Met de salderingsregeling lag de terugverdientijd van zonnepanelen op ongeveer 9 jaar, als je de terugleverkosten van de energieleverancier meeneemt. Na het afschaffen van de salderingsregeling stijgt die terugverdientijd naar 12 tot 17 jaar. Dat is nog steeds ruim binnen de levensduur van de zonnepanelen. De jaarlijkse opbrengsten voor zonnepaneleneigenaren nemen bij tien zonnepanelen na het afschaffen van de salderingsregeling af van gemiddeld 485 naar 210 euro per jaar. Dit blijkt uit het rapport (Feitenbasis aanpassing salderingsregeling zonne-energie - CE Delft) van CE Delft en TNO waarin zij in opdracht van HIER, de Nederlandse Vereniging voor Duurzame Energie (NVDE), Holland Solar en Energie-Nederland de maatschappelijke effecten van de afschaffing van de regeling onderzochten.
Als de salderingsregeling is afgeschaft, komt het er kort gezegd op neer dat je een deel van de opgewekte zonnestoom zelf gebruikt en een deel teruglevert aan je energieleverancier. De stroom die je zelf gebruikt, levert op dit moment gemiddeld 22 cent/kWh op. Voor de stroom die je teruglevert krijg je vanaf 2027 naar schatting ongeveer 2 cent/kWh.
“Het is op dit moment niet aantrekkelijk om meer stroom op te wekken dan je verbruikt”
Voor huurders staat tegenover de baten van zonnestroom een verhoging van de huur, servicekosten of een energieprestatievergoeding. Meestal gaat het om een verhoging van de servicekosten, omdat deze geen invloed heeft op de huurtoeslag. De studie veronderstelt dat een verhuurder die verhoging van de servicekosten berekent op basis van 40% van de verwachte baten voor de huurder. Daarmee blijven 60% van de baten bij de huurder. Als de verhuurder de verhoging van de servicekosten niet aanpast na afschaffing van de salderingsregeling gaan de baten voor een huurwoning met zes zonnepanelen omlaag van circe 200 naar circa 33 euro per jaar. Als de verhuurder ervoor kiest om de servicekosten wel aan te passen aan de gewijzigde opbrengst voor de huurder, komt de berekening erop neer dat de servicekosten worden gehalveerd en de opbrengst voor de huurder circa 100 euro per jaar wordt.
De meeste energieleveranciers vragen op dit moment terugleverkosten voor alle stroom die een huishouden teruglevert, ook voor de stroom die het mag salderen. Deze kosten bedragen gemiddeld 11 cent/kWh. De terugleververgoeding is op dit moment gemiddeld 7 cent/kWh. Dat betekent dat een bezitter van zonnepanelen 22 cent/kWh krijgt voor de stroom die hij zelf verbruikt, (22 – 11 =) 11 cent voor de stroom die hij saldeert, terwijl hij (11 – 7 =) 4 cent betaalt voor de stroom die hij verder teruglevert. Het is dus op dit moment niet aantrekkelijk om meer stroom op te wekken dan je verbruikt.
“Eigenaren van zonnepanelen hebben een ander afnameprofiel dan huishoudens zonder zonnepanelen”
In de nieuwe situatie heb je, zoals gezegd alleen te maken met stroom die je zelf gebruikt en stroom die je teruglevert. Voor deze laatste stroom komt de studie uit op een terugleververgoeding van ongeveer 2 cent/kWh. Dit bedrag is is het verschil tussen de gemiddelde terugleververgoeding van 7 cent/kWh en de terugleverkosten van 5 cent/kWh die een energiebedrijf naar verwachting hanteert na afschaffing van de salderingsregeling. Met name de schatting van de terugleverkosten is ingewikkeld. Daarom hier een korte toelichting.
De Autoriteit Consument en Markt (ACM) onderscheidt drie soorten meerkosten bij energiebedrijven als gevolg van zonnepanelen bij een klant:
- Energiebedrijven hebben hogere kosten als gevolg van de salderingsregeling, omdat een huishouden voor de stroom die het teruglevert aan het net van de energieleverancier dezelfde prijs ontvangt als de prijs voor de stroom die het afneemt. In werkelijkheid is de waarde van de zonnestroom op de momenten van teruglevering kleiner dan de waarde van de afgenomen stroom. Daarnaast kan een energiebedrijf als gevolg van de salderingsregeling de kosten die het zelf maakt niet doorrekenen.
- Eigenaren van zonnepanelen hebben een ander afnameprofiel dan huishoudens zonder zonnepanelen. Ze nemen overdag minder of geen stroom af en in de zomer minder dan in de winter. Het energiebedrijf betaalt een gemiddeld hogere prijs voor de inkoop elektriciteit door dit ander afnameprofiel.
- De inkoop van stroom door huishoudens met zonnepanelen is minder voorspelbaar dan bij huishoudens met zonnepanelen. Daardoor koopt het energiebedrijf het ene moment teveel stroom in en het andere moment te weinig. Dit verschil moet op het laatste moment worden aangepast en dat kost al snel een hoop geld. In de terminologie van de energiebedrijven heet dit dat huishoudens met zonnepanelen een grotere voorspelfout bij inkoop hebben en hogere onbalanskosten.
Het rapport concludeert dat de kosten die het gevolg zijn van de salderingsregeling 6 cent/kWh bedragen (5 cent plus 1 cent BTW). De resterende 5 cent/kWh bestaat uit 1 cent/kWh als gevolg van het verschil in profiel tussen mensen met en zonder zonnepanelen, 3 cent/kWh als gevolg van de grotere voorspelfout en de onbalanskosten en 1 cent/kWh BTW.
“Het wordt interessant om te kijken wat er in de praktijk mogelijk is om het eigen gebruik te verhogen”
Het enorme verschil tussen 22 cent/kWh en 2 cent/kWh betekent een stimulans om meer stroom achter de meter te gebruiken. In de studie is aangenomen dat een huishouden gemiddeld zo'n 30% van de opgewekte zonne-energie direct zelf in huis gebruikt. Wie dit verhoogt verdient een stuk meer. Om hier inzicht in te krijgen heeft de studie gekeken naar de - vrij theoretische - situatie dat je 60% zelf gebruikt. De jaarlijkse opbrengsten van zonnepanelen komen dan bijna weer op het niveau van de situatie mét salderen.
Het wordt interessant om te kijken wat er in de praktijk mogelijk is om het eigen gebruik te verhogen. De eerste schattingen zijn dat er met overdag wassen en afwassen mogelijk 5% te halen is. Met een elektrische auto kan dat verder oplopen tot mogelijk 15%, maar dan moet deze wel een groot deel van de week overdag voor het huis staan. Een (hybride) warmtepomp zal het percentage eigen verbruik waarschijnlijk eerder verslechteren dan verbeteren, omdat er weinig overlap is tussen de productie van zonnestroom en het verbruik van dit apparaat.
Het is belangrijk dat enthousiaste eigenaren van zonnepanelen gaan bijhouden wat er in de praktijk mogelijk is, al dan niet met slimme technologie. Als duidelijk wordt dat het goed mogelijk is boven de 30% uit te komen verhoogt dit de aantrekkelijkheid van zonnepanelen fors.
Een voor de hand liggende gedachte is natuurlijk om een batterij aan te schaffen om het eigen verbruik te verhogen. Voor de meeste huishoudens is een batterij met een capaciteit van 5 kW hiervoor voldoende. Onderzoek laat zien dat de kosten hiervan bij lange na niet worden terug verdiend. Wat we wel zien is een heel andere, financieel gedreven ontwikkeling. Meerdere energieleveranciers adverteren met de boodschap dat de afschaffing van de salderingsregeling in 2027 het ideale moment is om een batterij aan te schaffen. De claim daarbij (van bijvoorbeeld Zonneplan) is dat deze relatief grote batterij van 10–20 kW batterij zich in 5 jaar terugverdient. Hoewel de marketing gericht is op de verhoging van het eigen gebruik, gaat dit aanbod in feite over een heel ander gebruik van batterijen, te weten handel op de elektriciteitsmarkt.
“Het is in mijn ogen geen goed idee om batterijen, die zijn bedoeld voor handel op de onbalansmarkt, te plaatsen in een laagspanningsnet”
Het idee achter de hoge terugverdientijd is dat het betrokken energiebedrijf enkele honderden thuisbatterijen gaat beheren om te handelen in elektriciteit. Dat doen ze op de onbalansmarkt, waar de prijs het ene moment tien keer zo hoog is als de stroomprijs en het andere moment fors negatief. Deze markt is de afgelopen jaren fors gegroeid doordat de vele zonnepanelen ervoor zorgen dat er steeds meer verschil is tussen de voorspelde vraag naar stroom en de werkelijke vraag. De onbalansmarkt zorgt ervoor dat dit verschil wordt opgeheven. De onbalansmarkt is een landelijke markt, waar alleen energiebedrijven op mogen handelen. Dat betekent dat je over moet stappen naar de leverancier van je batterij als je de beloofde opbrengst wilt krijgen. Een opbrengst die bovendien nogal onzeker is. De beloofde winst wordt niet gegarandeerd. Het aanbod is met andere woorden enigszins vergelijkbaar met het aanbod van een aantrekkelijke belegging.
Het is in mijn ogen geen goed idee om batterijen, die zijn bedoeld voor handel op de onbalansmarkt, te plaatsen in een laagspanningsnet. Door elektrische auto’s en warmtepompen verwachten de netbedrijven al in veel laagspanningsnetjes problemen met vraagcongestie. Als daar pakweg tien relatief grote batterijen bijkomen, kunnen deze bij veel wind op zee zorgen voor een forse extra vraag van 150 kW bij een transformatorcapaciteit van zeg 400 kW. Zo iets moet je niet willen.