Zoeken

België: afscheid van kernenergie en forse uitbreiding van wind op zee

Een gefaseerde ‘uitstap’ uit de kernenergie en een forse uitbouw van wind op zee, dat zijn belangrijke toekomstige ontwikkelingen in de energiepolitiek van België.

Vanaf volgend jaar oktober tot december 2025 worden de vier kerncentrales van Doel en de drie van Tihange gefaseerd uitgeschakeld. Inmiddels klinken stemmen om langer door te gaan met kernenergie, zolang nog niet zeker is of er voldoende duurzame alternatieven zijn om de energielevering te garanderen.

Wie de energiepolitiek van onze zuiderburen wil doorgronden, moet beseffen dat ook dit is opgedeeld langs de lijnen van het federalisme. De verantwoordelijkheden zijn verdeeld tussen de federale regering, Vlaanderen, Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het federale gezag gaat over voorzienings- en leveringszekerheid, tarieven, grote infrastructuur voor productie van energie, opslag en transport en toekomststudies over elektriciteit en gas. Ook kernenergie valt onder de federale regering. Tot de bevoegdheden van de gewesten behoren onder meer distributie van elektriciteit met een lagere spanning dan 70.000 Volt, distributie van gas, ontwikkeling van nieuwe energiebronnen en gaslevering aan de industrie. Federale regering en gewesten overleggen regelmatig over de energiepolitiek. Hiervoor bestaat een instantie: ENOVER of in het Frans CONCERE. Wordt in Nederland weleens geklaagd over de stroperigheid van het poldermodel, hier een voorbeeld van hoe het in België ertoe kan gaan. Van 30 november tot en met 11 december 2015 vond de Klimaattop van Parijs plaats. De bijeenkomst was al drie dagen aan de gang en de Belgische delegatie was nog steeds niet gearriveerd. De reden: de vier klimaatministers van de federale regering en de Vlaamse, Waalse en Brusselse gewesten konden het niet eens worden over een nationaal klimaatakkoord.

“Grote afwezige in de Belgische energiemix zijn kolencentrales”

Hoe ziet de Belgische energiemix eruit? Uit de meest actuele cijfers van de nationale netbeheerder Elia blijkt dat onze zuiderburen in 2020 voor bijna een derde van hun energiebehoefte afhankelijk waren van kernenergie. Voor Nederlandse begrippen is dat aanzienlijk, maar in vergelijking met 2019 daalde het aandeel in België van nucleaire energie met bijna een kwart van 41,4 naar 31,7%. Alhoewel het in absolute zin om kleine aantallen gaat, steeg tegelijkertijd het aandeel van wind op zee fors: met ongeveer de helft van 4,6 naar 6,7%. Het tekent de ambities van België op dit gebied. Daarom besteden we in dit artikel aparte aandacht aan wind op zee, maar ook aan kernenergie. Het aandeel gas steeg licht van 23,0 naar 27,8%. Volgens Elia had dit deels te maken met andere berekeningsmethoden. De netbeheerder gaat er daarom vanuit dat de positie van gas in België redelijk stabiel blijft. Dan de ontwikkeling van zonne-energie in België. In 2019 werd 3,5% van de stroom opgewekt door de zon, een jaar later was dat 4,3%, naar verhouding ook een aanzienlijke stijging met ruim een vijfde. Grote afwezige in de Belgische energiemix zijn kolencentrales. België sloot in 2016 al de laatste centrale van dit type. Het land meende als alternatief eerst zijn heil te moeten zoeken in biomassa. Maar ook bij onze zuiderburen heeft deze vorm van energieopwekking vanwege de negatieve gevolgen voor het milieu inmiddels veel van zijn glans verloren.


De tekst loopt hieronder door.

België beschikt over zeven nucleaire centrales, vier in Doel en drie in Tihange met een totaalvermogen van bijna 6.000 MW. België startte in 1975 met deze vorm van energie. Inmiddels heeft de federale regering besloten om vanaf volgend jaar gefaseerd met kernenergie te stoppen. Eerst wordt Doel 3 (1.006 MW) op 1 oktober 2022 gesloten, dan op 1 februari 2013 Tihange 2 (1.008 MW). Ruim twee jaar later, op 15 februari 2025 is Doel 1 (445 MW) aan de beurt. Daarna worden Doel 4 (1.038 MW), Tihange 3 (1.046 MW) en Tihange 1 gesloten. Op 1 december 2025 moet dan Doel 2 (433 MW) als laatste kerncentrale in België dicht.

“Nederland produceert met veel meer ruimte op dit moment niet zoveel meer aan wind op zee dan België”

Wind op zee heeft een opmerkelijke vlucht genomen in België. Opmerkelijk, omdat het Belgisch continentale plat in verhouding met dat van het Verenigd Koninkrijk, Nederland, en Duitsland zeer klein is. Ter vergelijking: het Nederlands continentale plat is 57.480 vierkante kilometer, het Belgische bedraagt daar nog geen 4% van: 2.017 vierkante kilometer. België plaatste al in 2008 de eerste windturbine op zee, niet ver van de grens met Nederland. Inmiddels zijn er zo’n tien windparken met 400 turbines op een oppervlakte van bijna 240 vierkante kilometer, de grootste operationele windzone ter wereld. Eind dit jaar moeten deze turbines een vermogen van 2,3 GW opleveren. Dat is ongeveer 10% van de totale Belgische energiebehoefte. Ter vergelijking: Nederland produceert met veel meer ruimte op dit moment niet zoveel meer aan wind op zee, bijna 2,5 GW. De kleine oppervlakte waarop de windturbines staan, leidt ertoe dat België nummer 1 in de wereld is als het gaat om wind op zee per vierkante kilometer, nummer 3 wat betreft stroomproductie op zee per inwoner en nummer 4 in absolute zin bij de productie van stroom op zee, na het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en China. Het is de bedoeling dat over zo’n vijf jaar het aandeel van wind op zee in de Belgische energievoorziening is verdubbeld. De overige windparken in zee zullen meer naar het zuidwesten richting de Franse grens verrijzen.

Zo’n kwart van de energiebehoefte van België wordt gestild door aardgas. Het land is hiervoor volledig afhankelijk van andere landen, omdat aardgas bij onze zuiderburen niet aanwezig is in de bodem. Bijna de helft van het benodigde gas (ruim 45%) komt per pijpleiding vanuit Nederland. Een derde (33%) komt uit Noorwegen, 6% uit Duitsland en het Verenigd Koninkrijk en 8% uit Qatar. Het gas uit dit laatste land arriveert per schip in vloeibare vorm in Zeebrugge, van waar het als gas over België wordt gedistribueerd.

“De energieminister is ervan overtuigd dat België ook zonder kernenergie aan de energiebehoefte kan voldoen”

Als op 1 februari 2023 zowel Doel 1 en Tihange 2 volgens plan zijn gesloten, dan betekent dit dat België een derde van de productie van nucleaire stroom heeft afgeschakeld, en dat vanaf nu binnen minder dan anderhalf jaar. Naarmate deze stap nadert, neemt ook de scepsis toe, omdat er volgens critici niet voldoende alternatieve energiebronnen aanwezig zijn. Maar de Belgische minister van Energie, Tinne Van der Straeten, wil (vooralsnog) van geen wijken weten. Hierbij speelt ongetwijfeld een rol dat ze van de Vlaamse milieupartij Groen is. Ze is ervan overtuigd dat België ook zonder kernenergie aan de energiebehoefte kan voldoen.

Een oplossing zou kunnen zijn dat het land de import van stroom uit buurlanden opvoert. Maar dan nemen de transportkosten van elektriciteit fors toe. Ook zouden er extra gascentrales kunnen worden gebouwd. Echter, dat leidt tot toename van CO2-uitstoot. Daar ook België zich heeft verplicht tot verregaande CO2-reductie, is dit geen haalbaar alternatief. En het is ook politiek onacceptabel voor de Belgische minister Zakia Khattabi van Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal. Want ook Khattabi is lid van een milieupartij: Ecolo, de Waalse zusterpartij van Groen.