Zoeken

Franse lessen over kernenergie

Auteur

Rob de Wijk

De leiders van VVD en CDA riepen tijdens de verkiezingscampagnes in koor dat Nederland niet zonder kernenergie kan. Rob de Wijk denkt dat ze gelijk hebben.

Deze column schijf ik in Frankrijk waar ik de coronacrisis uitzit. Normaal gesproken is dit irrelevant, maar door langdurig verblijf op het Franse platteland ga je anders naar de discussie over energietransitie kijken. Zelf stook ik op gas dat een- of tweemaal per jaar door een tankwagen wordt afgeleverd. In de ogen van plattelanders is gas een domme keuze. Het is duur. Dat geldt in mindere mate voor olie.

De favoriete manier van stoken is hout. Die brandstof gebruik ik voor de gezelligheid en om echt koude dagen draaglijk te maken. De gevolgen zijn in de directe omgeving te zien. Bossen komen in de kachel aan hun einde. Niemand die ermee zit, want een gekapt bos is een warm huis. Zo gaat dat al eeuwen.

De meeste plattelanders verwarmen bij met elektriciteit. Veel huizen in de stad, hotels en restaurants verwarmen uitsluitend op elektriciteit. Dat kan door de goedkope elektriciteit uit kerncentrales. Frankrijk telt er 58, verspreid over 19 locaties. Die leveren 70% van de elektriciteit. Nog eens 20% komt uit andere duurzame bronnen. De rest van de elektriciteit wordt opgewekt door de verbranding van steenkool, bruinkool en gas. Het resultaat is een elektriciteitsvoorziening die een van de groenste van Europa is.

“Door Flamanville weten we dat de bouw van een nieuwe kerncentrale wel 17 jaar kan duren”

Je kunt het je als Nederlander bijna niet voorstellen, maar hier in Frankijk wordt geprotesteerd tegen het inruilen van kernenergie voor horizonvervuilende windmolens. Daaraan ligt een controversieel besluit ten grondslag. In 2015 besloot de regering om het aandeel kernenergie terug te brengen naar 50% in 2025. Een belangrijke reden was de ouderdom van bestaande centrales. Na 40 jaar is het bekeken, hoewel nu wordt ingezet op de verlenging van de levensduur. Toch zullen de komende vijftien jaar zeker 14 reactoren moeten sluiten.

Een probleem is dat er de afgelopen decennia te weinig is gebeurd. Na de aanvankelijke bouwhausse van de jaren zeventig ging de fut eruit. Pas in 2004 werd weer besloten om een nieuwe reactor te bouwen. Maar vervolgens werden de plannen voor de bouw van zes centrales door president Macron weer on hold gezet. Eerst moet Flamanville 3 in gebruik worden genomen. De bouw daarvan wordt door zoveel technische en financiële problemen geteisterd dat hierdoor twijfels zijn gerezen over de toekomst van kernenergie. Het gevolg laat zich raden. Door de vertraging worden oude reactoren niet op tijd vervangen en ging kritische kennis verloren. Door Flamanville weten we nu ook dat de bouw van een nieuwe centrale wel 17 jaar kan duren.

“Kernenergie verschaft de onafhankelijkheid waaraan de Fransen zo hechten”

Tegelijkertijd is besloten om pas in 2035 de afhankelijkheid van kernenergie te verminderen. Bij dat besluit speelt de uitstoot van CO2 een rol. Die zou namelijk te veel stijgen. Ook speelt de voorspelde stijging van de energieprijzen een rol waartegen de Gele Hesjes in opstand kwamen. De Franse gang van zaken is een les voor Nederland. De leiders van VVD en CDA riepen tijdens de verkiezingscampagnes in koor dat Nederland niet zonder kernenergie kan. Ik denk dat ze gelijk hebben. Maar hoe langer we wachten des te lastiger het wordt, zeker als meerdere landen reactoren willen hebben. Bovendien maakt één reactor geen verschil in de energietransitie. Twee is het minimum.

In tegenstelling tot Frankrijk moet in Nederland eerst de bevolking voor de plannen worden gewonnen. Natuurlijk zijn er ook in Frankrijk protesten tegen kernenergie. Maar de overgrote meerderheid is voor. Kernenergie verschaft de onafhankelijkheid waaraan de Fransen zo hechten. Reactoren behoren tot de categorie megaprojecten zoals de 17de-eeuwse kanalen en de 20ste-eeuwse hogesnelheidstreinen waar de Fransen zo dol op zijn. Maar het belangrijkste is dat de regering nooit de risico’s van kernenergie heeft verborgen en kernenergie tot nu toe veilig is gebleken. Miljoenen Fransen hebben een toeristisch uitje naar een centrale gemaakt. Dit heeft de acceptatie sterk verhoogd. Als het volgende Kabinet echt wat wil, dan is het verstandig om heel goed naar de Franse lessen te kijken.

Rob de Wijk

Rob de Wijk is directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en professor Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden. In zijn column gaat hij in op de energievoorziening in het licht van de internationale verhoudingen.