Zoeken

CCS: sterkhouder en steunpilaar van de energietransitie

“Porthos is het eerste CO2-opslagproject dat klaar staat om gerealiseerd te worden”, zegt Nico de Meester van Porthos in een interview met Energiepodium. “Het is een pioniersproject. Andere CO2-opslagprojecten zullen volgen, want de potentie van CCS in lege gasvelden onder de Noordzee is groot.”

Van de drie musketiers uit de klassieke roman van Alexandre Dumas, hebben er inmiddels twee hun naam gegeven aan een Carbon Capture and Storage-project (CCS) dat Rotterdam als uitvalsbasis heeft: Porthos en Aramis. Voor die naamgeving valt veel te zeggen. Zoals de drie musketiers in de 17de eeuw de troon van koning Lodewijk XIII redden, wordt CCS gezien als sterkhouder en steunpilaar van de energietransitie. Zonder slag of stoot gaat het echter niet, net als in het wereldberoemde boek van Dumas.

Officieel staan de letters in de naam Porthos voor ‘Port of Rotterdam CO2 Transport Hub and Offshore Storage’, een project dat moet leiden tot de permanente opslag van circa 37 Mton CO2 in een leeg gasveld onder de Noordzee. Met een knipoog naar de drie musketiers, was Athos de naam van een project dat zwaar leunde op het hergebruik en de offshore opslag van CO2 die vrijkomt bij de staalproductieprocessen van Tata Steel. In september 2021 kwam het op een lager pitje te staan, omdat de staalproducent bekend maakte dat het CCS onder grote maatschappelijke druk verruilde voor de ‘waterstofroute’.

“In het Klimaatakkoord wordt CO2-opslag nadrukkelijk genoemd als een techniek die tijdelijk noodzakelijk is”

Eerder die maand werd de naam van de derde musketier, Aramis, gegeven aan een tweede grootschalig CCS-project, dat eveneens Rotterdam als uitvalsbasis en de onderzeese opslag van 300 à 400 Mton CO2 als doel heeft. “Porthos is het eerste CO2-opslagproject dat klaar staat om gerealiseerd te worden, vertelt Nico de Meester, als external relations manager werkzaam bij Porthos. “Het is een pioniersproject. Andere CO2-opslagprojecten zullen volgen, want de potentie van CCS in lege gasvelden onder de Noordzee is groot. En niet alleen in het Nederlandse deel van de Noordzee, maar ook in bijvoorbeeld het Engelse en Noorse deel.”

De initiatiefnemers van het Porthos project zijn Energie Beheer Nederland (EBN), Gasunie en Havenbedrijf Rotterdam, drie bedrijven die samenwerken om de toepassing van CO2-opslag in Nederland mogelijk te maken. De Meester: “In het Klimaatakkoord wordt CO2-opslag nadrukkelijk genoemd als een techniek die tijdelijk noodzakelijk is om tijd te winnen voor de ontwikkeling van nieuwe betaalbare duurzame oplossingen. Nadat het Porthos-project gerealiseerd is, zal een groter project volgen: Aramis CCS. Dat is een samenwerking tussen EBN, Gasunie, Shell Nederland en TotalEnergies. Beide projecten hebben hetzelfde doel: Op korte termijn tegen relatief lage kosten grote hoeveelheden CO2 uit de atmosfeer houden, door het af te vangen en permanent ondergronds op te slaan. Offshore, in lege gasvelden onder de Noordzee, want na felle protesten in Barendrecht heeft het kabinet in 2010 besloten om ondergrondse CO2-opslag alleen op zee en niet op land toe te staan.”

“De oorlog in Oekraïne heeft eens te meer benadrukt dat we aardolie, gas en steenkool onmogelijk van de ene op de andere dag in de ban kunnen doen”

Volgens de Meester heeft Porthos in veel opzichten de weg vrijgemaakt voor toekomstige CCS-projecten. “Op hun beurt hebben eerdere projecten in onder andere Noorwegen, Canada en de Verenigde Staten laten zien dat het technisch heel goed mogelijk is om CO2 op een veilige en efficiënte manier ondergronds op te slaan. In dit geval is gekozen voor een leeg gasveld dat zich twintig kilometer uit de kust bevindt, op een diepte van drie tot vier kilometer. Gedurende vijftien jaar wordt er ieder jaar 2,5 Mton CO2 in opgeslagen, dat wordt afgevangen in de installaties van vier bedrijven in het Rotterdamse havengebied: Air Liquide, Air Products, ExxonMobil en Shell.”

Op CO2-gebied worden zij als het ware door Porthos ontzorgd. Omdat de CO2 die bij hun productieprocessen vrijkomt niet in de atmosfeer terecht komt, kunnen ze gedurende de energietransitie gebruik blijven maken van fossiele grondstoffen die nodig zijn voor hun productieproces. Ze krijgen tijd om te verduurzamen en die tijd hebben ze volgens De Meester nodig om de leveringszekerheid van hun producten te waarborgen. “De oorlog in Oekraïne heeft eens te meer benadrukt dat we aardolie, gas en steenkool onmogelijk van de ene op de andere dag in de ban kunnen doen. Dat zou met onmiddellijke ingang het einde betekenen van onder andere het vliegverkeer, de scheepvaart en de productie van plastics, staal en cement.”

“Het is makkelijk aanschoppen tegen fossiele multinationals, maar ik ben onder de indruk van de grootschalige verduurzamingsprojecten waar dat soort bedrijven aan werkt”

CO2-opslag in lege gasvelden mag technisch heel goed mogelijk zijn, het is geen kwestie van ‘gas eruit, CO2 erin’. De Meester: “Bij Porthos kan het gaswinningsplatform P18-A worden hergebruikt, om de CO2 te injecteren in het poreuze zandgesteente waar het lege gasveld uit bestaat, maar er zijn flinke investeringen nodig in nieuwe ondergrondse infrastructuur om het broeikasgas te transporteren. In het Rotterdamse havengebied worden die leidingen op de groei gebouwd, zodat we in de toekomst ook andere industriële bedrijven die CO2 gaan afvangen kunnen faciliteren. Daarnaast wordt op de Maasvlakte een compressorgebouw gerealiseerd. Daar wordt de CO2 door drie compressoren op een druk gebracht van maximaal 130 bar, die nodig is voor het verdere transport naar het platform op zee.”

De tekst loopt hieronder door.

Eind vorig jaar werden de transport- en opslagcontracten met Air Liquide, Air Products, ExxonMobil en Shell getekend. Zij betalen volgens De Meester een transport- en opslagtarief, dat ieder jaar wordt geïndexeerd, en moeten daarnaast investeren in een CO2-afvanginstallatie. “Kritiek op de SDE++-subsidie van 2,1 miljard euro die de overheid voor de vier Porthos-klanten heeft gereserveerd, is in mijn ogen niet terecht. Die reservering was destijds nodig om het verschil te overbruggen tussen de kosten van het Europese Emissions Trading System (ETS) en de kosten van CCS. Afgesproken is dat de overheid jaarlijks alleen het verschil betaalt tussen de daadwerkelijke ETS-prijs en de CCS-kosten. De emissierechten zijn de afgelopen jaren alleen maar gestegen, van 25 euro naar 85 euro, en de verwachting is dat die stijging doorzet. Als dat betekent dat de SDE++-subsidie aan de ‘Porthos-bedrijven’ uiteindelijk uitkomt op een paar honderd miljoen euro, is dat geld in mijn ogen heel goed besteed. Want verspreid over een periode van vijftien jaar zorgt het er jaarlijks voor dat 2,5 Mton CO2 niet in de atmosfeer terecht komt. Dat is 10% van de CO2 die jaarlijks vrijkomt in het Rotterdamse havengebied, dat verantwoordelijk is voor ruim 14% van de totale CO2-uitstoot in Nederland. Dat zijn echt percentages die er toe doen.”

Bottom-line is volgens De Meester dat het ETS, in combinatie met de nationale CO2-heffing, voor het bedrijfsleven een enorme driver is gebleken om te investeren en te participeren in Porthos. “Het is makkelijk aanschoppen tegen fossiele multinationals, maar ik ben onder de indruk van de grootschalige verduurzamingsprojecten waar dat soort bedrijven aan werkt Want terwijl ze op de korte en middellange termijn gaan voor projecten als Porthos, zetten ze op de lange termijn vol in op onder andere de waterstofeconomie.”

“Als hergebruik van afgevangen CO2 geen optie is, bijvoorbeeld in bouwmaterialen, kom je al snel bij geologische opslag uit”

De definitieve investeringsbeslissing van EBN, Havenbedrijf Rotterdam en Gasunie wordt nog dit jaar verwacht. De bouw van het systeem zou daardoor in 2023 van start kunnen gaan, want alle vergunningen zijn binnen, ware het niet dat Mobilisation for the Environment (MOB) bezwaar heeft aangetekend tegen de ‘bouwvrijstelling’ die van toepassing is op Porthos. Dat in de bouwfase stikstof mag worden uitgestoten, is volgens het landelijk netwerk van juristen dat zich inzet tegen biodiversiteitsverlies en klimaatverandering namelijk strijdig met de Europese wetgeving. De Meester: “De Raad van State doet binnenkort uitspraak. Als die voor Porthos gunstig uitvalt, kan het systeem eind 2024 of begin 2025 operationeel zijn. Als MOB in het gelijk wordt gesteld, betekent dat extra werk aan de winkel en daarmee uitstel, maar zeker geen afstel. Daarvoor is de noodzaak van CO2-afvang en -opslag en de positieve impact van Porthos op het klimaat en de energietransitie te groot.”

De Meester schat dat in lege gasvelden op de Noordzee in totaal circa 1.000 Mton CO2 kan worden opgeslagen. “Daarbij baseer ik me op een schatting van EBN van een paar jaar geleden. Of er ooit zoveel CO2 zal zijn opgeslagen onder de Noordzee, hangt van veel factoren af. De vraag wat voor industrie we op de lange termijn in Nederland willen bijvoorbeeld. En hoe de kosten van CCS-projecten zich ontwikkelen als de CO2 over grotere afstanden moet worden getransporteerd. Daar staat tegenover dat het steeds aantrekkelijker wordt, ook financieel, om vloeibare CO2 met schepen te transporteren.”

CCS als sterkhouder en steunpilaar van de energietransitie? De Meester sluit niet uit dat de toepassing van CO2-opslag in de toekomst niet alleen nodig is voor CO2 die in de industrie is afgevangen. “Carbyon is bijvoorbeeld een Nederlandse startup die een efficiënte techniek heeft ontwikkeld om CO2 direct uit de lucht te halen. Dit kan negatieve emissies opleveren en dat is goed nieuws voor het klimaat. Je zult echter wel ergens naar toe moeten met CO2 die via die directe luchtafvang is verzameld. Als hergebruik geen optie is, bijvoorbeeld in bouwmaterialen, kom je al snel bij geologische opslag uit.”

Tekst: Cees de Geus