Zoeken

Van gas los: Rusland wil niet, de EU kan niet

Het is noodzakelijk dat de Nederlandse overheid komende jaren een afdoende mix van lange termijncontracten, LNG importcapaciteit en, boven alles, voldoende gasopslag in stand houdt, stellen Jilles van den Beukel en Lucia van Geuns in een studie voor HCSS.

Ongeveer 40% van het gas dat in de EU verbruikt wordt is afkomstig uit Rusland. Rusland, als producent, zet vooralsnog vol in op olie en gas als verdienmodel en lijkt de ogen voor de komende energietransitie te sluiten. De EU, als consument, heeft grote ambities de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, maar is niet in staat het verbruik van aardgas snel omlaag te brengen.

Die combinatie brengt voor beide kanten risico’s met zich mee, zo betogen Jilles van den Beukel en Lucia van Geuns op basis van hun in januari 2021 gepubliceerde studie voor HCSS (Russia’s unsustainable business model: going all in on oil and gas). Ook in het HCSS paper ‘Gas Supply Security in the Netherlands: Geopolitical and Environmental Dilemmas’ van Irina Patrahau en Lucia van Geuns (maart 2021) wordt hierop ingegaan. Voor Rusland is dat een te lang wachten met een overschakeling op een nieuw verdienmodel. Voor de EU is dat een verwaarlozing van het huidige energiesysteem in een overgangsfase waarin de EU nog wel in hoge mate afhankelijk is van olie en gas, maar deze zelf nauwelijks meer produceert.

“De uitdagingen voor de Russische olie- en gasindustrie.”

Olie en gas zijn essentieel voor Rusland. Het laatste decennium was het land verantwoordelijk voor bijna de helft van de overheidsinkomsten en twee derde van de export. Terwijl in de westerse wereld het economische belang van de olie- en gasproductie afneemt, is in Rusland juist het tegenovergestelde het geval.

Rusland, Saoedi-Arabië en de VS zijn, elk met een productie van ongeveer 10 miljoen vaten per dag, de met afstand drie grootste olieproducenten ter wereld. De Saoedi’s hebben dat te danken aan hun ongekende reserves en de lage kosten om deze reserves te produceren. De Amerikanen hebben dat de danken aan hun technische vaardigheden en efficiënte servicebedrijven waardoor zij, als enige ter wereld, schalieolie tegen niet al te hoge kosten kunnen produceren.

Rusland heeft noch de reserves van Saoedi-Arabië, noch de technische vaardigheden van de VS. De Russische oliereserves zijn de zevende ter wereld en het wordt een steeds grotere uitdaging de productie op peil te houden. Tot nu toe lukte dat; met name door het boren van grote aantallen infill putten in de bestaande olievelden in het westen van Siberië. Die strategie begint nu op zijn eind te lopen; break even kosten voor nieuwe olie zijn daar geleidelijk gestegen en zullen naar verwachting het komend decennium verder stijgen naar ongeveer 30 dollar per vat.

In tegenstelling tot de meer beperkte oliereserves zijn Ruslands gasreserves de grootste ter wereld. De uitdaging is hier niet zozeer om gas te produceren, maar om het te exporteren en er geld aan te verdienen. Het toenemende transport van LNG betekent meer concurrentie op de gasmarkten door gas uit Qatar (LNG marktleider), schaliegas uit de VS en vele andere gebieden. Over het laatste decennium was er een dalende trend voor de prijzen op de internationale gasmarkten.

“Een symbiose tussen het Poetin regime en de Russische olie- en gasindustrie.”

Olie en gas zijn de belangrijkste bron van inkomsten voor de regering. Met name Gazprom en Rosneft ondernemen ook projecten waar de geopolitieke ambities van de regering een rol spelen. Het primaat van het Kremlin staat, sinds het opbreken van Yukos (het bedrijf van Michail Chodorkovski), niet meer ter discussie.

De Russische staat, van zijn kant, steunt de olie- en gasindustrie in hoge mate. Een progressief belastingregime beschermt de industrie tegen lage olieprijzen. De devaluatie van de roebel en belastingvrijstellingen maakten het mogelijk voor de Russische olie- en gasindustrie om de upstream investeringen te verhogen na de val van de olieprijs in 2014.

De symbiose met de industrie heeft niet alleen betrekking op de regering, maar ook op de entourage van Poetin die de olie en gas service industrie controleert. Deze entourage heeft tientallen miljarden dollars verdiend aan het aanleggen van pijpleidingen tegen te hoge prijzen (zonder aanbestedingen), het onteigenen en vervolgens veilen van olie- en gas-assets en het internationaal verkopen van olie die tegen lage prijzen is ingekocht.

“Poetin zet vol in op olie en gas.”

Veel landen zijn begonnen met de decarbonisatie van hun energiesysteem. Ruslands recent gepubliceerde energiestrategie (tot 2035) concentreert zich echter vrijwel uitsluitend op het zoveel mogelijk op peil houden van de olieproductie en het vergroten van de gasexport. Terwijl de westerse wereld zich nu steeds meer concentreert op low carbon energieproductie lijkt het Poetin regime vooralsnog vol in te blijven zetten op olie en gas.

De productie van olie en gas is een van de weinige industrieën die, althans vanuit een technisch en financieel oogpunt, goed kan functioneren in een land als Rusland. Een ander Russisch verdienmodel, dat kan concurreren in een veelheid van sectoren, vereist een meer open en minder corrupte samenleving. Voor Rusland impliceert dat een verandering van het regime en politieke systeem; een prijs die Poetin en zijn entourage vooralsnog niet wensen te betalen. Dat brengt voor Rusland het risico met zich mee van een steeds verder gaande economische stagnatie; vergelijkbaar aan die van de Sovjet Unie in de jaren ‘80 van de vorige eeuw.

“Europa: een toenemende afhankelijkheid van gas uit Rusland.”

Terwijl de productie uit Groningen omlaag ging, nam tussen 2014 en 2019 de import van gas uit Rusland via pijpleidingen naar Europa toe van ongeveer 140 naar ruim 190 miljard kuub per jaar. In 2019 was 39% van het gas dat in de EU geconsumeerd werd, uit Rusland afkomstig. Europa stevent nu af op een periode waarin de EU in hoge mate afhankelijk is van olie en gas, maar deze brandstoffen zelf nauwelijks meer produceert.

Ondertussen blijft de vraag naar gas relatief stabiel. In Nederland mag deze dan naar verwachting licht gaan afnemen; voor een land als Duitsland zal de gasvraag het komende decennium, door het stopzetten van kolen- en kerncentrales, eerder toenemen. In Duitsland zijn nu plannen voor 3 nieuwe LNG-terminals. De beslissing tot daadwerkelijke bouw is echter nog niet genomen, omdat het probleem bij dergelijke gasinfrastructuurprojecten is dat deze weliswaar hoognodig en lucratief kunnen zijn maar, gezien de energietransitie, slechts voor een beperkte tijd van ongeveer 10-20 jaar.

De gasmarkten waren in de afgelopen jaren ruim ten gevolge van de grote hoeveelheid LNG-fabrieken die tussen 2014 en 2020 werden opgeleverd. De Europese import van LNG verdubbelde tot ongeveer 100 miljard kuub/jaar. Met een ruime importcapaciteit aan LNG en de mogelijkheid om snel meer elektriciteit uit gas te produceren (en minder uit kolen) functioneerde Europa als swing consumer voor LNG. De afhankelijkheid van Russisch gas mocht dan toenemen; met de opkomst van LNG en de maatregelen van de EU om de gasmarkt te liberaliseren verminderde de pricing power van Gazprom.

“Rusland: een betrouwbare gasleverancier?”

Dat alles draagt bij aan het gevoel dat de voorzieningszekerheid van gas geen probleem meer kan zijn. Het is echter geen gegeven dat gasmarkten tot in lengte van dagen ruim zullen blijven nu er ook in Azië steeds meer van kolen naar gas wordt overgeschakeld en westerse LNG-producenten terughoudender worden met het opzetten van nieuwe projecten, in een tijd dat de energietransitie serieus vorderingen begint te maken. Als die gasmarkten ooit krap worden, zal Europa het op prijs moeten uitvechten met China en Japan.

Rusland is er de afgelopen decennia, met uitzondering van 2006 en 2009 toen het de aanvoer naar de Oekraïne verminderde, voor teruggeschrokken om de gasaanvoer als strijdmiddel te gebruiken bij geopolitieke conflicten. Het realiseert zich heel goed hoe funest dat is voor het lange termijnvertrouwen in Rusland als betrouwbare gasleverancier. Maar wat als er geen lange termijntoekomst voor gas meer is? Het is niet onmogelijk dat Rusland rond 2030, als het ziet aankomen dat de energietransitie doorzet en de Europese consumptie van gas op korte termijn wel serieus gaat verminderen, de gaskraan gedeeltelijk dicht draait om de prijzen hoog op te drijven. Het zou een ultieme poging zijn om op het laatst nog maximaal aan gas te verdienen.

“Nederland: gasopslag blijft belangrijk.”

Voor Nederland zal het aanstaande einde van GasTerra in 2022 een zekere leegte achterlaten. GasTerra is decennialang instrumenteel geweest voor het veiligstellen van de Nederlandse gasvoorziening. Daar hoorden lange termijncontracten met producenten, opslagbedrijven en afnemers bij. Terwijl op nationaal niveau voorzieningszekerheid essentieel is, kan voor individuele private afnemers een gasinkoop op korte termijn en spotmarkten financieel beter uitpakken.

Dat brengt wel het risico van tekorten met zich mee. Tekorten die niet alleen tot prijspieken kunnen leiden, maar ook tot fysieke tekorten aan gas. In Japan, met een relatief beperkte opslagcapaciteit, dreigde een koudegolf recent tot een daadwerkelijk tekort aan gas te leiden. Prijzen voor LNG stegen voor korte tijd tot bij de 40 dollar per mmbtu (equivalent aan 250 dollar voor een vat olie). Ook de recente gebeurtenissen in Texas, hoe verschillend de situatie met Nederland ook mag zijn, geven te denken.

Het is noodzakelijk dat de Nederlandse overheid komende jaren een afdoende mix van lange termijncontracten, LNG importcapaciteit en, boven alles, voldoende gasopslag in stand houdt. Te hopen valt dat deze uitdaging binnen EZK de aandacht krijgt die het verdient. Nederland moet toe naar een zero-carbon energiesysteem. Tegelijkertijd moet Nederland ook het huidige energiesysteem nog een aantal decennia overeind houden.