Om verdere klimaatverandering te voorkomen, stelt de Nederlandse Klimaatwet onder andere vast dat Nederland in 2050 95% minder mag uitstoten ten opzichte van 1990. Een van de manieren waarop het kabinet dit wil bereiken, is door alle huizen voor 2050 van het aardgas af te halen en over te zetten op duurzamere energiebronnen. Is dit de juiste route binnen de energietransitie? Hierover verschillen David Smeulders (hoogleraar energietechnologie van TU Eindhoven) en Thijs ten Brinck (duurzaamheidsexpert) van mening. Smeulders verwacht dat dit de komende tien jaar alleen maar zal leiden tot méér CO2-uitstoot, terwijl Ten Brinck stelt dat het wél nut heeft om van het gas af te gaan. De heren reageerden onafhankelijk van elkaar op onze stellingen (en dus niet op elkaars antwoorden). Aansluitend legden zij elkaar ook een stelling voor.
De energietransitie verloopt momenteel veel te traag.
Smeulders: “Nee, hier ben ik het niet mee eens. Angst is een slechte raadgever. “
Ten Brinck: “Inderdaad. De wetenschap schetst geen vrolijk beeld voor het scenario waarin we onze uitstoot niet tijdig beheersen. We liggen niet op schema voor 2050, terwijl 2050 voor ons echt te laat is. Als rijke, compacte en overzichtelijke landen als Nederland tegen 2045 nog niet klimaatneutraal zijn, is de kans dat de hele wereld vijf jaar later zover is nihil.”
Aardgas speelt een belangrijke rol bij de energietransitie door de lage CO2-voetafdruk.
Smeulders: “Dat klopt. Woningen zijn verantwoordelijk voor slechts 10% van de uitstoot. Bovendien is ‘van het aardgas af’ niets nieuws: sinds 2000 zijn er ongeveer 10% meer woningen bijgekomen en toch is er 20% minder gas verbruikt in de woningen door zuinigere ketels en betere isolatie. Het is maatschappelijk niet efficiënt om bij woningen het aardgasverbruik volledig naar nul te brengen voordat veel goedkopere opties om minder gas te verbruiken worden benut. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een verhoging van de heffingen voor grootverbruikers, die nu ongeveer een factor 10 lager zijn – 330 euro om 35 euro per ton CO2 - dan die voor kleinverbruikers.”
Ten Brinck: “Het is goed om kolencentrales eerder af te schrijven dan gascentrales. Daar houdt het ook wel op. Buiten de elektriciteitsproductie betekent meer aardgas verbruiken eigenlijk altijd meer CO2 uitstoten. De uitzondering is CO2-opslag. Alleen met CCS (carbon capture and storage) heeft aardgas daadwerkelijk een lage CO2-voetafdruk. Zonder CCS is de energietransitie onvermijdelijk ook een transitie weg van aardgas.”
“Zonder CCS is de energietransitie onvermijdelijk ook een transitie weg van aardgas”
Door het capaciteitsprobleem op het stroomnet is het onmogelijk om van het aardgas af te gaan.
Smeulders: “Eens. Als we nu de gaskraan dichtdraaien zitten bijna alle huishoudens in de kou. Er is tijd nodig om alternatieven te bedenken waar nodig en mogelijk, en de huizen die overgaan op all electric te faciliteren met een verzwaarde aansluiting. Maar in alle gevallen geldt het adagium: een warmtepomp is het sluitstuk van een goed isolatieprogramma. Dus dat dient prioriteit te krijgen, zodat we tijd hebben om alle opties in overweging te nemen, niet alleen die van all electric. Dat is overigens ook waar het Planbureau voor de Leefomgeving nu mee bezig is.”
Ten Brinck: “Het Nederlandse stroomnet had ooit capaciteit voor maximaal 350 gloeilampen, in Rotterdam. Nu heb ik in Utrecht een wasmachine, een koelkast en een waterkoker. Mijn buren ook. Uitbreiden van het elektriciteitsnet was altijd nodig voor vooruitgang. Dat klopt ook nu nog steeds.”
Nederland heeft voldoende duurzame energiemiddelen om te stoppen met aardgas.
Smeulders: “Nee, in 2018 was 7,4% van de elektriciteit duurzaam opgewekt. Zelfs in 2050 en daarna kunnen we niet alle benodigde energie duurzaam opwekken.”
Ten Brinck: “Ik draai hem om: we hebben niet genoeg aardgas om door te gaan met aardgas. Dus importeren we nu aardgas. Ook in 2050 heeft Nederland vrijwel zeker energie van buiten Nederland nodig. Importeren is en blijft prima. Wereldwijd is er zat potentieel voor CO2-vrije energie.”
“Zelfs in 2050 en daarna kunnen we niet alle benodigde energie duurzaam opwekken”
Warmtepompen zijn een goed alternatief voor aardgas.
Smeulders: “Dat is afhankelijk van het type warmtepomp. Voor all electric kan een water-warmtepomp een goede optie zijn vanwege de hoge COP (coefficient of performance) en de afwezigheid van een lawaaierige buitenunit. Een lucht-warmtepomp is een veel minder goed alternatief, zeker bij renovatie waarbij allerlei kunstgrepen moeten worden uitgehaald om over te gaan naar lage temperatuur warmte. Een hybride warmtepomp is een goed alternatief om gas te besparen, wat in appartementencomplexen gedaan kan worden met een gasabsorptiewarmtepomp. Een interessante optie is ook de toepassing van aquathermie, waarbij met behulp van een water-warmtepomp energie wordt onttrokken aan oppervlaktewater, drinkwater, of afvalwater.”
Ten Brinck: “Warmtepompen zijn inderdaad bij de huidige stroommix al duurzamer dan gasketels. Dat wordt alleen maar beter. Bovendien, als de CO2-uitstoot van de hele wereld naar nul moet, zullen gasvormige energiedragers schaarser zijn dan warmte en elektriciteit. Een woning die zonder gas comfortabel blijft, is dan een voordeel. Als het zonder gas echt (nog) niet lukt, is een hybride warmtepomp een goed alternatief voor alleen gas.”
“Een hybride warmtepomp is een goed alternatief om gas te besparen”
Thijs ten Brink legt Smeulders de volgende stelling voor: De transitie in de elektriciteitsproductie verloopt sneller dan die in de gebouwde omgeving. De huidige CO2-uitstoot per kWh elektriciteit is daarom niet representatief voor het vergelijken van opties voor verduurzaming in de gebouwde omgeving.
Smeulders reageert: “Deze stelling bevreemdt mij. Zowel de elektriciteitsproductie als de gebouwde omgeving hebben doelstellingen voor 2030. Volgens mij is het geen wedstrijd. Ik heb dan ook geen idee wie er ‘op kop’ ligt. Bovendien zijn er in de gebouwde omgeving meerdere verduurzamingsopties. Er is daarvoor niet in alle gevallen meer elektriciteit nodig. Als we bijvoorbeeld overgaan naar groengas in de gebouwde omgeving is daar geen extra stroom voor nodig.”
“Op draagvlak kun je niet wachten, aan draagvlak moet je werken”
David Smeulders legt Ten Brink onderstaande stelling voor: Draagvlak is absoluut noodzakelijk voor een succesvolle energietransitie. De snelheid van de transitie is daaraan ondergeschikt.
Ten Brinck reageert: “De energietransitie maakt het leven niet alleen maar leuker en goedkoper. Draagvlak is een kwestie van besef dat we er toch aan moeten geloven. Draagvlak voor transitie is eerst gesaboteerd met onzin over klimaatverandering en daarna met onzin over oplossingen als elektrische auto’s, windturbines en warmtepompen. Door dit twijfel zaaien lijkt zo traag mogelijk en zo min mogelijk veranderen de meest verantwoorde route. Dat is het niet. Dit gaat mis. Ook de energietransitie is een kwestie van flatten the curve. Hoe langer we aarzelen met effectieve maatregelen die nu beschikbaar zijn, des te groter de onvrede op het moment dat klimaatverandering niet meer te beheersen is. Op draagvlak kun je niet wachten, aan draagvlak moet je werken.”