Het Europese CO2-handelssysteem (ETS) staat alweer een paar jaar op de radar van CEO’s. De aanpak van het overschot aan emissierechten en de CO2 forward prijscurve dwingt ze tot CO2-reducerende investeringen. Maar ook de ambitie van het ETS om de EU sneller naar net zero te brengen gaat bewaarheid worden. De aankomende aanscherping brengt de totale CO2-emissies van de meer dan 10.000 deelnemers al naar 0 in 2039. Na formeel akkoord van alle partijen en plenaire stemming van het Europees Parlement wordt de wetgeving definitief. Zie legal text.
Een overzicht van de recente aanscherpingen en uitbreidingen.
Aanscherpingen ETS-1
- In de eerste jaren daalt het CO2-plafond langzaam en vanaf 2027 sneller. Het doel van het ETS wordt 62% minder CO2-emissies in 2030 (t.o.v. 2005). Het aantal beschikbare emissierechten wordt jaarlijks met 2,2% nu, naar 4,3% tot 4,4% per jaar afgebouwd. Dat is erg ambitieus want de efficiency gaat per jaar 1 tot 2% omhoog. Er moet dus extra geïnvesteerd worden.
- Met de afbouw van 4,4% na 2030 zijn er al in 2039 geen emissierechten meer beschikbaar (zie het afnemend aantal beschikbare emissierechten in de tabel onder). De Europese Commissie onderzoekt of er daarna negatieve emissies (denk aan BECCS) en carbon removals (DAC) kunnen worden toegevoegd voor de laatste emissies in de industrie (denk aan methaan). Ook daarvoor het EU ETS aan andere ETS-systemen of carbon credits van buiten de EU in het kader van het Parijs Akkoord kunnen worden gekoppeld.
- Het laatste historische overschot aan emissierechten wordt bovendien afgebouwd doordat in 2024 50 Mt en in 2026 27 Mt emissierechten extra worden gecanceld.
- Datzelfde, na verloop aanscherpende effect wordt veroorzaakt door het RePowerEU-programma. De Europese Commissie gaat voor extra inkomsten 200-250 miljoen emissierechten eerder veilen (‘frontloading’). Later wordt dat gecorrigeerd en wordt er minder geveild. Effect is dat de CO2-prijs de eerste jaren wat wordt gedrukt, en in de latere jaren juist wat hoger wordt. Analisten verwachten dat er in de latere jaren minder rechten op de veiling gekocht worden, waardoor er een jaar erop minder geveild wordt. Dus ook door deze extra knop wordt de uiteindelijke ambitie hoger.
- Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM): Er komt een bescherming van een aantal sectoren tegen concurrerende import uit landen met minder ambitieus klimaatbeleid of zonder CO2-beprijzing systeem, ter voorkoming van ‘carbon leakage’ (door import met meer CO2-emissies). Deze importeurs moeten vanaf 2026 speciale CBAM-rechten van de EU kopen. Van de Europese bedrijven in CBAM-sectoren wordt het percentage gratis emissierechten afgebouwd. Het gaat om de volgende sectoren: ijzer, staal, aluminium, kunstmest, stroom, waterstof, downstream emissies van producten als schroeven en moeren.
- Het recht op gratis rechten voor overige industrie hangt af van een energy audit: bedrijven die geen maatregelen voor energiebesparing met een terugverdientijd van 3 jaar of minder nemen, krijgen 20% minder gratis rechten. De 20% slechtst presterende bedrijven moeten verplicht een klimaatplan opstellen. De hoeveelheid gratis rechten van de niet-CBAM sectoren gaat in beginsel op basis van Europese CO2-bechmarks: x ton gratis rechten per x ton staal. De CO2-benchmarks worden ook aangescherpt (dus minder gratis rechten): tussen 0,2 % en 2,5% per jaar en vanaf 2026 tot 2030 6% tot 50%.
- Gratis rechten intra-Europese luchtvaart worden sneller afgebouwd en stoppen per 2026.
- Afvalverbranding: per 2024 emissies monitoren en mogelijke opname in het ETS per 2028. Lidstaten hebben wel al de keuze om dit eerder te doen met een opt-in.
- Per 2024 wordt zeescheepvaart boven 5.000 bruto tonnage (GT) onderdeel worden van het ETS met een infaseerperiode tot 2026 (met name cruise- en containerschepen). Van de schepen van buiten de EU valt 50% van de emissies eronder. Na een evaluatie kunnen ook offshore service-schepen en schepen tussen 400 en 5000 GT in 2027 aan ETS-2 worden toegevoegd. En methaan, roet en lachgas moeten worden gemonitord en worden in 2027 wellicht verplicht deel van het ETS.
- Er komt vanaf 2027 een apart emissiehandelssysteem met eigen CO2-budget en eigen regels voor energie- en brandstofleveranciers aan de gebouwde omgeving en aan het wegtransport. Daarmee krijgen die sectoren een verplicht CO2-doel en een CO2-beprijzing. En dat bevordert duurzame warmte- en koudelevering aan gebouwen en duurzame brandstoffen. En het kan op termijn subsidiering overbodig maken.
- Vanaf 2027 wordt de ETS-2 ook verbreed naar brandstofgebruik in de kleine industrie.
- ETS-2 krijgt een aantal waarborgen om te voorkomen dat de CO2-kosten te hoog worden voor de huurders en automobilisten. Ten eerste kan de startdatum met een jaar worden uitgesteld (2028 in plaats van 2027) als de energieprijzen dan te hoog liggen. Ten tweede: Als de CO2-prijs gedurende twee maanden gemiddeld hoger is dan 45 euro per ton CO2 zullen extra rechten worden geveild uit de marktstabiliteitsreserve.
- Een deel van de opbrengsten van het nieuwe ETS-2 wordt gebruikt om het nieuwe Sociaal Klimaatfonds (SCF) te financieren. Dit fonds heeft als doel om kwetsbare huishoudens en kleine bedrijven te ondersteunen (isolatiesubsidie; OV-subsidie et cetera). Ook zou Nederland de accijns op brandstoffen, momenteel de hoogste in de EU, kunnen verlagen voor hetzelfde doel.
Uitbreiding scope huidig ETS-1
Uitbreiding met nieuw ETS-2
Het aangescherpte en uitgebreide ETS, samen met eerdere Europese afspraken over de niet-ETS sectoren en over extra koolstofvastlegging in bodems en bomen, vormt het volledige zogenoemde ‘Fit for 55’ pakket en helpt het totale CO2-doel van 55% reductie in 2030 halen (neergelegd in de Europese Klimaatwet). Bij volledige uitvoering komt de EU zelfs op -57% in 2030. De afgesproken verbreding zorgt ervoor dat circa 12% meer emissies onder het systeem vallen. Het komende Interdepartementale Beleidsonderzoek (IBO) zal ook kijken naar de effecten van deze Europese wetgeving.
Dat is belangrijk, want het effect van het ETS lijkt haast onbekend bij de politiek, in de samenleving en de media. Bij de huidige campagnes van milieuorganisaties en sommige politieke partijen voor een stop op fossiele subsidiestop, op reclame en op sponsoring van initiatieven en voor wekelijkse klimaatpersconferenties als druk op fossiele bedrijven, wordt over het hoofd gezien dat middels het ETS de CO2-emissies van fossiele sectoren al vóór 2040 verplicht naar 0 gaan. Er zou meer aandacht uit moeten gaan naar niet-ETS sectoren moeten komen. Dat is lastig, want dat raakt onszelf, hoe we eten, reizen en ons vermaken.
Zie de diverse aanscherpingen van het Fit for 55 pakket.