Zoeken

Maak van nuance geen schaars goed

Auteur

Roland Pechtold

Dakoppervlak moeten we als eerste benutten voor de opwek van zonne-energie. Maar de discussie verdient volgens Roland Pechtold nuance.

‘Stop met zonneparken en leg zonnepanelen op daken’, kopte Nieuwsuur kort geleden. ‘Daken eerst!’ Een vaak gehoorde kreet in discussies over zonne-energie. En terecht. Dakoppervlak moeten we als eerste benutten voor de opwek van schone energie. Maar de discussie verdient nuance. Onze klimaatuitdaging is zo groot dat het niet ‘of, of’ is, die luxe hebben we niet, maar ‘en, en’.

De ontwikkeling van duurzame energie in het Nederlandse landschap wordt steeds duidelijker. De groei van groene energiebronnen neemt toe en de Regionale Energie Strategieën zijn in sommige gevallen heel concreet met zoekgebieden. Dat betekent dat deze ontwikkeling veel aandacht krijgt. Dat is goed, bewustwording bij de Nederlander van de gevolgen en de uitwerking van het Klimaatakkoord is belangrijk. Maar de berichtgeving mist soms nuance en feiten. En dat is jammer, want dát we overgaan op schone energie is een feit en zal niet veranderen. Ik geef enkele voorbeelden.

“Natuurlijk moeten we goede landbouwgrond gebruiken voor de landbouw”

Dakoppervlak is het eerste oppervlak dat we moeten voorzien van zonnepanelen. Uit onderzoek blijkt dat 93,5% van de potentieel geschikte bedrijfsdaken nog geen panelen heeft. Er liggen uitdagingen betreffende eigenaarschap en verzekeringen, maar vooral netcapaciteit en daksterkte zijn de grootste issues: zo moet 75% van de staldaken verstevigd worden om panelen te kunnen dragen, zijn veel grote daken alleen berust op maximale sneeuwbelasting en is er voor veel zonnedaken geen ruimte op het net. Daarnaast is het voor nieuw te bouwen grote panden met grote daken nog steeds niet verplicht om het dak direct geschikt te maken voor zonnepanelen of om direct al zonnepanelen te installeren.

Natuurlijk moeten we goede landbouwgrond gebruiken voor de landbouw. Maar Nederland bestaat voor twee derde uit landbouwgrond en is de op één na grootste landbouwexporteur van de wereld. Van het vaak geschetste beeld dat koeien plaats maken voor zonnepanelen moeten we af. Bosch & Van Rijn rekende uit dat in 2030 maximaal 0,7% van de landbouwgrond in Nederland groene zonnestroom zal opwekken en dat dit in de praktijk waarschijnlijk nog lager uit zal vallen. Landbouwgrond is er daarnaast in vele gradaties, zo kunnen dubbelfuncties gerealiseerd worden op CO2-uitstotende oxiderende veengrond, deze stoten jaarlijks evenveel CO2 uit als 2 miljoen fossiele personenauto’s, of boven diverse typen fruit.

“Ons landschap heeft altijd in het teken gestaan van energie. Denk aan turfwinning en de oude molens”

De zonne-energiesector werkt hard aan biodiversiteit en ecologie bij zonneparken. Dat gebeurt onder andere in samenwerking met de Wageningen Universiteit en TNO. Maar, laten we niet vergeten dat zonneparken juist op ecologisch schrale grond worden aangelegd, omdát het ecologisch schrale grond is. Vruchtbare grond gebruiken we liever anders. Daarnaast heeft elke graad temperatuursverhoging een grote impact op ecologie en biodiversiteit. Denk alleen al aan de koraalriffen die het overal ter wereld zwaar hebben door de stijgende temperatuur van het zeewater, maar ook dichter bij huis: het teruglopen van biodiversiteit en insectenpopulatie.

Ja, de energietransitie neemt ruimte in. Energie wordt niet meer opgewekt met kolencentrales die ergens afgelegen staan, maar in de regio. Van centraal naar decentraal. Ons landschap heeft altijd in het teken gestaan van energie. Denk bijvoorbeeld aan de turfwinning en de oude molens, die we nu erg waarderen. In de toekomst valt deze impact mee. De Wageningen Universiteit heeft een analyse gedaan over de invulling van de ruimte in 2050. Daaruit blijkt dat de energietransitie de minste ruimte inneemt, naast woningen, voorzieningen, bedrijventerreinen, klimaatadaptatie, landbouw, natuur, transport en logistiek.

“Ja, de energietransitie heeft impact op ons landschap, maar industrieterreinen en woonwijken ook”

Het gaat om de beleving. Een zonnepark is iets nieuws, een nieuwe woonwijk niet. Over 10 jaar kan er volgens de Regionale Energie Strategieën maximaal 52TWh groene energie op land staan. Kijk je daarbij naar de ambitie voor zonnepanelen en zou je deze vanaf nu volledig en alleen plaatsen op grond, dus niet op dak, water, parkeerplaatsen en andere oppervlakten, dan is dat 0,4% van de oppervlakte van Nederland. Om de woningnood tegen te gaan is recent een plan opgesteld om in 10 jaar 1 miljoen woningen te bouwen. Daarvoor is zo’n 1,5% van de oppervlakte van Nederland nodig. Daar zijn nog geen Kamervragen over gesteld. Ook niet over hoe het zit met de biodiversiteit en ecologie in deze woonwijken.

Ja, de energietransitie heeft impact op ons landschap, maar industrieterreinen en woonwijken ook. Het voordeel van een zonnepark is dat deze, met een hoogte van 1 meter 60, heel eenvoudig goed landschappelijk is in te passen. Het is daarom van belang dat we de impact van de energietransitie in perspectief blijven plaatsen. Klimaatverandering staat niet stil en 90% van ons energieverbruik komt nu nog uit fossiele brandstoffen. Naast ruimte zijn tijd en luxe dus ook schaars. Laten we proberen om van nuance ook geen schaars goed maken.

Roland Pechtold

CEO, GroenLeven zonne-energie