Wat zal de toekomst brengen? Wat betekent corona voor de economie en voor de energiesector? Gaan we op dezelfde voet verder na een korte inzinking in een V-economie? Zullen we te maken krijgen met een trager herstel in een U- economie? Zitten we op een pad waarbij de L-economie nog lang op een laag pitje zal blijven staan? Of geeft de coronacrisis dé impuls tot een transformatie naar een nieuwe, duurzame en meer sociale economie, de X-economie. We weten het niet.
Een belangrijk deel van de bepalende variabelen wordt door de medische wetenschap onderzocht. Daarnaast zijn er politieke, sociale en ethische aspecten. Die hebben te maken met de manier waarop nationale overheden en hun bevolking omgaan met de inperking van de pandemie, en met de consequenties daarvan voor het sociale en economische leven. En er is een onvoorspelbare wisselwerking tussen die medische, politieke, sociale en economische aspecten. We leven in een wereld van fundamentele onzekerheid, op de korte en ook de langere termijn. We zullen zien hoe de exit-strategieën uitpakken en of er een vaccin gemaakt wordt.
Ondertussen gaat de economie voort. We eten, we drinken, we verplaatsen ons, en hebben van alles nodig om te leven en ons te vermaken. En we gebruiken energie. Voedsel en drank moeten geproduceerd en getransporteerd worden, net als andere zaken die we ‘nodig’ hebben. Zowel de behoefte als het aanbod aan goederen en diensten blijven bestaan. En dat geldt ook voor energie.
Wat wél radicaal verandert, is de coördinatie die ervoor zorgt op welke manier goederen en diensten, gemaakt door welke producent dan ook, verkocht zullen gaan worden aan de afnemers. Tot voor kort kon iedereen besluiten iets te maken en te kijken of er ergens op de wereld afzet te vinden was. Ook de productielocatie was een vrije keuze, op basis van de laagste investerings- en productiekosten. Consumenten konden, al dan niet via internet, kiezen uit dit ruime aanbod. Lage kosten voor transport, informatie, en vrije toegang tot transportmiddelen en markten zijn de basisvoorwaarden voor een globale economie. Alles kon altijd wel ergens gekocht of verkocht worden.
“Voor bepaalde onmisbare goederen zullen voorraden aangehouden gaan worden als zekerheid”
Nu worden de vrije markt en de nationale productie en consumptie ingeperkt om epidemiologische redenen. Het gevolg is dat de zekerheid om een goed altijd wel ergens te kunnen kopen of verkopen niet meer bestaat. Het commerciële proces wordt daarmee veel gecompliceerder. Om een bepaald goed te verhandelen moeten specifieke leveranciers en afnemers elkaar vinden, in landen die ‘open’ zijn. Dat vereist zoekwerk, nieuwe handelspartners en specifiek maatwerk in het opstellen van de contracten tussen die partijen. Immers, ook de rol van wereldmarktprijzen als indicator voor de waarde van de goederen is in de veel minder liquide markt niet meer betrouwbaar.
Tegelijkertijd moeten ook de logistieke ketens van transport, opslag en distributie op deze veel specifiekere transacties toegesneden worden. Voor bepaalde onmisbare goederen zullen voorraden aangehouden gaan worden als zekerheid. Dat is verstandig, maar tegelijkertijd vormen die voorraden ook een onzekerheid. Ze kunnen natuurlijk op enig moment op de markt gebracht worden en daarmee de prijs beïnvloeden. Van de bestaande transportcapaciteit zal nog maar een deel rendabel ingezet kunnen worden, vanwege lagere volumes en een grotere variëteit aan bestemmingen.
“Prijzen in elektriciteitsmarkten worden nog afhankelijker van zonne- en windaanbod”
Dit betekent dat we afscheid nemen van een globaal, flexibel, just-in-time, economisch systeem met relatief lage transactiekosten. Er is in absolute zin weliswaar sprake van een overcapaciteit aan productiemiddelen, maar tegelijkertijd zullen de kosten voor het in- en verkopen van grondstoffen, halffabricaten, onderdelen en eindproducten, en ook van diensten, aanzienlijk toenemen.
In de energiesector zien we de anomalie van negatieve prijzen voor WTI crude, als duidelijke consequentie van de lokale logistiek in Cushing. Corona-gedreven lokale vraag- en aanbodverhoudingen zullen regionale schaarste of overaanbod van energiedragers tot gevolg hebben, niet alleen voor olie. Het stilleggen van een aanzienlijk deel van de raffinagecapaciteit vereist het vinden van nieuwe toeleveranciers en afzetkanalen en nieuwe logistiek. Zowel LNG export- als importterminals zullen geconfronteerd worden met gevolgen van de corona-economie in hun achterland, zowel in het aanbod als de vraag naar aardgas. Prijzen in elektriciteitsmarkten worden nog afhankelijker van zonne- en windaanbod.
Het is nog te vroeg om de consequenties van deze de-globalisering te overzien. Het is wel duidelijk dat de liquide markten voor de energiedragers en de logistiek niet meer zullen functioneren zoals we gewend zijn. De energietransitie legde al de bijl aan de wortels van die markten, de geopolitieke spanning tussen OPEC, Rusland en de VS en China deelt extra klappen uit, en de coronapandemie versplintert op dit moment het wereldwijde netwerk van energiemarkten. Onzekerheid, geografische en technische specificiteit en stijgende afhankelijkheden tussen handelspartners, vereisen andere contract- en samenwerkingsvormen dan de vrije markt; de T van de Transactiekosteneconomie.