Frans Rooijers over dat het tijd is om milieubewuste mensen ‘een handje te helpen' om de daad bij het woord voegen
Als Nederland is onze bijdrage aan het beperken van de klimaatverandering zeer minimaal, laat staan als burger. Ook al verbruiken we jaarlijks ruim 10 ton CO2 per persoon via ons energiegebruik, maar ook via producten die we kopen, het terugbrengen naar nihil is kwantitatief van nul en generlei waarde voor het klimaat. Toch is er een kwestie van noblesse oblige, als wij het niet doen, wie dan wel, goed voorbeeld doet volgen.
Er is zelfs een overweging om het juist wel hier in Nederland te doen omdat het ons bedrijfsleven een voorsprong geeft in klimaatneutrale diensten en producten. En toch blijkt het heel moeilijk om bij de aanschaf van producten, van vlees tot auto, klimaatneutrale keuzes te maken, en dan hebben we het nog niet eens over onze vliegtrips. Het bewustzijn is hoog, maar het gedrag verandert beperkt. Wel meer mensen die vegetarisch eten, maar ook de vliegtrips nemen toe, een weekendje naar Porto, Rome of Praag kost haast niets, is goedkoper dan een weekendje Terschelling.
Steeds vaker hoor ik vrienden zeggen dat ze ergens ver weg op vakantie gaan, en zich meteen verontschuldigen dat het natuurlijk wel met het vliegtuig is. Ze zijn een beetje in gewetensnood en zich zeer bewust van de milieu-impact, maar toch, ze gaan wel. Wat is dat? Is het positief dat ze zich in ieder geval bewust zijn van de effecten van hun gedrag, of is het uitzichtloos omdat al dat bewustzijn niet leidt tot ander gedrag.
“Aan voorlichting en bewustwording geen gebrek, maar het vlees is zwak en ‘als ik niet ga dan gaan alle anderen wel’”
Zo'n twintig jaar geleden ben ik eens in het (energiebesparings)gedrag gedoken en constateerde toen dat veel onderzoek aan universiteiten gericht was op het meten van bewustwording. Maar ook milieuorganisaties en overheid waren gericht op voorlichting en bewustwording van de schadelijke effecten van fossiel energiegebruik. Weinig was er bekend over de werkelijke gedragsverandering van dat bewustzijn. Tegelijkertijd werden twee van de meest effectieve beleidsinstrumenten ingevoerd waar weinig onderzoek naar werd gedaan, namelijk de regulerende energiebelasting en de EnergiePrestatieNormering voor nieuwe gebouwen en woningen. Voor mij was dat een onderbouwing van mijn stelling dat de aandacht voor beleidsinstrumenten omgekeerd evenredig was met de effectiviteit ervan, zowel politiek als wetenschappelijk.
Ook nu weer is duidelijk dat het aan voorlichting en bewustwording niet ontbreekt, maar het vlees is zwak en ‘als ik niet ga dan gaan alle anderen wel'. Pas met beprijzing en regulering (en wat ondersteunende voorlichting, financiering, etc) zal het gros van de mensen zijn gedrag aanpassen. Een positief punt is in ieder geval dat minister Wiebes in de richtlijnen voor de klimaattafels subsidies als automatisme heeft verworpen. Tegelijkertijd zegt hij dat de energietransitie enkele procentpunten van ons BBP gaat afsnoepen, dat betekent dus dat de kosten bij de energiegebruiker terecht zullen komen. De tijd is dus aangebroken om iedereen een handje te helpen om zijn intenties om te zetten in daden en gewetensnood te voorkomen op straffe van het betalen van de echte kosten.
Frans Rooijers is Directeur van CE Delft