Zoeken

Brandstofloze motor voor 25 gulden per jaar

Auteur

Bert Tieben

Er is geen wonderoplossing voor de energietransitie die banen oplevert stelt Bert Tieben. Hij wijst op de geschiedenis van de brandstofloze motor die in 1934 een leugen bleek voor de arbeidsmarkt.

Dromen zijn bedrog, luidt een welbekend gezegde. Een treffend voorbeeld hiervan is de claim van Johannes Wardenier. Hij stelde in 1934 een brandstofloze motor te hebben uitgevonden. Benzine noch water zouden nodig zijn om deze motor te doen lopen. Deze motor zou werken op samengeperste lucht. Wat ervoor nodig was om de lucht samen te persen, vertelde Wardenier er niet bij. Het verhaal bleek al een week later niets dan gebakken lucht.

“Miljoenen guldens voor ‘Friesche Edison’ van Wolvega”

Waarom deze petit histoire? Een en ander vond plaats in mijn geboortedorp Wolvega, maar de gebeurtenis had een landelijke impact. Leeuwarder Courant, De Telegraaf en het Algemeen Handelsblad, ze berichten op 2 november 1934 allemaal over de ‘Friesche Edison’ en zijn wondermotor. Er vond een persconferentie plaats onder leiding van de burgemeester. De uitvinder, 22 jaren jong en opgeleid als banketbakker, claimde dat de motor was getest in een autofabriek te Zwolle en reeds had proefgedraaid in verschillende modellen. Binnen twee maanden zou een demonstratietocht plaatsvinden door heel Nederland. Het gebruik zou een automobilist niet meer dan 25 gulden per jaar kosten. Investeerders – ‘twee baronnen’ - zouden miljoenen guldens hebben klaarliggen voor een fabriek in Wolvega met werk voor 13 duizend arbeiders. Dat is evenveel als het aantal inwoners van het dorp anno 2019.

In het midden van de crisis van de jaren dertig was het vooruitzicht van een forse investering met veel nieuwe banen vanzelfsprekend groot nieuws. De blauwdrukken geëxposeerd door de Vereniging Historie Weststellingwerf in de bibliotheek van Wolvega laten zien dat de gemeente de plannen van Wardenier serieus nam. Het milieubelang, afscheid van de brandstofmotor, was van ondergeschikt belang en werd nergens genoemd.

Tegenwoordig zoeken we nog steeds naar een opvolger voor de brandstofmotor. In mijn huidige woonplaats Amsterdam moeten in 2030 alle vervoermiddelen uitstootvrij zijn. Rijden op waterstof of elektriciteit zijn de voor de hand liggende alternatieven, maar voorlopig nog te duur voor menig stadsgenoot.

“Ontdekking à la Wardenier is nog steeds welkom”

Een ontdekking à la Wardenier zou met andere woorden nog steeds welkom zijn, maar waarschijnlijk meer scepsis ontmoeten dan in 1934. De uitvinding van Fleischmann en Pons in maart 1989 van een koud procedé voor kernfusie werd bepaald lauw ontvangen. “Allerminst aangetoond” vatte NRC Handelsblad de algemene houding samen. De uitvinders gingen na een wereldwijde mediastorm af door de achterdeur.

Maar het tweede onderdeel van het sprookje Wardenier vindt nog steeds gretig aftrek: de gedachte dat investeringen in niet-fossiele vormen van energie een zegen zijn voor de werkgelegenheid. Het Energieakkoord uit 2013 had als expliciete doelstelling de creatie van 15 duizend nieuwe banen. Ook het ontwerp klimaatakkoord spreekt van “toekomstgerichte, schone en zekere banen” als opbrengst van de energietransitie. TNO publiceerde in maart de eerste doorrekening van het ontwerpakkoord voor de werkgelegenheid. Per saldo neemt de vraag naar arbeid in 2030 toe met 39 duizend tot 72 duizend voltijdsbanen waarbij rekening is gehouden met banen die verdwijnen bij kolencentrales, olieboeren en garages. Dat zijn dus minimaal drie fabrieken van het formaat Wardenier.

“Makkelijk aanstuurbare arbeidsmarkt is fata morgana”

Helaas is ook hier sprake van een fata morgana. De arbeidsmarkt is een bijzonder onderdeel van de economie dat zich lastig laat sturen, alle fiscale stimulansen, scholingspremies en activeringsprogramma’s ten spijt. De nieuwe banen in de duurzame energie zullen voornamelijk bezet worden door specialisten die al een baan elders hebben. De trek van uitkering naar een baan in de duurzame energiesector zal beperkt zijn, omdat deze werkzoekenden vaak niet over de juiste vaardigheden beschikken. Dergelijke effecten blijven in de TNO-publicatie echter buiten beeld. De berekening is ‘partieel’ zoals dat heet. Effecten voor de arbeidsmarkt en de macro-economie zijn niet meegenomen. De studie sluit af met de opmerking dat er op ‘langere termijn’ geen blijvende werkgelegenheidseffecten verwacht kunnen worden. Waarom er over pakweg 10 jaar dan wel 40 duizend tot 80 duizend extra banen zijn te noteren, blijft onverklaard. Deze banen zijn net zo zeker als de fabrieken van Wardenier.

“Overtrokken claims helpen discussie over verduurzaming niet vooruit”

Overtrokken claims over de energietransitie als banenmotor helpen de maatschappelijke discussie over verduurzaming niet vooruit, net zomin als de uitvinding van een wondermotor.

De afloop voor de jonge uitvinder uit Wolvega was overigens curieus. Burgermeester Maas liet hem na een indringend gesprek opnemen in een psychiatrische kliniek. Bij thuiskomst was de motor verdwenen. Hij zou zijn opgehaald door twee heren waarvan de identiteit nooit is vastgesteld. Wardenier beweerde dat het grootkapitaal hem had dwarsgezeten. Sommigen zullen claimen dat het grootkapitaal nog steeds de grootste belemmering is voor de transitie naar uitstootvrije mobiliteit.

Bert Tieben

Bert Tieben is methodoloog en expert energie & duurzaamheid bij SEO Economisch Onderzoek