 van de Transitievisie Warmte. “Daarin staat wat de beste volgorde is om alle buurten en wijken in Utrecht aardgasvrij te maken. We kiezen voor een gefaseerde aanpak. In de eerste fase tot 2030 ligt de focus ligt op het laaghangend fruit: De 40.000 woningen in 24 wijken waarvoor geldt dat het vervangen van aardgas door een duurzaam alternatief, zoals een warmtenet, een warmtepomp of groen gas, het meest haalbaar en betaalbaar is. In de tweede fase volgen de buurten waarvan nu nog onduidelijk is wat de meest haalbare en betaalbare manier is om ‘van het aardgas af’ te gaan. In de derde fase die uiterlijk in 2050 wordt afgerond, volgen de buurten waar de energietransitie met de hoogste kosten en het meeste gedoe gepaard lijkt te gaan. Zoals de binnenstad. De gemeente is daar zelf eigenaar van de Domtoren en het stadhuis en weet dus als geen ander hoeveel haken en ogen er zitten aan het energieneutraal maken van eeuwenoude monumentale gebouwen.”
“Met de polsstok waar we het nu mee moeten doen, als gemeenten, gaan we het bij lange na niet halen”
Vooruitlopend op de uitvoering van de Transitievisie Warmte, heeft de gemeente de afgelopen jaren volgens Van Hooijdonk al veel kennis en ervaring opgedaan in Overvecht-Noord, een wijk met veel huurwoningen uit de jaren zestig en zeventig. “Als het gaat om het verwarmen van de woningen, blijkt uit onderzoek dat een collectief warmtenet voor een groot deel van deze wijk een goed alternatief is voor aardgas en dat in een paar kleine deelgebieden juist maatwerk nodig is. We kunnen echter pas vaart maken, aan de hand van een wijkuitvoeringsplan, als we met Eneco goede afspraken hebben kunnen maken. En als de energietransitie met nieuwe landelijke wetgeving van een goed juridisch fundament is voorzien. Dat ontbreekt nu nog, waardoor pilots als die in Overvecht-Noord nog een te vrijblijvend en projectmatig karakter hebben. Wat ook ontbreekt is geld. Veel geld. Het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) is prima en heeft al veel opgeleverd, maar gemeenten kunnen pas serieus werk maken van de energietransitie als ze niet meer per project subsidie bij elkaar moeten scharrelen maar kunnen rekenen op voldoende structurele financiële ondersteuning vanuit het Rijk.”
Een substantieel deel van dat geld is volgens Van Hooijdonk ook nodig om ook het derde en laatste element van de ‘Utrechtse drietrapsraket’ een impuls te geven: Inwoners en ondernemers helpen om woningen en gebouwen te isoleren en energie te besparen. “Via het Duurzaam Bouwloket kunnen huiseigenaren zich bijvoorbeeld aanmelden voor de collectieve inkoopactie voor isolerend glas of muur-, vloer-, dak- en bodemisolatie. Daarnaast bieden we ‘energieadvies aan huis’ aan en wijzen we inwoners en ondernemers op duurzame subsidie- en financieringsmogelijkheden. Ook daarbij hoeven we het wiel niet alleen uit te vinden, maar trekken we onder de noemer ‘jouw huis slimmer’ samen op met veertien andere gemeenten in Utrecht. We hebben de afgelopen jaren al veel bereikt, maar er moet ook nog gigantisch veel gebeuren. Het is heel simpel: Met de polsstok waar we het nu mee moeten doen, als gemeenten, gaan we het bij lange na niet halen.”
“Hopelijk kan ook het nieuwe gemeentebestuur van Utrecht de energietransitie een enorme boost geven”
Aan het eind van deze serie over ‘gemeenten en de energietransitie’, laat Van Hooijdonk zich niet uit over een mogelijke nieuwe termijn als ‘transitiewethouder’ na de gemeenteraadsverkiezingen van half maart. De vraag of we het gaan halen, CO2-neutraal in 2050, wil ze wel beantwoorden. “Ja, ik denk het wel, maar dan moeten we de komende decennia alles op alles zetten, want de uitdaging is echt gigantisch groot. Afgaande op het coalitieakkoord lijkt het nieuwe kabinet daar ook van overtuigd, met een minister voor Klimaat en Energie, een klimaat- en transitiefonds van 35 miljard euro voor de komende tien jaar én de belofte dat de uitvoeringskracht van het Rijk en de medeoverheden om de transitie te kunnen uitvoeren wordt versterkt. Hopelijk wordt de daad de komende jaren bij het woord gevoegd en kan ook het nieuwe gemeentebestuur van Utrecht de energietransitie na de gemeenteraadsverkiezingen een enorme boost geven.”